Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Het Hof van Cassatie verduidelijkt het begrip dringende reden – De schade die de werkgever geleden heeft, kan een rol spelen bij de beoordeling van de ernst van de fout (Claeys & Engels)

Auteur: Claeys & Engels

In een arrest van 6 februari 2023 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat de rechter bij de beoordeling van een dringende reden niet zomaar mag weigeren om de door de werkgever geleden schade te betrekken bij de beoordeling van de ernst van de tekortkoming.

De wet bepaalt dat onder dringende reden wordt begrepen: de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. Dit is met andere woorden de welgekende “zware fout” of “ernstige tekortkoming”. Bij betwisting is het de rechter die moet oordelen of de aangevoerde tekortkoming(en) al dan niet voldoende zwaarwichtig is (zijn) om de professionele samenwerking tussen werkgever en werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk te maken.

Het is vaststaande rechtspraak dat bij deze beoordeling rekening moet gehouden worden met alle concrete omstandigheden. Een case-by-case beoordeling is dus steeds vereist.

In de zaak die aanleiding heeft gegeven tot het arrest van het Hof van Cassatie ging het om een werkneemster die ontslagen werd om dringende reden omdat zij had nagelaten om een btw-aangifte tijdig in te dienen; haar leidinggevende vervolgens niet op de hoogte had gebracht van de daaruit voortvloeiende boete; zij niet het nodige had gedaan om de ambtshalve aanslag te betwisten; geen provisie had aangelegd conform de interne regels, enz. De werkgever benadrukte dat hij door deze feiten meer dan 70.000 EUR moest ophoesten en dus aanzienlijke schade had geleden.

Het arbeidshof was vooreerst van mening dat de werkgever de verweten fouten wel degelijk kon aantonen. Opmerkelijk was echter dat het hof vervolgens stelde dat, hoewel de werkgever ook kon bewijzen dat hij aanzienlijke schade had geleden als gevolg van deze fouten, deze schade per definitie irrelevant zou zijn voor de beoordeling van de ernst van de feiten. Het arbeidshof besloot dat de verweten fouten de professionele samenwerking niet onmiddellijk en definitief onmogelijk maakten en aanvaardde de dringende reden dus niet. 

Het Hof van Cassatie ging niet akkoord met de uitspraak van het Arbeidshof. Hoewel de beoordeling van een dringende reden hoe dan ook een feitenkwestie is, heeft het Hof van Cassatie in het arrest van 6 februari 2023 een aantal principes in herinnering gebracht en verduidelijkt:

Vooreerst herhaalt het Hof van Cassatie dat het feit dat het ontslag om dringende reden rechtvaardigt, de tekortkoming betreft, rekening houdend ook met alle omstandigheden die daarvan een dringende reden kunnen maken. Nieuw is dat het Hof van Cassatie verder expliciet zegt dat de eventuele schade die de fout heeft veroorzaakt aan de werkgever, een dergelijke omstandigheid kan uitmaken die in rekening gebracht moet worden bij de beoordeling van de ernst van de tekortkoming. De (omvang van) de schade kan dus eventueel een rol spelen bij de beoordeling van vraag of de fout al dan niet voldoende ernstig is om een ontslag om dringende reden te rechtvaardigen.

Het Hof van Cassatie benadrukt dat voor de beoordeling van een dringende reden:

  • de wet als dusdanig niet vereist dat de werkgever schade heeft geleden door de ernstige tekortkoming die de werknemer verweten wordt;
  • anderzijds niets belet dat de rechter bij de beoordeling van de tekortkoming wel nagaat of de werkgever hierdoor schade heeft geleden.
Aandachtspunt

Dit arrest maakt duidelijk dat de schade die de werkgever lijdt ten gevolge van een fout van een werknemer, een rol kan spelen bij de beoordeling van de ernst van die fout.

Deze uitspraak betekent niet dat een fout die grote schade heeft veroorzaakt, steeds een ontslag om dringende reden zal verantwoorden. Omgekeerd is het ook niet zo dat een ontslag om dringende reden per definitie onterecht zou zijn, louter omdat de werkgever geen nadeel zou lijden door de fout van de werknemer.

De centrale vraag blijft of de tekortkoming zodanig ernstig is dat de professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk is geworden, rekening houdend met alle concrete omstandigheden en dus desgevallend ook met (de omvang van) de schade. Een beoordeling geval per geval blijft noodzakelijk.

Bron: Claeys & Engels

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid