Vennootschapsrecht:
recente wetgeving en rechtspraak
anno 2025
Mr. Joris De Vos en mr. Laurens Engelen (Dentons)
Webinar op vrijdag 17 oktober 2025
Overname van activa of activiteiten van een onderneming in moeilijkheden, in een procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag of in (stil) faillissement
Mr. Jens Vrebos en mr. Marlies De Brabandere
(Crivits legal)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
De maatschap:
haar eigenheden nader geanalyseerd
(inclusief handboek)
Mr. Dirk Van Gerven, mr. Ivan Peeters en mr. Ken Lioen (NautaDutilh)
Webinar op vrijdag 4 juli 2025
SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
Behaal al uw punten voor slechts € 595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
Een Belg tewerkstellen in meerdere landen:
cruciale aandachtspunten
Mr. Sandrine Schaumont, mr. Febe Willems
en mr. Stefanie Van de Perre (Deloitte)
Webinar op donderdag 16 oktober 2025
Grensoverschrijdende sociale zekerheid anno 2025:
een update inclusief recente rechtspraak
Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)
Webinar op vrijdag 21 november 2025
Schijnzelfstandigheid. Werkende vennoten die in feite werknemers waren. Cassatie arrest van 5 november 2024 (LegalNews)
Auteur: Marc vandecasteele (LegalNews)
Het Cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 11 januari 2024.
Het middel voert schending aan van de Arbeidsrelatiewet.
Het arrest oordeelt dat de 35 werkende vennoten in werkelijkheid werknemers waren, maar het had de arbeidsrelatie echter individueel, per werkende vennoot moeten onderzoeken aan de hand van de bij wet voorziene criteria.
Het arrest extrapoleert onterecht de inhoud van het verhoor van 14 werkende vennoten naar alle 35 werkende vennoten. Het arrest gaat evenmin na welke de relatie was van de 35 werkende vennoten ten aanzien van de respectieve eisers in cassatie. De sociaal inspecteur oordeelde onterecht dat minstens twee specifieke criteria niet toepasbaar zijn op een samenwerking met werkende vennoten.
De visie van het Hof van Cassatie
In zoverre het middel gericht is tegen het oordeel van de sociaal inspecteur en dus niet tegen het arrest, is het niet ontvankelijk.
De Arbeidsrelatiewet noch enige andere bepaling of algemeen rechtsbeginsel verzetten zich ertegen dat de rechter zijn oordeel betreffende de aanwezigheid van de criteria met betrekking tot niet-verhoorde personen grondt op de verklaringen die door andere personen werden afgelegd, welke in vergelijkbare omstandigheden actief waren.
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Vennootschappen & Verenigingen