Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Nieuwe COVID-19-steunmaatregelen op komst (Bellaw/SoConsult)

Auteur: Ester Van Oostveldt (Bellaw/SoConsult)

Publicatiedatum: juni 2021

In de kamer is een wetsontwerp hangende met een reeks nieuwe steunmaatregelen om de negatieve fiscale en sociaaleconomische gevolgen van de “coronamaatregelen” te verzachten.

Het wetsontwerp bevat drie sociaalrechtelijke maatregelen:

  • een bijdragevermindering in het kader van de relance;
  • voor de werkgevers uit de horecasector, een vermindering van de bijdrage ter financiering van de vakantieregeling voor arbeiders;
  • uitbreiding van de mogelijkheid tot studentenarbeid in het derde kwartaal van 2021.
1. Doelgroepvermindering van socialezekerheidsbijdragen in het kader van de relance

Waarom?

De dringende “coronamaatregelen” hebben heel wat ondernemingen verplicht tijdelijk geheel of gedeeltelijk te sluiten. Deze verplichte sluiting had en heeft uiteraard een zware impact op de omzet en de leefbaarheid van de betrokken ondernemingen. Maar ook heel wat ondernemingen die niet verplicht werden te sluiten, hebben zwaar geleden onder de coronacrisis. Bovendien wordt gevreesd dat er in sommige ondernemingen ontslagen zullen vallen eens de bestaande steunmaatregelen (zoals de soepele tijdelijke werkloosheid overmacht-corona) worden stopgezet.

Om de hertewerkstellingskansen van werknemers te ondersteunen, werd daarom beslist een forfaitaire bijdragevermindering toe te kennen aan ondernemingen die hun tewerkstellingsvolume (opnieuw) verhogen.

Aan wie, voor wie en wanneer?

De doelgroepvermindering wordt toegekend:

  • in het derde kwartaal 2021,
  • voor maximum vijf werknemers per vestigingseenheid,
  • aan werkgevers die in het derde kwartaal 2021 een toename van het arbeidsvolume kennen t.o.v. het arbeidsvolume in het eerste kwartaal 2021.

De vereiste toename is afhankelijk van het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers (rsz-omvangscode van de onderneming in 2021):

Gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemersVereiste toename arbeidsvolume
< 5025 %
≥ 50 < 50020 % én minimum een stijging
van de totale mu(globaal) (1) met 12,5
≥ 50010 % én minimum een stijging
van de totale mu(globaal) (1) met 100

(1) mu (globaal) : de som van alle tewerkstellingen van een werknemer bij een en dezelfde werkgever tijdens een kwartaal.

Hoeveel? 

De doelgroepvermindering bedraagt:

Beoogde werkgeversKwartaalbedrag bij volledige kwartaalprestaties
Zwaar getroffen werkgevers2.400 EUR
Andere werkgevers1.000 EUR

Een werkgever wordt beschouwd als zwaar getroffen wanneer het arbeidsvolume,

  • tijdens het eerste kwartaal 2021 50 % lager ligt dan in het eerste kwartaal 2020,
  • of tijdens het vierde kwartaal 2020 50 % lager ligt dan in het vierde kwartaal 2019.

Onder welke voorwaarden?

Naast de vereiste toename van het arbeidsvolume moet de werkgever nog de volgende voorwaarden naleven:

  • alle werknemers voor wie de werkgever de vermindering toepast, moeten ononderbroken in dienst blijven gedurende het derde kwartaal 2021 (tenzij de werknemer zelf ontslag neemt of om dringende reden ontslagen wordt);
  • in 2021 geen dividenden uitkeren aan aandeelhouders;
  • in 2021 geen bonussen betalen aan leden van de raad van bestuur of leidinggevenden van de onderneming;
  • in 2021 geen eigen aandelen inkopen;
  • in het tweede en derde kwartaal van 2021 geen collectief ontslag aankondigen of aangekondigd hebben;
  • gebruik maken van het opgelegd geregistreerd kassasysteem voor bepaalde werkgevers in de horecasector;
  • in 2021 de opleidingsinspanningen leveren, opgelegd in het kader van de interprofessionele opleidingsdoelstelling ( zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2020-2021, nr. 3156).
2. Vermindering bijdrage jaarlijkse vakantie voor werkgevers uit de horecasector

Werkgevers die handarbeiders tewerkstellen zijn een bijdrage verschuldigd van  15,84 % (van hun loon), bestemd voor de wettelijke vakantie van de handarbeiders.

Een gedeelte van die bijdrage ten belope van 10,27 % is slechts jaarlijks verschuldigd op 31 maart van het jaar volgend op het vakantiedienstjaar en wordt aan de RSZ gestort uiterlijk op 30 april van hetzelfde jaar. Het resterend gedeelte van de bijdrage (5,57 %) wordt driemaandelijks, samen met de andere bijdragen geïnd.

Om de zwaar getroffen horecasector te ondersteunen, is beslist om de bijdrage van 15,84 % te verlagen tot 5,57 % voor werkgevers uit de horecasector, voor de vier kwartalen van 2020.

Het gedeelte van de bijdrage dat jaarlijks wordt gestort, wordt vastgesteld op 0 %.

3. Uitbreiding mogelijkheid tot studentenarbeid tijdens derde kwartaal 2021

Studenten kunnen jaarlijks 475 uren werken tegen verlaagde sociale bijdragen.

De uren die studenten in het derde kwartaal 2021 zullen presteren, zullen evenwel niet aangerekend worden op dat contingent van 475 uren.

BRON: Wetsontwerp houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, Kamer, DOC 55 2002/001

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid