Privacy, gegevensbescherming
& arbeidsrecht:
een actueel overzicht
Mr. Isabel Plets (Lydian)
Webinar op donderdag 8 mei 2025
Overeenkomsten met externe consultants:
aandachtspunten anno 2025
Mr. Dieter Dejonghe en mr. Ines Vandevelde
(Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 15 mei 2025
Werken met (buitenlandse) onderaannemers met focus op de laatste wijzigingen
Mr. Dieter Dejonghe en mr. Veerle Van Keirsbilck
(Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Artificiële intelligentie in het HR-proces:
juridische aandachtspunten
Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme
(Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 7 februari 2025
Ontslagrecht
een overzicht van recente rechtspraak
Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)
Webinar op donderdag 20 februari 2025
Re-integratietrajecten en procedure medische overmacht (Mploy)
Auteur: Ludo Vermeulen (Mploy)
Zoals we weten kan de werkgever na een ononderbroken periode van 3 maanden arbeidsongeschiktheid aan de arbeidsarts vragen om een re-integratietraject (RIT) op te starten. Na een ononderbroken periode van 9 maanden arbeidsongeschiktheid kan de werkgever aan de arbeidsarts vragen om de bijzondere procedure tot vaststelling van de definitieve arbeidsongeschiktheid op te starten.
De werknemer kan een RIT aanvragen vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid. Ook zijn behandelende arts kan dat mits het akkoord van zijn patiënt.
Medio november 2024 zijn de statistieken voor 2023 bekendgemaakt op de website van de FOD WASO. De arbeidsartsen namen 6.685 beslissingen in RIT’s. In 73 % van de gevallen gebeurde dat op vraag van de werkgever, in 27 % op vraag van de werknemer.
De arbeidsartsen namen 23.074 beslissingen in het kader van de bijzondere procedure medische overmacht, in 70 % van de gevallen was dat op vraag van de werkgever. Eén op de vier beslissingen luidde dat de werknemer niet definitief ongeschikt was voor het overeenkomstwerk. Drie keer van de vier besliste de arbeidsarts dat de werknemer definitief ongeschikt was. In die laatste categorie vroeg de werknemer in zowat 90 % van de gevallen niet om de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken.
In 30 % van de gevallen startte de werknemer de procedure medische overmacht op. In bijna 98 % van de dossiers besliste de arbeidsarts tot een definitieve ongeschiktheid. Van die laatste categorie vroeg bijna 97 % van de werknemers niet om de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken.
Jammer genoeg worden geen cijfers gepubliceerd over het aantal beroepen dat tegen de beslissingen van de arbeidsartsen is ingediend bij de medische inspectie. Wellicht is dat omdat het aantal te verwaarlozen is. De werknemer kan zich blijkbaar in het algemeen vinden in de beslissing van de arbeidsarts.
In de wetenschap dat meer dan 500.000 werknemers voor langere tijd arbeidsongeschikt zijn, is het toch een vreemde vaststelling dat slechts 6.685 RIT-beslissingen zijn genomen in 2023. Nog vreemder is het feit dat slechts zowat 1.800 werknemers (en hun behandelende artsen) het initiatief hebben genomen om een RIT op te starten. Dat is 0,0036 %. Nochtans is sinds eind 2022 het risico weggevallen dat het opstarten van dergelijk RIT kon leiden tot een beslissing van blijvende arbeidsongeschiktheid.
De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid schreef in een rapport van maart 2024: “De kans op het verlaten van de arbeidsongeschiktheid neemt snel af na 6 maanden afwezigheid. In die eerste 6 maanden verlaat 2/3de van de betrokkenen het stelsel, maar daarna verloopt de terugkeer naar de arbeidsmarkt veel moeilijker. Ongeveer 2 op de 10 personen die arbeidsongeschikt worden, blijven een jaar afwezig. Maar bij diegenen die 1 jaar ziek zijn, is 8 op de 10 een jaar later nog arbeidsongeschikt. Dat aandeel blijft toenemen naargelang de afwezigheidsduur langer wordt.”
Het re-integratietraject nieuwe stijl, losgekoppeld van de procedure medische overmacht, blijkt alleszins niet veel succes te kennen. Het effect is verwaarloosbaar. Om een of andere reden moeten werkgevers er niet van weten en werknemers (en hun behandelende artsen) nog minder.
Bron: Mploy
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid