Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Inbreuk op arbeids- en rusttijden (tachograaf): welk gerecht is bevoegd in hoger beroep? Cassatie-arrest van 24 oktober 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De reden voor Cassatie

Een bestuurder als beklaagde en een onderneming als burgerrechtelijk aansprakelijke partij zijn onder meer gedagvaard voor het feit omschreven onder de telastlegging E, namelijk een inbreuk op artikel 34.1, eerste lid, Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, meer bepaald door als bestuurder van een voertuig waarop deze verordening van toepassing is, te hebben nagelaten voor iedere dag dat hij rijdt, vanaf het tijdstip waarop hij het voertuig overneemt, gebruik te maken van een registratieblad of van de bestuurderskaart.

Het bestreden vonnis (p. 6) stelt vast dat de bestuurder een werknemer is van de onderneming.

Volgens artikel 578, 7°, Gerechtelijk Wetboek is de arbeidsreglementering een aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten behoort.

De met de telastlegging E verweten overtreding heeft betrekking op de controle van arbeids- en rusttijden en betreft derhalve de arbeidsreglementering.

Hieruit volgt dat van deze zaak kennis moet worden genomen, ook in hoger beroep, door de bij artikel 76, § 2, tweede lid, Gerechtelijk Wetboek bedoelde gespecialiseerde kamer, die moet zijn samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en een rechter in de arbeidsrechtbank.

Uit de stukken waarop het Hof van Cassatie vermag acht te slaan, blijkt niet dat over deze zaak werd geoordeeld door een correctionele kamer samengesteld overeenkomstig artikel 78, vijfde lid, Gerechtelijk Wetboek en daarom vernietigt het Hof van Cassatie bestreden vonnis, behoudens in zoverre het de bestuurder vrijspreekt voor het feit omschreven onder de telastlegging.

Lees het Cassatie-arrest van 24 oktober 2023