Interne onderzoeken
onder de wet private opsporing

Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme

(Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 9 oktober 2025


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Een Belg tewerkstellen in meerdere landen:
cruciale aandachtspunten

Mr. Sandrine Schaumont, mr. Febe Willems

en mr. Stefanie Van de Perre (Deloitte)

Webinar op donderdag 16 oktober 2025


Grensoverschrijdende sociale zekerheid anno 2025:
een update inclusief recente rechtspraak

Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)

Webinar op vrijdag 21 november 2025


Participatie in de aandelen
door werknemers

Mr. Francis van der Haert (Cazimir)

Webinar op donderdag 27 november 2025


SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

10 webinars on demand voor €595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes

Vergoeding als compensatie voor lagere wedde dan bij de vorige werkgever: wel of geen loon? Cassatie-arrest van 24 maart 2025 (Recht op zaterdag)

Auteur: Marc Vandecasteele (Recht op zaterdag)

Het standpunt van het arbeidshof te Brussel van 3 oktober 2023

Het arrest stelt vast dat de arbeidsovereenkomst tussen de directeur en de VZW PE, die “van kracht was van 1 januari 2012 tot 31 december 2013”, bepaalt dat “het brutojaarloon van de directeur 259.000 euro bedraagt naast een eindejaarspremie en dat bovenop dit pakket, de VZW PE ermee instemt om in het tweede semester van 2013 een netto-vergoeding aan de directeur te betalen die gelijk is aan de vergoeding van een vorige werkgever betaald aan de directeur voor de eerste zes maanden van 2013, tijdens het tweede semester van 2013” en dat “voor het tweede semester van 2013, de VZW PE een vergoeding aan de directeur zal verstrekken ter waarde van wat de vorige werkgever hem zou hebben betaald […] voor het eerste semester van 2013 in het kader van deelname aan het BASF Stock Option Program en als compensatie voor het verschil tussen het salaris en de premie betaald door de VZW PE en de respectieve betalingen die de directeur zou hebben ontvangen van de vorige werkgever”.

Het arrest overweegt dat “de door de directeur gevorderde bedragen […] ‘compensaties’ vormen om hem, in het kader van de […] arbeidsovereenkomst […], een nettovergoeding te garanderen die gelijk is aan wat hij zou hebben ontvangen indien hij bij de vorige werkgever werkzaam was geweest tijdens het tweede semester van 2013 en dat deze bedragen dus bedoeld waren om een eventueel ‘inkomensverlies’ voor de directeur te compenseren wegens zijn niet-werkzaamheid bij die werkgever gedurende deze periode; dat het gaat om een tegenprestatie […] voor het ontbreken van uitvoering van een arbeidsovereenkomst met een derde; dat deze ‘compensaties’ enkel werden overeengekomen vanwege zijn indiensttreding bij de VZW PE, los van zijn prestaties voor haar, die overigens afzonderlijk werden beloond”.

De visie van het Hof van Cassatie

Artikel 162 van het Sociaal Strafwetboek, in de versie die van toepassing is op het geschil, bestraft de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber die het loon van de werknemer niet heeft betaald of niet heeft betaald op de datum waarop het verschuldigd is.

Uit de structuur en formulering van de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek, gelezen in samenhang met de voorbereidende werkzaamheden, blijkt dat deze bepaling van toepassing is op het loon in de zin van artikel 2 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van werknemers, verschuldigd wegens de uitvoering of schorsing van de arbeidsovereenkomst, en dat zij niet van toepassing is op vergoedingen verschuldigd wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Krachtens artikel 2, eerste lid, 1° en 3°, van de wet van 12 april 1965 worden als loon beschouwd de voordelen in geld of in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever wegens zijn aanstelling.

Deze bepaling breidt het begrip loon, zoals bedoeld in de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten, namelijk de tegenprestatie voor het verrichte werk in uitvoering van een arbeidsovereenkomst, uit tot voordelen in geld of in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever wegens zijn aanstelling.

Hieruit volgt dat, in principe, wanneer zij niet verschuldigd zijn wegens schorsing of beëindiging van de arbeidsovereenkomst, de voordelen in geld of in geld waardeerbare voordelen die de werkgever zich ertoe verbindt te betalen aan de werknemer bij uitvoering van de arbeidsovereenkomst, een tegenprestatie vormen voor het verrichte werk en bijgevolg als loon worden beschouwd in de zin van artikel 2, eerste lid, 1° en 3°.

Aan deze regel doet niet af dat het voordeel dat aan de werknemer wordt toegekend wordt bepaald door verwijzing naar het loon dat hij zou hebben ontvangen bij een andere werkgever.

Door af te leiden dat de geldbedragen die de VZW PE zich heeft verbonden te betalen aan de directeur in uitvoering van de arbeidsovereenkomst niet “een tegenprestatie […] vormen voor het werk verricht door laatstgenoemde ten behoeve van eerstgenoemde”, en dus “geen loon zijn in de zin van artikel 162 van het Sociaal Strafwetboek”, schendt het arrest de hierboven genoemde wettelijke bepalingen.

Lees hier het Cassatie-arrest

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid

Boeken in de kijker: