SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

10 webinars on demand voor €595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Participatie in de aandelen
door werknemers

Mr. Francis van der Haert (Cazimir)

Webinar op donderdag 27 november 2025


Grensoverschrijdende sociale zekerheid anno 2025:
een update inclusief recente rechtspraak

Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)

Webinar op vrijdag 21 november 2025


Een Belg tewerkstellen in meerdere landen:
cruciale aandachtspunten

Mr. Sandrine Schaumont, mr. Febe Willems

en mr. Stefanie Van de Perre (Deloitte)

Webinar op donderdag 16 oktober 2025


Interne onderzoeken
onder de wet private opsporing

Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme

(Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 9 oktober 2025

Spelregels bij het toekennen van vakantiedagen (Partena)

Auteur: Annelies Verplancke (Partena)

De zomervakantie staat bijna voor de deur en meteen duiken er dan traditioneel veel vragen op over de reglementering van de jaarlijkse vakantie.

In deze eerste flash over jaarlijkse vakantie herhalen we de modaliteiten bij de toekenning van vakantiedagen. Gelden er voorrangsregels? Moet de vakantie in één blok worden opgenomen of kan een werknemer dit versnipperd opnemen? Ontdek de krachtlijnen hieronder.

Algemene krachtlijnen

De algemene krachtlijnen bij het toekennen van de wettelijke vakantiedagen zijn steeds dezelfde, ongeacht het statuut van de werknemer (arbeider of bediende) en de wijze waarop de vakantieperiodes worden bepaald (via een collectief of individueel akkoord). Deze principes luiden als volgt:

1. Toekenning vóór 31 december

De wettelijke vakantiedagen, die werden opgebouwd tijdens het vakantiedienstjaar, moeten worden toegekend vóór 31 december van het vakantiejaar. Het is in principe verboden om de vakantiedagen die niet werden opgenomen in het vakantiejaar over te dragen naar het volgende jaar. 

Voorbeeld – Een bediende werkt voltijds (5 dagen/week) gedurende het volledige jaar 2024. In 2025 heeft hij recht op 20 vakantiedagen die effectief tussen 1 januari en 31 december 2025 moeten worden opgenomen.

Als werkgever riskeer je zelfs (straf)sancties wanneer je de vakantie waarop je werknemers recht hebben niet zou toekennen. Je hebt er dan ook alle belang bij om je werknemers schriftelijk aan te sporen om hun vakantie tijdig op te nemen en om dit goed te documenteren.

Op dit principe bestaat sinds vorig jaar een uitzondering: bepaalde situaties van overmacht (vb. ziekte) laten een overdracht van vakantiedagen toe op het einde van het vakantiejaar en dit gedurende een periode van maximaal 24 maanden. Zie hiervoor onze eerdere flash over de overdracht van wettelijke vakantiedagen.

2. Voorrangsregels

Voor werknemers met schoolplichtige kinderen wordt de vakantie bij voorkeur toegekend tijdens de schoolvakanties.

Voor het overige bepaalt de wetgeving geen voorrangsregels. Je kan wel bijkomende voorrangsregels voorzien in het arbeidsreglement indien deze gebaseerd zijn op objectieve criteria.

3. Ononderbroken vakantieperiode

Behoudens andersluidend verzoek van de betrokken werknemer, moet een ononderbroken periode van 2 weken toegekend worden tussen 1 mei en 31 oktober (3 weken voor werknemers jonger dan 18 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar). Een ononderbroken vakantieperiode van één week moet in ieder geval worden gewaarborgd. 

4. Saldo van de vakantiedagen

Buiten de hoofdvakantie, dient het saldo van de vakantiedagen indien mogelijk te worden opgebruikt in rustige periodes of ter gelegenheid van regionale, plaatselijke of andere feestdagen of om de “brug” te maken.

5. Opname van halve vakantiedagen

Het opnemen van halve vakantiedagen is verboden behalve:

  • indien de halve vakantiedagen aangevuld worden met een halve dag van gewone inactiviteit (vb. deeltijdse werknemers die halve dagen werken) of met een halve dag aanvullende (‘Europese’) vakantie;

  • indien de werknemer vraagt om 3 dagen van de vierde vakantieweek te verdelen over halve dagen. De werkgever kan zich echter verzetten tegen het opdelen van deze vakantiedagen indien dit het goede verloop van het werk in de onderneming zou verstoren.

Bron: Acerta

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid

Boeken in de kijker: