Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

De bankierseed: na de wet van 15 december 2023 is nu ook het uitvoerings-KB gepubliceerd in het Staatsblad (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De Wet van 20 december 2023 houdende diverse financiële bepalingen werd gepubliceerd in het Staatsblad van 15 januari 2024. Hoofdstuk 14 van die wet wijzigt de wet van 22 april 2019 tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling.

De nieuwe bankierseed die op 15 januari 2024 gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad is van toepassing op kredietinstellingen en op de agenten in bank- en beleggingsdiensten.

De bankierseed betekent dat bestuurders en bepaalde bankmedewerkers een individuele verklaring zullen moeten afleggen, waarmee ze zich ertoe verbinden om, bij de uitoefening van hun beroepsactiviteiten, enkele belangrijke deontologische regels te respecteren. De regels bepalen dat er in alle omstandigheden eerlijk en integer, alsook vakbekwaam en professioneel gehandeld dient te worden. Er moet rekening worden gehouden met de belangen van de klant en de klant moet billijk worden behandeld. Het volgen van deze deontologische regels maakt ook vandaag inherent deel uit van het beroep als bankier. Maar met de invoering van bankierseed worden deze deontologische regels wettelijk vastgelegd en wordt hieraan een tuchtregeling verbonden.

Het KB tot bepaling van de inhoud van de individuele gedragsregels als bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 22 april 2019 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector werd gepubliceerd in het Staatsblad van 7 februari 2024.

Er zijn twee data van de wet, naargelang zij van toepassing is ten aanzien van de personen als bedoeld in artikel 4, § 1, 1° en 2°, van de wet van 22 april 2019, die actief zijn bij de kredietinstellingen als bedoeld in artikel 3, 1° tot 3°, van dezelfde wet, of ten aanzien van alle andere personen die onder de toepassing vallen van de wet van 22 april 2019.

De wet van 22 april 2019 en Hoofdstuk 14 van de wet van 20 december 2023 houdende diverse financiële bepalingen treden eerst in werking treden ten aanzien van de personen die, bij een kredietinstelling, permanent blijk moeten geven van professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid als vereist voor de uitoefening van hun functie, en ten aanzien van de verantwoordelijke leidinggevenden van de kredietinstellingen. Die inwerkingtreding zal 12 maanden na de publicatie van de wet van 20 december 2023 houdende diverse financiële bepalingen plaatsvinden.

Het gehanteerde onderscheidingscriterium is dat van de verantwoordelijkheid van de personen die bij de inwerkingtreding van de wet in de eerste plaats betrokken zijn.

De wet van 22 april 2019 en Hoofdstuk 14 van de wet van 20 december 2023 houdende diverse financiële bepalingen zullen 18 maanden later plaatsvinden ten aanzien van alle andere betrokken geviseerde personen en entiteiten (waaronder met name de agenten), i.e. 30 maanden na de publicatie van de wet.

Voor verdere info:

Lees hier de volledige fiche van het Wetsontwerp

Webinar

‘Consumentenbescherming bij de verwerving van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen’

Prof. dr. Reinhard Steennot, hoogleraar consumentenrecht en bankrecht UGent / voorzitter brc Verbruik

Live op 30 mei 2024, nadien on demand aangeboden.

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument