Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024

Nieuw bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers (Claeys & Engels)

Auteur: Claeys & Engels

De programmawet, die op 31 december gepubliceerd is, voorziet vanaf 1 januari 2022 in een nieuw wettelijk kader voor expats die naar België komen: enerzijds het Bijzonder Belastingstelsel voor Ingekomen Belastingplichtigen (BBIB) en anderzijds het Bijzonder Belastingstelsel voor Ingekomen Onderzoekers (BBIO).

Wie komt in aanmerking voor het nieuwe statuut voor ingekomen belastingplichtigen en voor welke duur?

Het nieuwe expatstatuut wordt opgebouwd rondom twee centrale stelsels: het BBIB en het BBIO.

Om toe te kunnen treden tot het BBIB/BBIO wordt vereist dat de betrokkenen, gedurende 60 maanden voorafgaand aan hun Belgische tewerkstelling:

  • Niet onderworpen waren aan de Belgische personenbelasting/belasting van niet-inwoners; en
  • Niet binnen een straal van 150 km van de Belgische grens hebben gewoond.

Voor het BBIB wordt bijkomend vereist dat men op jaarbasis minstens een brutoloon van 75.000 EUR heeft voor de in België geleverde prestaties, voor aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, rekening houdend met het vast loon, voordelen van alle aard, het vakantiegeld, dertiende maand en eventuele bonussen. Deze bezoldiging omvat echter niet de opzeggingsvergoedingen, de vergoedingen ter compensatie van een tijdelijk verlies van inkomsten, de inkomsten van sociale aard – zoals met name maaltijdcheques en ecocheques – die zijn vrijgesteld op grond van artikel 38 van het WIB, de terugbetalingen van wederkerende kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de terbeschikkingstelling of de tewerkstelling in België (toegekend in het kader van het BBIB en die worden toegevoegd aan het jaarlijks minimum bruto loon van 75.000 EUR), en evenmin andere terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever.

Voor het BBIO geldt geen minimumbezoldigingsvereiste, maar wordt wel vereist dat de betrokkene ofwel over een kwalificerend diploma beschikt, ofwel minstens 10 jaar relevante beroepservaring heeft.

Het BBIB staat open voor bedrijfsleiders. Het BBIO niet.

Zowel het BBIB/BBIO kennen een maximale duur van 5 jaar, eventueel eenmalig te verlengen met 3 jaar.

Er wordt op gewezen dat er in het kader van de twee nieuwe regimes geen nationaliteitsvoorwaarde geldt. Een Belgische werknemer die België gedurende meer dan 60 maanden heeft verlaten, zal dus in aanmerking kunnen komen indien aan de andere voorwaarden is voldaan.

Bovendien hoeft de werkgever of onderneming waar de ingekomen belastingplichtigen of onderzoekers werken niet langer deel uit te maken van een internationale groep. Beide nieuwe regimes kunnen worden toegepast door in België gevestigde vennootschappen, Belgische vestigingen van een buitenlandse vennootschap of VZW’s en IVZW’s zoals bedoeld in artikel 1:6, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Voordelen

De voornaamste voordelen van het BBIB/BBIO zijn drieledig:

  • Een vergoeding van maximaal 30% van de jaarlijkse bruto bezoldiging kan worden toegekend in de vorm van kosten eigen aan de werkgever, maar met een absoluut maximum van 90.000 EUR per jaar. Er zijn geen verantwoordingsstukken nodig om dit bedrag te bewijzen. Dit deel van de bruto bezoldiging wordt niet in aanmerking genomen bij de berekening van de minimaal vereiste bezoldiging;
  • Daarbovenop kan de werkgever, binnen bepaalde grenzen, ook nog tussenkomen in de kosten die veroorzaakt zijn door de verhuis van de expat, de kosten verbonden aan de inrichting van de woning in België en de schoolkosten voor de kinderen van de expat of de partner; en
  • De betrokkene kan de dubbelbelastingverdragen inroepen, aangezien het nieuwe systeem ook van toepassing is binnen de personenbelasting.
Procedure

Om in aanmerking te komen voor het nieuwe BBIB of het BBIO moet de werkgever (of de vennootschap) binnen drie maanden nadat de belastingplichtige in België in dienst is getreden, elektronisch een aanvraag indienen bij de fiscale administratie.

Indien de ingekomen belastingplichtige of onderzoeker besluit zijn fiscale woonplaats niet in België te vestigen, moet bij de aanvraag een attest worden gevoegd waaruit blijkt dat hij als fiscaal inwoner van een andere staat aan de inkomstenbelasting is onderworpen.

De administratie beschikt over een termijn van 3 maanden vanaf de ontvangst van het verzoek om te beslissen en haar beslissing schriftelijk mee te delen aan de belastingplichtige en de werkgever.

In geval van een positieve beslissing, is het bijzonder belastingstelsel van toepassing op de bezoldigingen die de ingekomen belastingplichtige of onderzoeker heeft ontvangen sinds hij in België in dienst is getreden.

Dit regime geldt in beginsel voor een maximumperiode van 5 jaar. Voor ingekomen belastingplichtigen wordt hierbij verondersteld dat blijvend voldaan is aan de voorwaarde van een minimumbezoldiging van 75.000 EUR.

Sociaal zekerheidsrechtelijk perspectief

Het BBIB en BBIO bepalen niets over de sociaal zekerheidsrechtelijke behandeling die moet worden toegepast op de vergoeding van kosten eigen aan de werkgever of de vennootschap in het kader van de twee nieuwe regimes. De minister van Financiën geeft in de memorie van toelichting bij de programmawet aan dat “de sociale zekerheid niet onder zijn bevoegdheid valt en dat hij hierover geen standpunt kan innemen”.

De betrokken partijen kijken dan ook met ongeduld uit naar het standpunt van de RSZ over de Belgische sociaal zekerheidsrechtelijke behandeling van het forfaitaire bedrag van maximaal 30% dat fiscaal als kosten eigen aan de werkgever wordt beschouwd.

Overgangsmaatregelen

Vanaf 1 januari 2022 kan men enkel nog toetreden tot het nieuwe systeem. Personen die dan al het ‘oude’ statuut hebben, kunnen nog gedurende 2 jaar blijven genieten van dit systeem (indien aan de voorwaarden voldaan is), of, ten laatste op 31 juli 2022 – mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan – een aanvraag indienen tot toetreding tot het BBIB/BBIO.

Actiepunt

Vanaf 1 januari 2022 zullen werkgevers voor hun nieuw aangeworven werknemers rekening moeten houden met dit nieuw regime. Werknemers of bedrijfsleiders die momenteel in België zijn en onder de oude regeling vallen, kunnen – onder bepaalde voorwaarden – overstappen naar dit nieuwe regime of nog twee jaar in de oude regeling blijven. Indien een keuze kan worden gemaakt tussen het oude stelsel, dat op 31 december 2023 vervalt, en het nieuwe stelsel voor de resterende 5 of 8 jaar (rekening houdend met de reeds in België doorgebrachte tijd), zal deze keuze moeten worden gemaakt rekening houdend met het feit dat de fictie van de Belgische fiscale niet-verblijfplaats onder het oude stelsel niet langer bestaat en dat ingekomen belastingplichtigen, indien zij aan de voorwaarden van de Belgische fiscale verblijfplaats voldoen, belastbaar zijn op hun wereldwijde inkomsten.

Bron: Claeys & Engels

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid