Privacy, gegevensbescherming
& arbeidsrecht:
een actueel overzicht
Mr. Isabel Plets (Lydian)
Webinar op donderdag 8 mei 2025
Bestuurdersaansprakelijkheid
na 1 januari 2025:
een handleiding voor de bestuurder
Mr. Joris De Vos (advocaat)
Webinar op dinsdag 25 maart 2025
Artificiële intelligentie in het HR-proces:
juridische aandachtspunten
Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme
(Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 7 februari 2025
Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak
Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Werken met (buitenlandse) onderaannemers met focus op de wijzigingen vanaf 1 januari 2025
Mr. Dieter Dejonghe en mr. Veerle Van Keirsbilck
(Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Inwerkingtreding van het boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (Bellaw/SoConsult)
Auteur: Nina Pierens (Bellaw/SoConsult)
Op 1 januari 2025 worden Belgische civilisten niet enkel getrakteerd op een traditioneel glas champagne en een cadeaubon, maar ook op de inwerkingtreding van het boek 6 van het Burgerlijk Wetboek dat werd ingevoerd met de wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ van het Burgerlijk Wetboek.
Vanaf 1 januari 2025 worden op schadegevallen die vanaf die datum ontstaan – ook al vinden zij hun oorsprong in bestaande contractverhoudingen – de nieuwe buitencontractuele aansprakelijkheidsregels van het boek 6 toegepast.
Aangezien artikel 6.3 van het Burgerlijk Wetboek komaf maakt met de “quasi-immuniteit van de hulppersoon” en werknemers in bepaalde gevallen kunnen kwalificeren als hulppersonen, is het nuttig om na te gaan wat de arbeidsrechtelijke implicaties van artikel 6.3 van het Burgerlijk Wetboek zijn voor werkgevers en werknemers die met elkaar zijn verbonden met een arbeidsovereenkomst. Moeten werkgevers tijdens dit laatste kwartaal van het jaar (hun professionele adviseurs) nog naar de tekentafel (sturen) om allerhande bevrijdingsbedingen op te maken? Of is het vooral voor werknemers griezelen?
Met deze Halloween-editie wensen wij de nieuwigheden voor u opnieuw zo behapbaar en overzichtelijk mogelijk te maken. Wie het liefst meteen tot de praktisch bruikbare essentie komt, kan hier een overzichtstabel vinden waarin alle aansprakelijkheidsvorderingen en hun respectieve rechtsgronden in de verhouding ‘werkgever – werknemer – medecontractant van de werkgever – volkomen derde’, van toepassing vanaf 1 januari 2025, worden samengebracht. Daarbij wordt telkens een voorbeeld gegeven, het toepasselijke wetsartikel vermeld, alsook soms een korte commentaar voorzien. Wie liever eerst wat ‘opwarmt’ aan de hand van een illustratie, leest hieronder verder.
Ho ho hoooo … no!
Om het in de eindejaarssfeer te brengen, geven we het voorbeeld van een pakjesdienst. Om haar niet elk jaar te “verrassen” met een cadeaubon, bestelt u op 23 december 2024 nog snel een boek voor grootmoe dat u haar op een belangrijk midwinterfeest dat plaatsvindt op 25 december 2024, wenst te overhandigen. Maar helaas kon een werknemer-koerier van kerstbal.com blijkbaar niet wachten om thuis al wat flessen champagne te openen. De koerier komt op 24 december 2024 geïntoxiceerd op het werk aan, wordt naar huis gestuurd waardoor de planning in de soep loopt, … met als gevolg dat u het pakje niet tijdig ontvangt en u het dus niet kan geven aan grootmoe op 25 december 2024. U lijdt daardoor schade, want grootmoe komt slechts één keer per jaar van Spanje naar België. Omdat u haar het boek zo graag wenste te overhandigen op 25 december 2024, betaalde u aan kerstbal.com nochtans een fikse vergoeding voor ‘express delivery’ en gegarandeerde levering op 24 december 2024.
Het is evident dat u in het voorbeeld uw eigen medecontractant, kerstbal.com, kan aanspreken. Maar genoegdoening bekomen van de werknemer-koerier die in het voorbeeld een hulppersoon is van uw medecontractant en die ten aanzien van u een buitencontractuele fout beging die bij u schade veroorzaakte, wordt verhinderd door de “quasi-immuniteit van de hulppersoon”. Op 24 december 2024, ogenblik van het schadeverwekkend feit, is die jurisprudentiële leer immers nog van toepassing: de medecontractant van de werkgever kan een werknemer-hulppersoon niet rechtstreeks aanspreken.
Ho ho hoooo … yes?
In hetzelfde voorbeeld, is het inmiddels Nieuwjaar en behoort het tot de goede voornemens van de werknemer-koerier om de opgelopen achterstand in te halen. U bent op uw beurt inmiddels met kerstbal.com overeengekomen dat het pakje ten laatste op 5 januari 2025 zal worden geleverd zodat u het op Epifanie kan schenken aan één van uw drie neven. Maar helaas is de werknemer-koerier té ijverig en maakt hij voor de eerste week van het nieuwe jaar een volkomen onrealistisch rittenschema op dat is gedoemd om te mislukken. Eens de werknemer-koerier op 5 januari 2025 beseft dat hij onmogelijk zijn rittenschema kan afwerken, wordt hij zenuwachtig. In die zenuwachtige toestand, claxonneert hij drie keer naar een vrachtwagenchauffeur die niet snel genoeg merkt dat het licht al op groen is gesprongen. Omstaanders zien hoe de vrachtwagenchauffeur uitstapt en er een lange discussie ontstaat tussen de twee chauffeurs. U raadt het al… : door een fout van de werknemer-koerier raakt uw pakje alweer niet tijdig op zijn bestemming.
Het is opnieuw evident dat u in het voorbeeld uw eigen medecontractant, kerstbal.com, kan aanspreken. Maar rechtstreeks genoegdoening bekomen van de werknemer-koerier die in het voorbeeld een hulppersoon is van uw medecontractant en die zowel een contractuele (ten aanzien van zijn werkgever) als een buitencontractuele fout beging (ten aanzien van u), is in dit voorbeeld nog steeds niet mogelijk. Immers, de weg om de werknemer-koerier rechtstreeks aan te spreken is misschien vrijgemaakt door de afschaffing van de “quasi-immuniteit van de hulppersoon”, maar de werknemer kan wel nog steeds genieten van een andere quasi-immuniteit: artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet blijft hem beschermen tegen aansprakelijkheid voor slechts een lichte, occasionele fout (artikel 6.2 van het Burgerlijk Wetboek).
Van oud naar nieuw met een (quasi-) gerust hart
Gelet op de quasi-immuniteit van de werknemer op grond van artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet, hoeft u zich dus noch als werkgever noch als werknemer ernstige zorgen te maken om op 31 december 2024 van oud (BW) naar nieuw (BW) te gaan. In de praktijk zal er immers niet zoveel veranderen. Waarom zou een medecontractant van een werkgever een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering instellen tegen een werknemer van laatstgenoemde als dat enkel maar in een beperkt aantal gevallen kan (zware fout, bedrog of gewoonlijk lichte fout), en hij een veel ruimere vorderingsmogelijkheid heeft ten aanzien van zijn medecontractant, de werkgever?
Willen ongeruste werkgevers hun werknemers vanaf 1 januari 2025 toch ook beschermen tegen buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen van hun medecontractanten in het geval van zware fout en herhaalde lichte fout [1], dan kunnen die werkgevers zelfs nog vóór de jaarwissel al terug van nieuw (BW) naar oud (BW) door middel van een contractuele afspraak met hun klanten. Een bevrijdingsbeding in het hoofdcontract tussen de werkgever en de klant, waarin wordt bedongen dat de klant de werknemers niet kan aanspreken – met uitzondering van de gevallen waarin sprake is van een aantasting van de fysieke en/of psychische integriteit van de klant of waarin de werknemer een fout heeft begaan met het opzet schade te veroorzaken (bedrog) –verhindert dat werknemers persoonlijk door de klant kunnen worden aangesproken. Werkgevers die het niet doenbaar achten om een en ander (op korte termijn) door te voeren in de (bestaande) contracten met hun klanten, kunnen kiezen voor een nog eenvoudigere oplossing: ook door middel van een bevrijdingsbeding in de arbeidsovereenkomsten met hun werknemers, kunnen werkgevers verhinderen dat klanten hun werknemers buitencontractueel kunnen aanspreken voor een zware fout of herhaalde lichte fout, andere dan bedrog en fouten die een aantasting van de fysieke of psychische integriteit betekenen.
In zo’n bevrijdingsbeding verzaakt de werkgever uitdrukkelijk ten aanzien van zijn werknemers aan elk buitencontractueel vorderingsrecht op grond van artikel 6.3, § 1 van het Burgerlijk Wetboek, en verduidelijkt dat die afstand zijn werknemers meteen ook bevrijdt van het buitencontractueel vorderingsrecht waarover zijn contractpartij met toepassing van artikel 6.3, § 2, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van zijn werknemers zou beschikken. Sommigen zijn van mening dat de hierboven genoemde bevrijding in strijd zou zijn met de relativiteit van de overeenkomsten, maar de wet bepaalt uitdrukkelijk dat werknemers-hulppersonen het bevrijdingsbeding dat zij kunnen inroepen ten aanzien van hun werkgever, ook kunnen inroepen tegen klanten van hun werkgever (artikel 6.3, § 2, derde lid van het Burgerlijk Wetboek). Dat bevrijdingsbeding verhindert ook dat een werkgever zijn werknemers zelf nog buitencontractueel kan aanspreken, maar doet natuurlijk geen afbreuk aan zijn contractueel vorderingsrecht tegen laatstgenoemden. En klanten worden niet helemaal van aansprakelijkheidsvorderingen gedepriveerd: een contractuele aansprakelijkheidsvordering ten aanzien van hun medecontractant blijft mogelijk en een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering ten aanzien van de hulppersoon blijft mogelijk in het geval de fout van laatstgenoemde een aantasting van de fysieke of psychische integriteit betekent en/of is begaan met het opzet schade te veroorzaken.
Ook werkgevers (en hun werknemers) die het zekere voor het onzekere willen nemen, kunnen dus met een gerust hart het nieuwe jaar in. Zij beginnen het best nog rond Halloween met de opmaak van het gewenste bevrijdingsbeding.
[1] Niet bedrog of opzet.
Bron: Bellaw/SoConsult
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Verzekeringen & Aansprakelijkheid