Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Bewijs van verbintenis tot betalen en de voorwaarden van artikel 1326 B.W. Cassatie-arrest van 4 juni 2020 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 20/06/2020

De bepalingen van art. 1326, 1ste lid Burgerlijk Wetboek

Krachtens artikel 1326, eerste lid, Burgerlijk Wetboek moet een onderhands biljet of een onderhandse belofte waarbij een enkele partij zich tegenover de andere verbindt om haar een geldsom of een waardeerbare zaak te betalen, geheel geschreven zijn met de hand van de ondertekenaar of tenminste moet deze, benevens zijn handtekening, met de hand een goed voor of een goedgekeurd voor geschreven hebben, waarbij de som of de hoeveelheid van de zaak voluit in letters is uitgedrukt.

De bepalingen van art. 1326, 2de lid Burgerlijk Wetboek

Artikel 1326, tweede lid, Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de regel in het eerste lid uitzondering lijdt wanneer de akte uitgaat van kooplieden, ambachtslieden, landbouwers, wijngaardeniers, dagloners of dienstboden. De uitzondering, voor wat betreft de kooplieden, is verbonden met de aard van de verbintenis en niet met de hoedanigheid van de ondertekenaar.

Verkeerde interpretatie van het hof van beroep te Antwerpen (arrest van 4 maart 2019)

De appelrechters die oordelen dat de bewijsregel van artikel 1326, eerste lid, Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is omdat de uitzondering in het tweede lid gehecht is aan de hoedanigheid van de betrokkene en niet aan de aard van de door hem ondertekende akte of de aard van de verbintenis en waardoor de door de eiser ondertekende overeenkomst het bewijs levert van zijn verbintenis ter terugbetaling, schenden artikel 1326 Burgerlijk Wetboek.

Lees hier het Cassatie-arrest van 4 juni 2020