Vennootschapsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Joris De Vos en mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op donderdag 21 november 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Vergeet uw juridische constructie niet aan te geven: aandeelhouders van Belgische vennootschappen vallen (ongewild) onder de kaaimantaks (Eubelius)

Auteurs: Wouter Claes, Kelly Moens en Elise Reynders (Eubelius)

Natuurlijke personen die investeren via een normaal belaste vennootschap dienden zich tot voor kort geen zorgen te maken over de kaaimantaks. In onze eerdere kwartaalupdate wezen we er evenwel al op dat het tussenschuiven van een normaal belaste vennootschap sinds 1 januari 2024 niet meer volstaat om aan de kaaimantaks te ontsnappen. Natuurlijke personen die investeren via een normaal belaste vennootschap (bijvoorbeeld een Family Office) dienen hier dan ook rekening mee te houden in het kader van hun aangifte in de personenbelasting die weldra moet worden ingediend.

Tussenschuiven normaal belaste vennootschap verhinderde tot voor kort de toepassing van de kaaimantaks

De kaaimantaks onderwerpt Belgische natuurlijke personen die kwalificeren als “oprichter” van een “juridische constructie” aan een doorkijkbelasting en een aangifteverplichting in de personenbelasting. De bedoeling hiervan is om niet of laag belaste inkomsten van bepaalde buitenlandse constructies toch te kunnen belasten in hoofde van hun oprichter.

Tot eind vorig jaar veronderstelde de kwalificatie als oprichter dat een natuurlijke persoon rechtstreeks rechten bezat in een (keten van) juridische constructie(s). De kaaimantaks kon dus eenvoudig worden vermeden door het tussenschuiven van een normaal belaste vennootschap, waardoor de link tussen de natuurlijke persoon en de juridische constructie(s) werd doorbroken en de kaaimantaks geen toepassing meer kon vinden.

Sinds 1 januari 2024: ook investeringen via “tussenconstructies” onderworpen aan de kaaimantaks

Het tussenschuiven van normaal belaste vennootschappen om de toepassing van de kaaimantaks te vermijden werd door het Rekenhof aangewezen als een knelpunt van de bestaande kaaimantaks. De wet van 22 december 2023 komt hieraan tegemoet door ook oprichters die via een (keten van) tussenconstructie(s) een onrechtstreekse participatie aanhouden in een juridische constructie aan de kaaimantaks te onderwerpen.

Een “tussenconstructie” is eender welke entiteit, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die aandelen aanhoudt in een andere entiteit (al dan niet een juridische constructie), zoals bijvoorbeeld een normaal belaste Belgische vennootschap. Voortaan kunnen dus ook Belgische natuurlijke personen die onrechtstreeks een deelneming aanhouden in een juridische constructie onder de toepassing van de kaaimantaks vallen, ongeacht hoeveel niveaus lager deze juridische constructie zich bevindt.

De praktische gevolgen van deze nieuwe realiteit zijn niet te onderschatten. Een natuurlijke persoon die investeert via een normaal belaste Belgische vennootschap, zal in principe immers de volledige onderliggende keten moeten analyseren om te weten of er zich ergens juridische constructies bevinden waarvan hij of zij als oprichter in het kader van de kaaimantaks zou kunnen worden beschouwd. Indien de kaaimantaks toepassing vindt, zal naast het bestaan van de juridische constructie, in een bijzondere bijlage bij de aangifte in de personenbelasting ook de volgende informatie meegedeeld moeten worden:

  • de volledige naam, de rechtsvorm, het adres en in voorkomend geval het identificatienummer van de juridische constructie;
  • in het geval van een trustachtige figuur, de naam en het adres van de beheerder van deze juridische constructie;
  • alle inkomsten van de juridische constructie;
  • het bedrag van het vermogen van de juridische constructie op het einde van het belastbare tijdperk en het deel van het vermogen dat door de oprichter werd ingebracht; en
  • de door de juridische constructie uitgekeerde bedragen.
Uitzondering voor investeringen in gereglementeerde fondsen en beursgenoteerde vennootschappen

Het spreekt voor zich dat het in bepaalde situaties compleet onredelijk is om te verwachten dat een investeerder toegang heeft tot voormelde informatie. Gereglementeerde fondsen (bijvoorbeeld AICB’s) en beursgenoteerde vennootschappen worden daarom uitdrukkelijk uitgesloten van de definities van “juridische constructie” en “tussenconstructie”. Dit betekent dat deze entiteiten “de keten doorbreken” zodat hun investeerders niet beschouwd kunnen worden als oprichter van eventuele onderliggende juridische constructies en er aldus geen analyse vereist is van de volledige onderliggende investeringsstructuur. Dit werd recent ook bevestigd door de Dienst Voorafgaande Beslissingen (zie rulings nr. 2024.0113 en nr. 2024.0203). Een Belgische natuurlijke persoon die via een normaal belaste Belgische vennootschap investeert in een AICB is aldus niet onderworpen aan de kaaimantaks en dient geen analyse van de onderliggende investeringsstructuur te maken.

Verlenging van de fiscale termijnen

De aangifte in de personenbelasting (via MyMinfin) moet in beginsel uiterlijk op 15 juli 2024 worden ingediend. Gelet op de verstrenging van de kaaimantaks, zullen veel belastingplichtigen dit jaar voor de eerste keer het bestaan van een juridische constructie moeten melden in hun aangifte. Voor deze gevallen wordt de aangiftetermijn verlengd tot 16 oktober 2024. Merk op dat een aangifte waarin een buitenlandse juridische constructie vermeld moet worden, kwalificeert als een “complexe aangifte”, waarvoor de verlengde onderzoeks- en aanslagtermijn van 10 jaar geldt.

Conclusie

Het tussenschuiven van een normaal belaste vennootschap volstaat sinds 1 januari 2024 niet meer om aan de kaaimantaks te ontsnappen. Ook natuurlijke personen die investeren via een normaal belaste tussenconstructie dienen voortaan na te gaan of de kaaimantaks toepassing vindt. In voorkomend geval, zal de juridische constructie onder andere aangegeven moeten worden in het kader van de aangifte in de personenbelasting. Voor investeringen in gereglementeerde fondsen en beursgenoteerde vennootschappen geldt evenwel een uitzondering en zal in principe geen analyse van de onderliggende structuur moeten gebeuren.

Bron: Eubelius

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen