Grensoverschrijdende sociale zekerheid:
een update inclusief recente rechtspraak
Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)
Webinar op donderdag 21 november 2024
Ontslagrecht
een overzicht van recente rechtspraak
Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)
Webinar op donderdag 20 februari 2025
Discriminatie op de werkvloer:
10 mogelijke discussiepunten met tips voor de werkgever
Mr. Ann Witters (AW Law)
Webinar op vrijdag 6 december 2024
Herstructurering,
collectief ontslag en sluiting
Mr. Hanne Cattoir (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 17 oktober 2024
Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming
werd goedgekeurd
Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Artificiële intelligentie in het HR-proces:
juridische aandachtspunten
Mr. Inger Verhelst (Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 7 februari 2025
Sociale verkiezingen: gewoonlijk gemiddeld 50 of 100 werknemers (Mploy)
Auteur: Dirk Wijns (Mploy)
Ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld 50 werknemers in dienst hebben in de referteperiode moeten de procedure sociale verkiezingen starten voor de aanduiding van de werknemersafvaardiging in een comité voor preventie en bescherming op het werk. Ondernemingen met gewoonlijk gemiddeld minstens 100 werknemers moeten bovendien verkiezingen houden voor de aanduiding van deze afvaardiging in de ondernemingsraad.
De telling van het aantal “werknemers” gebeurt op een bijzondere manier.
Actiepunt voor werkgevers: indien u meent dat uw onderneming ongeveer de kaap van 50 of 100 werknemers bereikt, dan kan u vandaag keuzes maken die zullen bepalen of u de procedure sociale verkiezingen al dan niet moet opstarten. Doe in dat geval zeker tijdig de oefening om te bekijken aan welke aantallen u nu reeds komt.
De keuze om in de komende periode beroep te doen op een extra werknemer of op een uitzendkracht of om in de plaats daarvan het werk uit te besteden aan een aannemer of leverancier kan beslissen of u de procedure sociale verkiezingen moet starten.
Het aantal “werknemers” in een referteperiode
Niet alleen de door u tewerkgestelde werknemers tellen mee bij de beoordeling van het getal van 50 of 100, ook uitzendkrachten worden in rekening gebracht.
De telling gebeurt bovendien op basis van het aantal werknemers dat in dienst was in een bepaalde referteperiode en op een bijzondere manier.
Het tellen van de eigen werknemers
Alle werknemers tellen mee in de beoordeling van het aantal werknemers, ook uw langdurig zieken of andere werknemers waarvan de uitvoering van het contract is geschorst. In principe moeten ook werknemers die voor u werken in het buitenland mee in aanmerking worden genomen (u hebt iemand in loondienst bv. die voor u in de Zuid-Aziatische markt werkt om daar klanten te werven).
Met werknemers worden een aantal categorieën gelijkgesteld: leerlingen, werknemers die in uw onderneming geplaatst zijn voor een beroepsopleiding door de VDAB en onderzoekers van het FWO. Uitgesloten zijn de werknemers die in dienst zijn met een vervangingscontract.
Voor al deze werknemers moet u het aantal dagen tellen dat ze met u verbonden waren met een arbeidsovereenkomst gedurende de periode oktober 2022 tot september 2023. Het resultaat deelt u door 365.
Werknemers die een werkelijk uurrooster hebben van minder dan 3/4e van een voltijds uurroosters moeten slechts voor de helft worden meegeteld (dus delen door 730 i.p.v. door 365). Een werknemer die progressief het werk herneemt a rata van 50% telt dus maar voor de helft mee.
Voorbeeld: een werknemer is in de referteperiode eerst halftijds in dienst gedurende 100 dagen; daarna krijgt hij een voltijds contract. Deze werknemer zal tellen voor 100/365 + 265/(365X2) = 0,64 voltijds equivalent.
Bron: Mploy
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid