Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

CAO nr. 148 maakt economische werkloosheid bedienden eenvoudiger (SoConsult/Bellaw)

Auteur: Ann Taghon (SoConsult/Bellaw)

Publicatiedatum: oktober 2020

Nog altijd worden vele werkgevers door de coronaviruscrisis geconfronteerd met een terugval van hun activiteiten. Daarom werd deze maand in de Nationale Arbeidsraad de CAO nr. 148 gesloten. Door die cao kunnen werkgevers eenvoudiger en sneller tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen invoeren voor hun bedienden. 

De CAO nr. 148 is de opvolger van de CAO nr. 147 die in het begin van de coronaviruscrisis werd gesloten en van toepassing was van 18 maart 2020 tot 30 juni 2020. De betekenis van de CAO nr. 147 bleef beperkt omdat werkgevers met het regime van tijdelijke werkloosheid overmacht corona op een nog soepelere wijze de arbeidsprestaties van hun werknemers tijdelijk volledig konden schorsen of verminderen (zie SoCompact nr. 14-2020). 

1. Welke mogelijkheden bestaan op dit ogenblik voor een werkgever die een regeling voor tijdelijke werkloosheid wil invoeren? 

Voor werkgevers met een gebrek aan werk door de coronaviruscrisis bestaan op dit ogenblik verschillende mogelijkheden om een regeling voor tijdelijke werkloosheid in te voeren. 

Een eerste mogelijkheid bestaat erin toepassing te maken van het vereenvoudigd regime van tijdelijke werkloosheid overmacht-corona. Dat kan voorlopig nog tot 31 december 2020. 

Maar let op, sinds 1 september 2020 bestaat dit vereenvoudigd regime enkel nog voor de ‘uitzonderlijk hard getroffen’ sectoren en ondernemingen (zie SoCompact nr. 38-2020). 

Een tweede mogelijkheid is dat de werkgever een beroep doet op de ‘algemene regeling’ van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken die is bepaald in de Arbeidsovereenkomstenwet. De voorwaarden voor het instellen van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken zijn verschillend voor werklieden en bedienden. 

Voor de werklieden moet er een gebrek aan werk zijn wegens economische oorzaken. Het is de werkgever die beslist of de omstandigheden die zich voordoen in zijn onderneming daaraan beantwoorden. 

Voor de bedienden is de regeling beperkt tot de ondernemingen in moeilijkheden. Er is uitdrukkelijk in de wet bepaald wat daaronder wordt verstaan (zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2019-2020nr. 3977 en 3978). Bovendien moet het gebruik van de tijdelijke werkloosheid voorzien zijn in een sectorale cao, een ondernemings-cao of ondernemingsplan.

Ten slotte is er nog een derde mogelijkheid die is bepaald in het ‘corona KB nr. 46’. Die overgangsregeling bevat een aantal versoepelingen van de ‘algemene regeling’ van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken bepaald in de Arbeidsovereenkomstenwet. De overgangsregeling is van toepassing op de werkgever die niet meer in de voorwaarden verkeert om zich te beroepen op de tijdelijke werkloosheid overmacht-corona. Een van de versoepelingen is de toekenning van een bijkomend krediet van 8 weken tijdelijke werk-loosheid wegens economische oorzaken. 

De overgangsregeling geldt zowel voor werklieden als voor bedienden. Voor de bedienden moet er net zoals in de ‘algemene regeling’ een sectorale cao, een ondernemings-cao of ondernemingsplan voorhanden zijn. Volgens de huidige stand van zaken kan op de overgangsregeling nog tot 31 december 2020 een beroep worden gedaan. 

2. Door CAO nr. 148 is een cao of ondernemingsplan niet meer noodzakelijk 

De werkgever die geen beroep meer kan doen op de tijdelijke werkloosheid overmacht-corona en die een regeling van tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor bedienden wil instellen, kan dat dus maar doen als dat is voorzien in een sectorale cao, een ondernemings-cao of ondernemingsplan. Dat geldt zowel voor de ‘algemene regeling’ als voor de overgangsregeling 

Het sluiten van een cao of het opstellen van een ondernemingsplan vergt tijd en dat kan een rem vormen om de tijdelijke werkloosheid voor bedienden in te voeren. Om te voorkomen dat werkgevers die worden geconfronteerd met een gebrek aan werk door de coronaviruscrisis zouden overgaan tot ontslagen in de plaats van het instellen van een regeling van tijdelijke werkloosheid, hebben de sociale partners de CAO nr. 148 gesloten. 

De CAO nr. 148 ‘vervangt’ de vereiste cao of het vereiste ondernemingsplan zodat de werkgever niet meer moet wachten tot een cao is gesloten of een ondernemingsplan is opgesteld. De werkgever die een beroep doet op de CAO nr. 148 kan het type regeling van tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor bedienen kiezen: hetzij de ‘algemene regeling’, hetzij de overgangsregeling. 

De CAO nr. 148 heeft een aanvullend karakter. Bestaande cao’s en ondernemingsplannen blijven gelden. En de sectoren en de ondernemingen behouden de mogelijkheid om eigen overeenkomsten of ondernemingsplannen uit te werken volgens de in de Arbeidsovereenkomstenwet bepaalde regels. 

De CAO nr. 148 geldt van 1 juli 2020 tot 31 december 2021. De begin- en einddatum van de tijdelijke werkloosheid door economische oorzaken moet in die periode vallen. 

3. Supplement ten laste van de werkgever 

De werknemer die onderworpen is aan een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, ontvangt een werkloosheidsuitkering als hij voldoet aan de voorwaarden daartoe. De werkgever moet per dag werkloosheid een supplement betalen op de werkloosheidsuitkering. 

Voor de bedienden moet het bedrag van dat supplement worden vastgesteld in de cao of in het ondernemingsplan op basis waarvan de tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken wordt toegepast. Het supplement moet minimum een bepaalde waarde hebben. 

Wanneer de tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken wordt ingesteld met toepassing van de CAO nr. 148 is het bedrag van het supplement bepaald op 5,63 euro per dag. 

Het supplement moet bovendien minstens gelijk zijn aan het supplement dat de werklieden van de werkgever ontvangen. Als de werkgever geen werklieden tewerkstelt, moet het supplement minstens gelijk zijn aan het supplement dat is voorzien door het paritair comité waaronder de werkgever zou vallen indien hij werklieden zou tewerkstellen. 

BRON: CAO nr. 148 van 7 oktober 2020, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vaststelling van een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken voor bedienden als gevolg van de coronavirus-crisis

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid