De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en

mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Marketingrecht: juridisch anticiperen
op de razendsnelle evoluties

Mr. Tom Heremans (CMS)

Webinar op donderdag 14 november 2024


Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules

Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)

Webinar op donderdag 13 februari 2025

Misleidende marketingpraktijken: wetsvoorstel wil strijd aanbinden met krimpflatie (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Het op 23 september 2024 ingediend wetsvoorstel beoogt de strijd aan te binden met krimpflatie en andere marketingpraktijken die de consument misleiden. Krimpflatie is de situatie waarbij een fabrikant de hoeveelheid van een voorverpakt goed met een vooraf bepaalde hoeveelheid vermindert en daarbij de oorspronkelijke prijs behoudt of verhoogt zonder de consument te wijzen op de inhoudsvermindering.

Zoals de Raad van State in het verleden in herinnering heeft gebracht, worden de oneerlijke handelspraktijken volledig geharmoniseerd door Richtlijn 2005/29/EG8, zodat lidstaten geen strengere regels ter zake mogen instellen. Bijgevolg kunnen slechts de handelspraktijken worden verboden die kaderen binnen die richtlijn. Vastgesteld moet worden dat krimpflatie niet wordt vermeld in de in bijlage I van de richtlijn opgenomen lijst met misleidende handelspraktijken die van rechtswege altijd als misleidend worden beschouwd. Zoals de Raad van State eerder al heeft opgemerkt, sluit zulks niet uit dat een praktijk toch als misleidend kan worden gekwalificeerd indien aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 van de richtlijn is voldaan; in dat geval is een “specifieke analyse” vereist om de oneerlijke aard van de praktijk vast te stellen.

Volgens de indieners, die het Parlement ertoe willen aansporen krimpflatie als een oneerlijke handelspraktijk te beschouwen, kan worden aangevoerd dat krimpflatie beantwoordt aan de definitie van “misleidende handeling” zoals nader omschreven in artikel 6, eerste lid, b), van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Het gaat immers om een praktijk die, door de algemene presentatie ervan, zelfs als de informatie feitelijk correct is, de gemiddelde consument op enigerlei wijze bedriegt of kan bedriegen ten aanzien van een hoofdkenmerk van het product (namelijk de hoeveelheid) en die de consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. In het geval waar het hier over gaat, wordt of kan de gemiddelde consument (die een bepaalde verpakking gewend is) inderdaad worden bedrogen wat betreft de producthoeveelheid (die zonder uitdrukkelijke kennisgeving aan de consument is verminderd), ook al is de informatie (de nettohoeveelheid en de prijs per meeteenheid) feitelijk correct. Ook kan het argument worden aangevoegd dat krimpflatie beantwoordt aan de definitie van misleidende omissie, zoals opgenomen in artikel 7, eerste lid, van de voormelde richtlijn.

Op basis van die argumenten kan worden aangenomen dat krimpflatie – gesteld dat het een gewoonlijk te koop aangeboden product betreft en de consument niet over de hoeveelheidsvermindering wordt ingelicht – een misleidende handeling in de zin van artikel 6, eerste lid, b), van de richtlijn of een misleidende omissie in de zin van artikel 7, eerste lid, van de richtlijn uitmaakt. Aangezien de artikelen 6 en 7 van de richtlijn zijn omgezet in de artikelen VI.97 en VI.99 van het Wetboek van economisch recht, zou die praktijk, wanneer aan voormelde voorwaarden is voldaan, nu al kunnen worden gekwalificeerd als misleidend. Dat neemt niet weg dat de rechtszekerheid en de duidelijkheid in het rechtsverkeer erbij zouden winnen mocht krimpflatie in de wet uitdrukkelijk worden gerekend tot de misleidende handelspraktijken.

Lees hier de volledige fiche van het wetsvoorstel

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument

Boeken in de kijker: