Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Als ik nog geen vijf minuten tijd heb… (SoConsult/Bellaw)

Auteur: Willy van Eeckhoutte (SoConsult/Bellaw)  

Is een rustpauze arbeidstijd? Natuurlijk niet, zullen de meesten als antwoord geven.

Het juiste antwoord is (zoals zo vaak het geval is): het hangt ervan af. Staat de werknemer tijdens de rustpauze ter beschikking van de werkgever, dan is de duur van de pauze arbeidstijd. De wet definieert arbeidstijd inderdaad als “de tijd gedurende welke het personeel ter beschikking is van de werkgever”.

Wanneer staat een werknemer ter beschikking van de werkgever? Het simpele, maar correcte antwoord is, wanneer hij niet zelf over zijn tijd kan beschikken, maar de werkgever daarover beschikkingsrecht heeft (zie hierover ook Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2020-2021, nr. 1619).

Het hieronder nader aangewezen arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie geeft hetzelfde antwoord met betrekking tot het begrip arbeidstijd van de Arbeidstijdrichtlijn, waaraan de interpretatie van de Belgische wet conform moet zijn. Het Hof geeft echter een veel omslachtiger, maar dan ook meer genuanceerd antwoord op de vraag wanneer een aan de werknemer tijdens zijn dagelijkse arbeidstijd toegestane pauze arbeidstijd is. Dat is het geval, zegt het Hof, wanneer uit een algehele beoordeling van alle relevante omstandigheden blijkt dat de beperkingen die aan de werknemer worden opgelegd tijdens die pauze, van dien aard zijn dat zij

(1) objectief gesproken
(2) en in zeer aanzienlijke mate
(3) gevolgen hebben voor zijn mogelijkheden om de tijd waarin geen beroepswerkzaamheden van hem worden verlangd, vrijelijk in te vullen en aan zijn eigen interesses te besteden.

De (weeral Oost-Europese, deze keer een Tsjechische) zaak waarin het Hof uitspraak deed, betrof (weeral) een brandweerman, deze keer van een privébedrijf, in wiens dagelijkse planning twee maaltijd- en rustpauzes van elk dertig minuten waren opgenomen, waarin hij naar de personeelskantine kon gaan die op 200 meter van zijn werkplek was gelegen. Voorwaarde was wel dat hij een zender droeg die hem indien nodig waarschuwde dat het interventievoertuig hem binnen twee minuten voor de personeelskantine zou komen ophalen. Die pauzes werden niet als arbeidstijd in aanmerking genomen en niet vergoed, tenzij als zij werden onderbroken door een interventieoproep.

In zijn overwegingen onderstreept het Hof dat de onvoorspelbaarheid van de mogelijke onderbrekingen van de pauze een bijkomend beperkend effect kunnen hebben op de mogelijkheid waarover de betrokken werknemer beschikt om die tijd vrijelijk te beheren. De daaruit voortvloeiende onzekerheid kan tot gevolg hebben dat die werknemer in een permanente staat van paraatheid verkeert.

Vindt iemand het arrest verbazingwekkend?

HvJ 9 september 2021, C-107/19, Dopravni.

Bron: SoConsult/Bellaw

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid