HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Een zware fout die leidt tot werknemers-aansprakelijkheid moet niet noodzakelijk een dringende reden zijn (Younity)

Auteur: Jannes Vanovervelt (Younity)

Een werknemer die zijn werkgever of derden schade berokkent kan in het kader van artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet enkel aansprakelijk zijn voor deze schade wanneer er sprake is van bedrog, een zware fout of een lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.

Hoewel de term ‘zware fout’ ook gebruikt wordt in het kader van een ontslag om dringende reden, zijn deze begrippen niet identiek.

Dit werd nogmaals bevestigd door het arbeidshof Antwerpen (afdeling Hasselt) in een arrest van 9 november 2022: in casu had een werknemer van een taxibedrijf een ongeval met zijn taxi waarbij hij vier everzwijnen aanreed en de wagen aanzienlijk beschadigd werd. Hoewel de werknemer verklaarde dat hij het ongeval niet had kunnen vermijden en niet sneller reed dan de maximumsnelheid van 70 km/uur, kon de werkgever – op  basis van het track & trace systeem en een filmpje van de dashcam – bewijzen dat de werknemer op het ogenblik van het ongeval meer dan 130 km/uur reed.

De werkgever meende daarom dat de werknemer een zware fout had begaan en stelde de werknemer in gebreke om de schade terug te betalen. In deze ingebrekestelling gaf de werkgever eveneens aan dat deze feiten (inclusief het liegen over de snelheid) een ontslag om dringende reden zouden kunnen verantwoorden, maar ging niet effectief over tot een ontslag.

Het arbeidshof Antwerpen, afdeling Hasselt volgde de werkgever en oordeelde dat de werknemer inderdaad een zware fout in de zin van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet beging, zelfs als de werknemer het feit en de schadelijke gevolgen ervan niet wilde veroorzaken.

Het rijgedrag van de werknemer – en meer specifiek de « buitensporig overdreven snelheid » – konden volgens het arbeidshof op zich al beschouwd worden als een zware fout, maar des te meer aangezien de werknemer een professionele chauffeur was en zijn taak erin bestond om passagiers te vervoeren.

Ook het feit dat de werknemer na deze zware fout niet om dringende reden werd ontslagen, doet volgens het Arbeidshof geen afbreuk aan het feit dat er sprake kan zijn van een zware fout in het kader van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet. Het begrip ‘zware fout’ is immers niet identiek aan het begrip dringende reden, namelijk een zware fout, “die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt”. Omgekeerd is een zware fout in het kader van een dringende reden evenmin automatisch een zware fout die tot burgerrechtelijke aansprakelijkheid leidt in hoofde van de werknemer…

De werknemer werd dan ook veroordeeld tot het terugbetalen van de herstellingskosten aan de wagen alsook tot een schadevergoeding voor genotsderving (voor de duur van de periode dat de wagen niet gebruikt kon worden wegens herstellingen).

Arbh. Antwerpen 9 november 2022, 2022/AH/19, onuitg.

Bron: Younity

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid