Discriminatie op de werkvloer:
10 mogelijke discussiepunten met tips voor de werkgever

Mr. Ann Witters (AW Law)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


Herstructurering, collectief ontslag en sluiting

Mr. Hanne Cattoir (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024

Ontslag om dringende reden. Discriminatie wegens syndicale overtuiging. Rechtsmisbruik (Arbeidshof Antwerpen 28 januari 2021)

Auteur: Hoven & Rechtbanken

Publicatiedatum: 28/01/2021

Het arbeidshof Antwerpen kent een stadsarbeider van de stad Mortsel verschillende vergoedingen toe naar aanleiding van zijn ontslag. De arbeider weigerde te werken op een plek waar volgens hem asbest aanwezig was. Het arbeidshof beslist dat  deze weigering geen ontslag wegens dringende reden rechtvaardigt. Volgens het hof was het ontslag ingegeven door de syndicale overtuiging van de betrokkene en ging het om een represaille.

De stad Mortsel ontsloeg de arbeider in september 2017. De voornaamste reden die zij hiervoor inriep, was zijn herhaalde weigering om te werken in een loods op Fort IV. Nadat hij er opnieuw brokstukjes asbest en asbestverdacht stof had opgemerkt, weigerde de arbeider de volgende dag het werk in de loods aan te vatten. De stad Mortsel beschouwde dit als een ‘zuivere bevelsweigering zonder enige grondslag’.

In juni 2019 veroordeelde de arbeidsrechtbank Antwerpen de stad Mortsel tot betaling van een opzeggingsvergoeding, een schadevergoeding wegens discriminatie en een vergoeding wegens misbruik van ontslagrecht. Met zijn arrest van 28 januari 2021 bevestigt het arbeidshof Antwerpen deze beslissing.

Volgens het arbeidshof bewees de stad Mortsel niet dat de arbeider een wettig bevel negeerde. Het stelde vast dat de stad Mortsel niet betwistte dat er asbestverdacht materiaal was aangetroffen. Zij toonde niet aan dat zij de voorziene procedure volgde alvorens de arbeider te bevelen het werk te hervatten Er was dus geen sprake van een ongerechtvaardigde werkweigering, ook niet gelet op eventuele vroegere feiten. Omdat de stad Mortsel de betrokkene onterecht wegens dringende reden ontsloeg, is zij hem een opzeggingsvergoeding verschuldigd.

De arbeider was vakbondsafgevaardigde. Volgens het arbeidshof was de werkweigering hier onlosmakelijk mee verbonden. De stad Mortsel weerlegde niet dat het ontslag was ingegeven door zijn syndicale overtuiging. Het arbeidshof achtte het ontslag derhalve in strijd met de antidiscriminatiewetgeving. Bovendien ging het om een represaille. De arbeider had het immers opgenomen voor de veiligheid van zijn collega’s en van zichzelf. Door hem om die reden te ontslaan, maakte de stad Mortsel misbruik van haar ontslagrecht.

Lees hier het arrest

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid