Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Geheime camerabewaking op de werkvloer, mag dat? Een recente uitspraak van het EHRM (Schoups)

AuteurSara Mannaerts (Schoups) 

Publicatiedatum: 11/12/2019

In een recent arrest van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mensen, oordeelde het Hof dat geheime camerabewaking op de werkplaats, althans met het oog op het vaststellen van diefstal door werknemers, niet in strijd is met het recht op privacy (art. 8 EVRM).

De zaak Lopéz Ribalda/ Spain

De zaak in kwestie gaat over enkele werknemers die werkten in een Spaanse supermarkt. Hun werkgever had ernstige vermoedens van diefstal en installeerde daarom een aantal bewakingscamera’s nabij de kassa’s en de uitgang van de winkel. Hij informeerde zijn werknemers over deze (zichtbare) camera’s, maar verzweeg daarbij dat er eveneens enkele geheime camera’s werden geplaatst. Op basis van deze camerabeelden konden uiteindelijk een aantal werknemers worden betrapt op diefstal.

Omwille van deze feiten werden in totaal 14 medewerkers ontslagen. Vijf van deze werknemers  stapten naar de rechtbank, omdat zij van mening waren dat hun recht op privacy was geschonden en dat zij hierdoor onterecht waren ontslagen. De Spaanse rechtbanken gaven hen echter geen gelijk, waarna zij de zaak aanhangig maakten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

In het arrest van 9 januari 2018 werd in eerste instantie door (de Derde kamer van) het Hof geoordeeld dat het recht op privacy van de werknemers inderdaad was geschonden, onder meer doordat zij niet naar behoren waren geïnformeerd. Ook vond het Hof het belang van de werkgever om zijn eigendom te bescherming niet evenredig met het recht op privacy van de betrokken werknemers. De Spaanse regering verzocht daarom om verwijzing van de zaak naar de Grote kamer van het Hof.

In zijn arrest van 17 oktober 2019, gaf het de Grote kamer van het Hof alsnog de werkgever en de Spaanse regering gelijk. Het Hof oordeelde onder meer dat de geheime camerabewaking voldoende beperkt was in tijd en ruimte. De camera’s werden immers enkel gericht naar de kassa’s en de uitgang van de supermarkt, en waren bovendien niet langer dan noodzakelijk geïnstalleerd om de diefstallen vast te stellen. Ook vond het Hof dat de redelijke privacy verwachting van de betrokken werknemers hier aanzienlijk lager lag dan het geval zou bij camerabewaking in bijvoorbeeld kleedkamers of toiletten, aangezien de camera’s op een voor het publiek toegankelijke plaats waren geïnstalleerd.

Het Hof bevestigde wél dat de werkgever inderdaad een informatieverplichting had ten aanzien van de werknemers, ook wat betreft de geheime camerabewaking. Maar volgens het Hof moet deze informatieverplichting maar als één van de criteria worden aanzien, en werd hier dan ook niet als doorslaggevend beschouwd. Ook de authenticiteit van de beelden kon niet in twijfel worden getrokken, onder meer doordat zij werden aangevuld met verscheidene andere bewijzen (zoals de getuigenissen van ander personeel).

Geheime camerabewaking naar Belgisch recht

In de Belgische Camerawet worden geheime camera’s uitdrukkelijk verboden. In de CAO nr. 68 betreffende de camerabewaking van werknemers daarentegen, is een dergelijk verbod niet uitdrukkelijk opgenomen, maar kan het wel worden afgeleid uit de strenge informatieverplichtingen die gelden ten aanzien van werknemers. Principieel kunnen we dus stellen dat geheime camerabewaking naar Belgische wetgeving niet is toegelaten.

Dit principe werd echter reeds in verscheidende rechtspraak genuanceerd. Zo oordeelde ook het Belgische Hof van Cassatie dat het recht op privacy geen absoluut recht is en dat de installatie van geheime camerabewaking toch mogelijk moet kunnen zijn, indien een werkgever rechtmatige vermoedens heeft dat een werknemer betrokken is bij misdrijven die aan de werkgever schade kunnen toebrengen. Het nieuwe arrest van het EHRM bevestigt dit.

Ook in België kunnen geheimen camerabeelden op de werkvloer dus mogelijk aanvaard worden. Zoals het Hof terecht heeft opgemerkt, is het daarbij wel steeds aangewezen om werknemers te informeren over de mogelijkheid van geheime camerabewaking.

Lees hier het originele artikel