Terugbetaling onterechte uitkering tijdelijke werkloosheid door de werkgever: fiscale gevolgen (Acerta)

Werkgevers kunnen onder bepaalde voorwaarden het stelsel van tijdelijke werkloosheid invoeren in hun onderneming. Dit kan wegens overmacht, technische stoornis, slecht weer of gebrek aan werk wegens economische oorzaken. Tijdens die tijdelijke werkloosheid is de arbeidsovereenkomst van de werknemers geschorst. Als werkgever betaal je voor die dagen geen loon aan de betrokken werknemers. Zij hebben recht op een werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA.

De RVA controleert op het correct toepassen van het stelsel van tijdelijke werkloosheid. Indien bij een controle achteraf blijkt dat de werkgever ten onrechte gebruik maakte van dit stelsel, worden deze dagen geherkwalificeerd in “gewerkte dagen”. Je zal als werkgever voor die dagen dan alsnog loon verschuldigd zijn aan de betrokken werknemers. De RVA kan de betaalde uitkeringen terugvorderen bij de betrokken werknemer(s).

Sinds de zomer van 2022 heeft de RVA daarnaast de mogelijkheid om het brutobedrag van de ten onrechte betaalde tijdelijke werkloosheidsuitkeringen bij jou als werkgever terug te vorderen.

Indien je de uitkering terugbetaalde aan de RVA, mag je ter compensatie een inhouding doen (ten belope van het bedrag van de terugbetaalde werkloosheidsuitkering) op het nettoloon dat je moet betalen aan jouw werknemer. De keuze om deze inhouding al dan niet te doen (en zo ja, geheel of gedeeltelijk) heeft wel gevolgen op fiscaal vlak. Aangezien je als werkgever de uitkering terugbetaalt in de plaats van jouw werknemer vormt deze betaling in principe immers een belastbaar voordeel alle aard in hoofde van deze werknemer. Dit voordeel alle aard mag wel verminderd worden met de inhouding die je als werkgever deed op het nettoloon van jouw werknemer.

Het bedrag dat je inhoudt op het nettoloon van je werknemer, zal bepalend zijn voor het fiscaal gevolg van deze terugbetaling in hoofde van jouw werknemer.

Om dit (eventueel) voordeel alle aard weer te geven, werd een nieuwe lijn op de fiscale fiche gecreëerd, vak 6, e) “rechtstreeks aan de RVA terugbetaalde tijdelijke werkloosheidsuitkeringen”. Uiteraard zal op dit (eventueel) voordeel alle aard bedrijfsvoorheffing moeten worden berekend, net zoals op het loon dat de werkgever voor de geherkwalificeerde dagen tijdelijke werkloosheid verschuldigd is.

De verschillende opties, met hun gevolg voor de opmaak van de fiscale fiche van jouw werknemers (of bedrijfsleiders met een arbeidsovereenkomst), kunnen als volgt schematisch worden weergegeven:

1. Werkgever houdt het brutobedrag van de uitkering in op het door hem verschuldigd nettoloon = volledige compensatie

In dit geval moet geen belastbaar voordeel alle aard opgenomen worden op de fiscale fiche van de werknemer. Het vak 6, e) van de fiscale fiche blijft dan leeg.

2. Werkgever houdt slechts een deel van het door hem betaalde brutobedrag van de uitkering in op het door hem verschuldigd nettoloon= gedeeltelijke compensatie

Er moet een belastbaar voordeel alle aard vermeld worden op de fiscale fiche van de werknemer. Het bedrag van dit voordeel is gelijk aan het verschil tussen het door de werkgever aan de RVA betaalde bedrag en het op het nettoloon van de werknemer reeds ingehouden bedrag.

3. Werkgever doet geen enkele inhouding op het door hem verschuldigd nettoloon = geen compensatie

Er moet een belastbaar voordeel alle aard vermeld worden op de fiscale fiche van de werknemer. Het bedrag van dit voordeel is gelijk aan het door de werkgever aan de RVA terugbetaalde bedrag.

***

Bron: Circulaire 2023/C/75 van 13 september 2023 over de terugvorderingen van onterecht betaalde tijdelijke werkloosheidsuitkeringen bij de werkgever.

Bron: Acerta