Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Uitvoering in natura van RSZ-verplichtingen (SoConsult)

Auteur: Willy van Eeckhoutte (SoConsult)

Publicatiedatum: mei 2020

Een werknemer die van de werkgever bedragen vordert waarop socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, formuleert in zijn eis doorgaans geen aanspraken met betrekking tot die bijdragen. Hij gaat ervan uit dat de werkgever die veroordeeld wordt tot betaling van de brutobedragen wel de aangifte- en bijdrageverplichtingen zal vervullen die de veroordeling meebrengt (zie Sociaal Compendium Socialezekerheidsrecht 2019-2020nr. 549). Maar zelfs als hij een afrekening krijgt en daaruit blijkt dat de werknemersbijdragen werden afgehouden, heeft de werknemer nog geen zekerheid dat die ook samen met de werkgeversbijdragen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid werden doorgestort.

Daarom kan het voor de werknemer ook nuttig zijn van de werkgever niet enkel brutobedragen te vorderen, maar ook dat de werkgever wordt veroordeeld tot uitvoering van zijn verplichtingen ten aanzien van de RSZ die daarvan het gevolg zijn, inzonderheid die m.b.t. de bijdragebetaling. Dat dergelijke vordering mogelijk is, aanvaardt de rechtspraak al langer. Zij komt het meest voor wanneer een schijnzelfstandige de herkwalificatie vraagt van de arbeidsrelatie waarin hij werkzaam is, waardoor de vergoedingen waarop hij aanspraak kan maken, als loon moeten worden beschouwd. De opdrachtgever die bij een succesvolle vordering werkgever wordt gemaakt, heeft dan inderdaad de vergoedingen van de schijnzelfstandige nog niet aangegeven bij de RSZ.

De vordering die ertoe strekt de werkgever te veroordelen tot betaling van de socialezekerheidsbijdragen aan de RSZ, is een vordering tot uitvoering in natura, geen vordering tot schadevergoeding.

In het hieronder vermelde arrest overweegt het Hof van Cassatie dat de omstandigheid dat het Burgerlijk Wetboek voorziet in schadevergoeding wanneer een schuldenaar verzuimt een verbintenis om iets te doen na te leven, niet belet dat de uitvoering in natura de normale wijze is van gedwongen uitvoering van een verbintenis om iets te doen, althans wanneer die uitvoering mogelijk blijft.

In de zaak waarin het Hof uitspraak deed, had de werkgever verzuimd zich in te schrijven bij de RSZ en de socialezekerheidsbijdragen met betrekking tot het loon van de werknemer aan te geven en te betalen. De arbeidsovereenkomst met de werknemer was al beëindigd op het ogenblik waarop de werknemer de vordering tot betaling van socialezekerheidsbijdragen aan de RSZ stelde en dus ook op het ogenblik waarop de rechter uitspraak deed.

De werkgever voerde hiertegen aan dat omdat de arbeidsovereenkomst al beëindigd was, ook de uitvoering in natura daarvan niet meer mogelijk was. Ten onrechte, zo besliste het Hof van Cassatie: dat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen, maakt de uitvoering in natura niet onmogelijk van de verplichtingen van de werkgever m.b.t. het loon dat aan de werknemer verschuldigd was voor de periode die het einde van de arbeidsovereenkomst voorafgaat.

De verplichtingen tot aangifte en betaling van socialezekerheidsbijdragen worden in het arrest expliciet aanvaard als verbintenissen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. Dat het gaat om verbintenissen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van derden, belet niet dat de werknemer de uitvoering daarvan kan vorderen.

Aan het einde van de jaren zeventig heeft wijlen procureur-generaal bij het Hof van Cassatie Herman Lenaerts gewezen op de merkwaardige conclusie waartoe men komt als men aanneemt dat bedragen waarvan de werknemer op grond van de arbeidsovereenkomst de betaling kan vorderen aan derden, loon zijn in de zin van de Loonbeschermingswet, met name geld waarop de werknemer ten laste van de werkgever aanspraak kan maken ingevolge zijn dienstbetrekking. De zaak waarin hij conclusie nam, had betrekking op de vraag of de premies die de werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst diende te betalen aan een groepsverzekeraar, aan dat loonbegrip beantwoorden. Als men die vraag positief beantwoordt, zijn de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid ook loon, zodat ook bijdragen op die bijdragen moeten worden betaald, waarop dan weer bijdragen verschuldigd zijn enzovoort. Uiteindelijk blijft niets over.

Het Hof heeft, een van de zeldzame keren, de conclusie van Herman Lenaerts niet gevolgd en beslist dat de verzekeringspremies wel loon zijn. Waarom de socialezekerheidsbijdragen dat dan niet zijn, vernamen wij niet in het arrest. Ook het hier besproken arrest leert ons dat niet.

PS En ja, de werkgever in de zaak was de Staat Libië.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid