Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Consumentenbescherming. De rechter kan de reiziger ambtshalve informeren over zijn recht om de overeenkomst kosteloos te beëindigen. Arrest Hof van Justitie van 14 september 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

In oktober 2019 heeft een reiziger met reisorganisator Tuk Tuk Travel een overeenkomst gesloten voor een pakketreis voor twee personen naar Vietnam en Cambodja, met vertrek vanuit Madrid (Spanje) op 8 maart 2020 en terugkomst op 24 maart 2020. De reiziger heeft bijna de helft van de totale prijs van de reis vooruitbetaald. De overeenkomst bevatte informatie over de mogelijkheid om de reis vóór aanvang tegen betaling van een vergoeding te beëindigen. Daarentegen werd in de overeenkomst niets vermeld over de in de pakketreisrichtlijn vastgestelde mogelijkheid om de overeenkomst zonder vergoeding te beëindigen wegens onvermijdbare en buitengewone omstandigheden op de plaats van bestemming.

Wegens de verspreiding van het coronavirus in Azië heeft de reiziger op 12 februari 2020 Tuk Tuk Travel in kennis gesteld van zijn beslissing om de overeenkomst te beëindigen, en de reisorganisator verzocht om terugbetaling van alle bedragen waarop hij aanspraak kon maken. Nadat hij van haar te horen had gekregen dat hij na aftrek van de annuleringskosten slechts een klein deel van het betaalde bedrag terugbetaald zou krijgen, stapte de reiziger naar de rechter. Hij voert aan dat hij de overeenkomst bijna een maand voor de geplande vertrekdatum heeft beëindigd en zegt dat dit te wijten is aan overmacht, namelijk de verspreiding van het coronavirus in Azië. De reiziger, die niet door een advocaat wordt vertegenwoordigd, vraagt enkel een gedeeltelijke terugbetaling van het betaalde bedrag, aangezien hij van mening is dat een kwart van dit bedrag overeenkomt met de door Tuk Tuk Travel gemaakte administratiekosten.

De Spaanse rechter bij wie de zaak aanhangig is gemaakt, heeft het Hof van Justitie verzocht om de pakketreisrichtlijn uit te leggen. Deze rechter vraagt zich met name af of hij krachtens de richtlijn ambtshalve de terugbetaling van alle betaalde bedragen aan de reiziger kan toekennen wanneer deze reiziger de overeenkomst heeft beëindigd omwille van buitengewone omstandigheden. De Spaanse rechter merkt op dat deze mogelijkheid echter in strijd zou zijn met de fundamentele beginselen van het Spaanse procesrecht.

De visie van het Hof van Justitie

Het Hof benadrukt allereerst dat de richtlijn een reisorganisator verplicht om de reiziger in het bijzonder te informeren over zijn beëindigingsrecht. Vervolgens oordeelt het Hof dat, gelet op het belang van het door de richtlijn verleende beëindigingsrecht (en van het daaruit voortvloeiende recht op volledige terugbetaling van de betaalde bedragen), een doeltreffende bescherming van dit recht vereist dat de nationale rechter ambtshalve de schending ervan aan de orde kan stellen, in het bijzonder wanneer de reiziger zijn recht niet doet gelden omdat hij niet op de hoogte is van het bestaan ervan. Aan dat ambtshalve onderzoek zijn echter bepaalde voorwaarden verbonden: een van de partijen bij de betrokken pakketreisovereenkomst moet bij de nationale rechter een gerechtelijke procedure hebben ingeleid en deze procedure moet betrekking hebben op die overeenkomst; het beëindigingsrecht moet verband houden met het voorwerp van het geding zoals dat door de partijen is omschreven; de nationale rechter moet beschikken over alle juridische en feitelijke gegevens die noodzakelijk zijn om te beoordelen of de betrokken reiziger zich op dit beëindigingsrecht kan beroepen; deze reiziger mag de nationale rechter niet uitdrukkelijk hebben meegedeeld dat hij zich verzet tegen de toepassing van de richtlijn met betrekking tot dat  beëindigingsrecht.

In dit geval lijkt aan deze voorwaarden te zijn voldaan, onder voorbehoud van beoordeling door de Spaanse rechter, vooral ook omdat het Hof al op algemene wijze heeft geoordeeld dat de uitbraak van een wereldwijde gezondheidscrisis onder het begrip „onvermijdbare en buitengewone omstandigheden” kan vallen en de zaak bij de Spaanse rechter betrekking heeft op de terugbetaling van door de reiziger betaalde bedragen nadat hij had besloten de overeenkomst te beëindigen vanwege de verspreiding van het coronavirus. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat de reiziger niet op de hoogte was van het bestaan van zijn beëindigingsrecht, aangezien Tuk Tuk Travel hem niet in kennis had gesteld van dat recht. De Spaanse rechter moet dus ambtshalve het beëindigingsrecht onderzoeken. Hij moet meer bepaald de reiziger op de hoogte stellen van dit recht en hem de mogelijkheid bieden om dit recht in de lopende gerechtelijke procedure in te roepen. Het ambtshalve onderzoek vereist daarentegen niet dat de nationale rechter ambtshalve zelf de betrokken pakketreisovereenkomst zonder kosten beëindigt en daarbij aan de reiziger het recht op volledige terugbetaling van de betaalde bedragen verleent. Het is aan de reiziger om te beslissen of hij zich bij de rechter op dit recht wil beroepen.

Meer informatie

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument