Werken met (buitenlandse) onderaannemers met focus op de wijzigingen vanaf 1 januari 2025
Mr. Dieter Dejonghe en mr. Veerle Van Keirsbilck
(Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Artificiële intelligentie in het HR-proces:
juridische aandachtspunten
Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme
(Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 7 februari 2025
De afschaffing van de quasi-immuniteit van de bestuurder: waarom delegatie én compliance nog belangrijker zijn geworden
Mr. Stijn De Meulenaer en mr. Fien Schreurs (Everest)
Webinar op dinsdag 18 februari 2025
Ontslagrecht
een overzicht van recente rechtspraak
Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)
Webinar op donderdag 20 februari 2025
Privacy, gegevensbescherming
& arbeidsrecht:
een actueel overzicht
Mr. Isabel Plets (Lydian)
Webinar op donderdag 8 mei 2025
Schijnzelfstandigheid. Werkende vennoten die in feite werknemers waren. Cassatie arrest van 5 november 2024 (LegalNews)
Auteur: Marc vandecasteele (LegalNews)
Het Cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 11 januari 2024.
Het middel voert schending aan van de Arbeidsrelatiewet.
Het arrest oordeelt dat de 35 werkende vennoten in werkelijkheid werknemers waren, maar het had de arbeidsrelatie echter individueel, per werkende vennoot moeten onderzoeken aan de hand van de bij wet voorziene criteria.
Het arrest extrapoleert onterecht de inhoud van het verhoor van 14 werkende vennoten naar alle 35 werkende vennoten. Het arrest gaat evenmin na welke de relatie was van de 35 werkende vennoten ten aanzien van de respectieve eisers in cassatie. De sociaal inspecteur oordeelde onterecht dat minstens twee specifieke criteria niet toepasbaar zijn op een samenwerking met werkende vennoten.
De visie van het Hof van Cassatie
In zoverre het middel gericht is tegen het oordeel van de sociaal inspecteur en dus niet tegen het arrest, is het niet ontvankelijk.
De Arbeidsrelatiewet noch enige andere bepaling of algemeen rechtsbeginsel verzetten zich ertegen dat de rechter zijn oordeel betreffende de aanwezigheid van de criteria met betrekking tot niet-verhoorde personen grondt op de verklaringen die door andere personen werden afgelegd, welke in vergelijkbare omstandigheden actief waren.
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Vennootschappen & Verenigingen