Vakantiedagen en het arbeidsrecht
Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)
Webinar op dinsdag 11 juni 2024
HR-aspecten bij M&A transacties
Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)
Webinar op donderdag 16 mei 2024
Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer
Mr. Chris Persyn (Cautius)
Webinar op donderdag 4 juli 2024
Gezinsleden langdurig ingezetenen ook vrijgesteld van arbeidskaart (ADMB)
Auteur: ADMB
Publicatiedatum: 14/11/2017
Vanaf november zijn de gezinsleden van een langdurig ingezetene in een andere EU-lidstaat niet langer verplicht om een arbeidskaart te hebben om aan de slag te gaan in ons land. Tenminste, als de buitenlandse onderdaan zelf vrijgesteld is van die verplichting.
Derdelander en langdurig ingezetene
Een zogenaamde derdelander is iemand die geen onderdaan is van één van de lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Deze mensen kunnen het specifiek statuut van ‘langdurig ingezetene’ aanvragen als ze lange tijd in één bepaalde lidstaat verblijven. Daarvoor moeten deze derdelanders wel aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Federale bevoegdheid
Sinds de 6de staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten. Voor specifieke verblijfsituaties blijft de federale overheid echter bevoegd. Het statuut van een langdurig ingezetene en zijn gezin hoort tot zulke specifieke situaties. Om in overeenstemming te zijn met de Europese Richtlijn inzake het recht op gezinshereniging kent de federale overheid daarom een nieuwe vrijstelling toe.
Vrijstelling langdurig ingezetene
Tijdens de eerste twaalf maanden van de tewerkstelling van een derdelander, die in een andere EU-lidstaat het statuut van langdurige ingezetene verkreeg, is er een arbeidsvergunning en arbeidskaart vereist. Om die te verkrijgen, moet de tewerkstelling er één zijn in een knelpuntberoep. Nadien bekomt de buitenlandse werknemer een vrijstelling als hij kan bewijzen dat hij gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden aan de slag was met een arbeidskaart B.
Vrijstelling gezinsleden langdurig ingezetene
Tot voor kort hadden de echtgenote en kinderen van deze langdurig ingezetenen steeds een arbeidskaart B nodig om te werken in België. De Europese Commissie heeft er echter op gewezen dat de Richtlijn inzake het recht op gezinsvereniging vereist dat ook de gezinsleden kunnen werken onder dezelfde voorwaarde als de gezinshereniger. Met deze nieuwe vrijstelling hebben de gezinsleden na afloop van de eerste 12 ononderbroken maanden ook geen arbeidskaart B meer nodig. Inwerkingtreding Het koninklijk besluit trad in werking op 2 november.
Met deze nieuwe vrijstelling hebben de gezinsleden na afloop van de eerste 12 ononderbroken maanden ook geen arbeidskaart B meer nodig.
Inwerkingtreding
Het koninklijk besluit trad in werking op 2 november.
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid