HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Arbeidshof veroordeelt opnieuw discriminatie op grond van geslachtsverandering (Younity)

Auteur: Cédric Bruyninckx (Younity)

Publicatiedatum: 14/09/2020

Het Arbeidshof te Brussel heeft op 6 september 2019 opnieuw een arrest geveld waarin het de uitsluiting van medische kosten en arbeidsongeschiktheid ingevolge de behandeling van genderdysforie toetst aan het verbod op discriminatie bepaald in de genderwet[1].

In deze zaak was bij de betrokken vrouw, die werd geboren als man, genderdysforie vastgesteld. Genderdysforie is de officiële medische aanduiding voor het niet overeenkomen van geboortegeslacht met het ervaren geslacht. In 2015 heeft zij een geslachtsveranderende ingreep ondergaan, waardoor ze gedurende enkele maanden arbeidsongeschikt was.

In het kader van haar tewerkstelling was de vrouw aangesloten bij een hospitalisatieverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Beide polissen definiëren ziekte als “elke verslechtering van de gezondheid van de verzekerde, die niet te wijten is aan een ongeval en die objectieve symptomen vertoont die een diagnose alsook de geschikte therapeutische behandeling volgens erkende medische standaarden toelaten”. In tegenstelling tot wat de verzekeraar beweerde, is het Hof van oordeel dat de betrokken vrouw afdoende heeft bewezen dat zij aan genderdysforie leed, dat dit een ziekte is in de zin van de verzekeringspolissen en dat een medische geslachtsaanpassing voor haar de geschikte therapeutische behandeling was.

Vervolgens herhaalt het Hof dat de situatie van de betrokken vrouw moet worden vergeleken met de toepassing door de verzekeraar van de polisdekking ten aanzien van iemand die geen transgender is, aangezien de wet discriminatie op grond van geslachtsverandering gelijkstelt met discriminatie op grond van geslacht.

In plaats van een andersluidende medische beoordeling aan te voeren, beroept de verzekeraar zich op haar dekkingsvrijheid om de toepassing van de polis af te wijzen. Omdat de verzekeraar de medische attesten voorgelegd door de betrokken vrouw betwist zonder objectieve diagnose, is het Hof van oordeel dat er voldoende sterke en pertinente feiten aanwezig zijn om een discriminatie op grond van geslachtsverandering te doen vermoeden.

[1] Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, BS 30 mei 2007.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid