Het beroep van architect:
de wet van 3 mei 2024 en recente belangrijke rechtspraak

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op vrijdag 11 oktober 2024


Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Droogteschade aan een woning: brandverzekeraar moet dekking verlenen. Arrest Grondwettelijk Hof van 1 juni 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Waarover gaat het?

Verschillende verzekeraars en Assuralia verzochten het Grondwettelijk Hof om artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021 te vernietigen, in hoofdzaak wegens de terugwerkende kracht ervan.

Die bepaling verduidelijkt dat een inkrimping van de bodem als gevolg van droogte een aardverschuiving of een grondverzakking vormt in de zin van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen die de brandverzekeraar moet dekken.

Standpunt van het Grondwettelijk Hof

Het Hof heeft nu op 1 juni 2023 het beroep tot vernietiging verworpen. Het Hof oordeelt dat de bestreden bepaling een interpretatieve bepaling is die een einde wil stellen aan de rechtsonzekerheid die voortvloeit uit het voormelde artikel 124, § 1, d).

Sommige verzekeraars interpreteerden die bepaling zo dat een inkrimping van de bodem als gevolg van droogte niet als een aardverschuiving of een grondverzakking kon worden beschouwd.

Uit de wetsgeschiedenis van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 blijkt volgens het Hof dat de wetgever steeds de bedoeling heeft gehad om ook dekking te verlenen voor een inkrimping van de bodem als gevolg van droogte, zodat de terugwerkende kracht van de bestreden bepaling verantwoord is.

Lees hier het Persbericht van het Grondwettelijke Hof van 1 juni 2023

Lees hier het arrest van 1 juni 2023