Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Als er een derde in het spel is (Bellaw/SoConsult)

Auteur: Willy van Eeckhoutte (Bellaw/SoConsult)

Een financieringsbedrijf dat deel uitmaakt van een groep waartoe ook een autofabrikant (Peugeot Citroën) behoort, slijt zijn financierings-, leasing-, verhuur- en verzekeringsproducten aan de kopers van auto’s via de verkopers van de concessiehouders van de fabrikant. Als incentive ontvangen die verkopers ofwel “kilometers” die zij kunnen opsparen en omzetten in geschenken die zij mogen kiezen uit een catalogus, ofwel commissies in geld.

U kunt het sociaalrechtelijk aspect al vermoeden: de RSZ beschouwt die voordelen als loon en vordert daarop socialezekerheidsbijdragen.

Vermeldenswaard zijn twee onderdelen van het cassatiearrest van 14 maart 2022 waarmee de door de RSZ ingeleide rechtszaak wordt afgesloten door verwerping van het cassatieberoep van het financieringsbedrijf tegen het arrest van het arbeidshof dat het veroordeelt tot betaling van de gevorderde socialezekerheidsbijdragen.

1. Het financieringsbedrijf voerde in eerste instantie aan dat niet was vastgesteld dat de verkopers van de concessiehouders op grond van hun arbeidsovereenkomst verplicht waren zijn financiële producten en diensten te verkopen. Het enkele feit dat zij dat uitsluitend tijdens de arbeidsduur en op de arbeidsplaats deden, volstaat volgens het financieringsbedrijf niet om de vergoeding die het voor die verkopen aan de werknemers van de concessiehouders toekende, als loon aan te merken.

Het Hof van Cassatie verwerpt dat middel als feitelijke grondslag missend. Uit de vaststellingen van het arbeidshof dat de financiële producten werden verkocht ter gelegenheid van de verkoop van een auto en omwille van en ter gelegenheid van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tussen de verkoper en de concessiehouder, blijkt dat de bijkomende prestaties die de verkoop van financiële producten uitmaakt, een uitvoering van de arbeidsovereenkomst zijn.

Het is m.a.w. van geen belang dat de werknemers niet op grond van hun arbeidsovereenkomst verplicht waren de diensten en producten van het financieringsbedrijf te verkopen. Dat het om een (niet-verplichte) uitvoering van de arbeidsovereenkomst gaat, volstaat.

2. Wanneer, zoals in dit geval, een derde (het financieringsbedrijf is niet de werkgever van de verkopers, die in dienst zijn van de concessiehouders) een gedeelte van het loon betaalt, treedt hij op grond van artikel 36 van het Uitvoeringsbesluit RSZ-wet in de plaats van de werkgever voor alle verplichtingen die met betrekking tot dat loon op deze laatste rusten. De derde moet dus, hoewel hij niet de werkgever is, de desbetreffende aangifte doen en socialezekerheidsbijdragen betalen.

De derde wordt van die verplichtingen alleen ontlast als hij aan de werkgever alle informatie heeft gegeven die nodig is om deze laatste in de mogelijkheid te plaatsen tijdig de aangifte te doen en hij de werkgever het bedrag meedeelt van de werknemersbijdragen die hij heeft ingehouden en dat zodra hij die inhoudingen heeft verricht, aldus nog het voormelde artikel 36 (zie Sociaal Compendium Socialezekerheidsrecht 2021-2022, nr. 529).

Op grond van de wettelijke bewijslastregeling is het de derde die moet bewijzen dat aan die voorwaarden is voldaan, zo voegt het Hof van Cassatie daaraan toe in het arrest van 14 maart 2022. Daarmee verwerpt het Hof het middel van het financieringsbedrijf dat aanvoerde dat het de RSZ is die, als eiser van de bijdragen, moet bewijzen dat aan alle voorwaarden is voldaan om de derde aan te spreken en dus ook dat de derde de informatie die hem vrijstelt, niet aan de werkgever heeft verstrekt.

Cass. 14 maart 2022, S.21.000.6.F

Bron: Bellaw/SoConsult

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid