Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Geld verdienen op digitale platformen? De fiscus is mee (aternio)

Auteur: Sophie Claeys (aternio)

“Draag je het niet? Verkoop het dan!” Met deze leuze zijn al talloze gebruikers door Vinted overtuigd om hun oude spullen te verkopen via hun digitaal platform. Dergelijke digitale platformen vervangen in de huidige wereld in wezen de rommelmarkt van weleer. Wie zich ietwat inlaat met het verkopen van goederen of diensten, kan hier op termijn een aardig zakcentje mee verdienen. Mogelijk zijn op dergelijke inkomsten evenwel belastingen verschuldigd.

Met de omzetting in het Belgisch recht van de Europese regelgeving, in casu de zogenaamde “DAC 7”, zal ook de Belgische fiscus voortaan op de hoogte worden gesteld van deze leuke bijverdienste. Zo zullen platformen zoals Vinted aan de Belgische fiscus moeten rapporteren welke gebruikers ofwel meer dan 30 transacties verrichtten, ofwel meer dan 2.000 euro verdienden. Over welke platformen gaat het?

DAC 7

DAC 7 is een nieuwe uitbreiding aan de reeds bestaande Europese Richtlijn 2011/16/EU aangaande de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen. Die Richtlijn werd uitgebreid met de automatische uitwisseling van informatie van transacties gerealiseerd door bemiddeling via digitale platformexploitanten.

De richtlijn werd omgezet in Belgische wetgeving en is in werking sinds 1 januari 2023. Concreet zullen exploitanten van digitale platformen per kalenderjaar info moeten verzamelen over de verkopers of dienstverleners op hun platform, deze info verifiëren, bijhouden en vervolgens rapporteren aan de fiscus. Vervolgens moeten zij deze gegevens uiterlijk op 31 januari van het volgende kalenderjaar rapporteren aan de fiscus. De platformexploitanten geven op hetzelfde moment aan hun verkopers door welke gegevens zij rapporteren aan de fiscale administratie.

De fiscale administraties van EU-lidstaten wisselen de verkregen inlichtingen automatisch uit met de bevoegde administratie van het land waarvan de verkoper een inwoner is en, als de verkoper een onroerend goed verhuurt, met de administratie van de EU-lidstaat waar het onroerend goed is gelegen.

Welke digitale platformen?

De wettelijke definitie van de term “platform” (nieuw artikel 321quater WIB’92) is merkelijk breed. Het omvat elke software (website of app) die aan de verkopers toelaat om zich te verbinden met andere gebruikers om de levering van diensten en/of de verkopen van goederen mogelijk te maken. Hieronder is ook begrepen alles wat verband houdt met de hiermee verbonden betaling.

Tweedehandssites, zoals Vinted, waarbij koper en verkoper worden samengebracht en de betaling via het platform verloopt, vallen hier duidelijk onder. De rapportageverplichting geldt zowel voor grensoverschrijdende als voor binnenlandse activiteiten.

Welke platformen niet?

De wet voorziet in enkele expliciete uitzonderingen. De term “platform” beoogt alleszins niet de software die uitsluitend wordt gebruikt voor:

  1. het uitvoeren van betalingen in verband met een relevante activiteit;
  2. het aanbieden of adverteren van een relevante activiteit door gebruikers;
  3. het doorverwijzen of overbrengen van gebruikers naar een platform.

Loutere betaalsoftware, zoekertjeswebsites en online vergelijkingswebsites vallen met andere woorden niét onder de nieuwe rapporteringsverplichting.  Zij dienen immers niet als directe tussenpersoon in het leggen van het contact tussen de verkopers en andere gebruikers voor het leveren van de diensten of het realiseren van de beoogde verkopen en het verzamelen van de corresponderende tegenprestatie.

Klassiek beperken zoekertjeswebsites zich uitsluitend tot het oplijsten van de betrokken activiteiten en de contactgegevens van de verkoper. De gebruiker dient vervolgens rechtstreeks contact op te nemen met de verkoper zonder via het platform te passeren. De betaling van de verkoop of dienst gebeurt verder ook niet via het platform.

Als een platformexploitant niet op de hoogte is, of redelijkerwijs niet op de hoogte kan zijn, van het bedrag dat wordt betaald of gecrediteerd aan een verkoper, is er geen rapporteringsverplichting.

Platformexploitanten kunnen de status “uitgesloten platformexploitant” aanvragen. Deze status moet ten laatste vastgesteld zijn op 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarover de platformexploitanten moeten rapporteren. De status van uitgesloten platformexploitant kan ook eerder worden aangevraagd zodat er alvast geen onnodige verzamel- en verificatiewerkzaamheden hoeven te worden uitgevoerd.

Feitelijke beoordeling door fiscus

Toch kunnen bepaalde zoekertjeswebsites of online vergelijkingswebsites alsnog onder de rapporteringsplicht vallen wanneer zij een aanvullende interventie aanbieden, denk bijvoorbeeld  aan een chatfunctie.

Bij twijfel zal de belastingadministratie het voorgelegde handelsmodel van het betrokken platform feitelijk moeten beoordelen.

Welke activiteiten?

Volgende activiteiten zijn beoogd door DAC7:

  • verhuur van onroerend goed dat zich in een EU-lidstaat bevindt;
  • verlenen van persoonlijke diensten;
  • verkoop van goederen; én
  • verhuur van transportmiddelen.
Welke verkopers?

Een verkoper op een platform is elke natuurlijke persoon of entiteit, ingezetene van een EU-lidstaat of die onroerend goed verhuurt dat zich in een EU-lidstaat bevindt, en die geregistreerd is op het platform en tijdens de rapportageperiode relevante activiteiten tegen betaling verricht. Het is onbelangrijk of de verkoper een natuurlijke persoon of een rechtspersoon is, evenmin of er winst of verlies is gemaakt door de verkoper.

Welke verkopers niet?

Platformexploitanten hoeven niet te rapporteren over volgende verkopers:

  1. overheidsinstanties;
  2. beursgenoteerde ondernemingen of een gelieerde (>50% belang) entiteit daarvan;
  3. verkopers die tijdens de rapportageperiode meer dan 2.000 relevante activiteiten hebben verricht voor de verhuur van onroerend goed dat op hetzelfde straatadres staat ingeschreven;
  4. verkopers die tijdens de rapportageperiode minder dan 30 relevante activiteiten hebben verricht met een tegenwaarde van minder dan 2.000 euro. Opgelet: dit geldt alleen als het gaat om de verkoop van goederen, dus niet om het verlenen van persoonlijke diensten of de verhuur van transportmiddelen.

Er is ook rapportageverplichting indien verkopers geen vergoeding krijgen of indien de platformexploitant niet op de hoogte is (of redelijkerwijs niet van op de hoogte kan zijn) van de afspraken die de verkoper met de koper heeft gemaakt.

Welke info?

Het gaat hierbij om algemene gegevens die nodig zijn om zowel de platformexploitant als de verkoper te identificeren. Denk  onder andere aan naam, adres en fiscaal identificatienummer. Daarnaast gaat het bijvoorbeeld ook om financiële info zoals de vergoeding aan de verkopers betaald, het aantal transacties, de omschrijving van de transactie, de rekening waarop deze vergoeding is betaald.

Conclusie

DAC 7 zorgt voor meer financiële transparantie in de activiteiten van verkopers, verhuurders of dienstverleners op digitale platformen. De fiscus vaart er alleen maar wel bij. De rapportageverplichting voor exploitanten van platformen activeert mogelijk fiscale gevolgen (en verplichtingen) voor de verkopers, verhuurders of dienstverleners die digitaal actief zijn.

Bron: aternio

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen