Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Euthanasiezaak: burgerlijke vordering tegen arts ongegrond verklaard op 24 oktober 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Bij vonnis van 24 oktober 2023 verklaarde de correctionele rechtbank van Dendermonde de burgerlijke vordering in de zogeheten ‘euthanasiezaak’ ongegrond.

Dit vonnis volgde na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 20 oktober 2022.

De Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde moest immers oordelen over een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering tegen een arts die bij de uitvoering van een euthanasie bepaalde voorschriften van de wet van 28 mei 2002 niet zou hebben nageleefd.

Volgens de rechtbank leidt de overtreding van om het even welke voorwaarde of procedure uit die wet er evenwel toe dat de betrokken arts strafbaar is op grond van artikel 397 van het Strafwetboek, dat het misdrijf « doodslag door vergiftiging » bestraft met levenslange opsluiting als maximumstraf.

Hierop besliste de rechtbank om het Hof te ondervragen over de bestaanbaarheid van artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie (zoals gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet), in zoverre het een inbreuk op een louter procedurele voorwaarde, zoals bijvoorbeeld de melding aan de Federale Controle- en Evaluatiecommissie, op gelijke wijze behandelt als een inbreuk op een grondvoorwaarde voor de euthanasie, zoals bijvoorbeeld de voorwaarde van het aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden.

Het Grondwettelijk Hof leidde uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 mei 2002 af dat de wetgever bewust ervoor heeft gekozen om niet te voorzien in een afzonderlijke strafbaarstelling, met een specifieke strafmaat, in geval van niet-naleving van de voorwaarden en procedures die geen grondvoorwaarden van de euthanasie zijn. De wetgever was van mening dat al die voorwaarden en procedures essentieel zijn.

Het Hof beoordeelde die opvatting als legitiem en oordeelt dat de wetgever dan ook de overtreding van om het even welke voorwaarde of procedure vervat in de wet van 28 mei 2002 strafbaar mag stellen. Maar dit neemt niet weg dat die voorwaarden en procedures, wat de aard en de doelstelling ervan betreft, wezenlijk van elkaar kunnen verschillen. De toepassing van één en dezelfde strafbaarstelling op elke miskenning van de voorwaarden en procedures van de wet van 28 mei 2002, andere dan de grondvoorwaarden, ongeacht de zwaarwichtigheid daarvan, is dan ook niet redelijk verantwoord. Artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 schendt bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg kan hebben dat elke miskenning van de voorwaarden en procedures van de wet van 28 mei 2002, andere dan de grondvoorwaarden, aanleiding kan geven tot één en dezelfde straf.

Volgens de verdediging van de arts betekende dit dat dat de arts opnieuw vrijuit ging, maar de nabestaanden betwistten dat. De burgerlijke vordering werd nu op 24 oktober 2023 ongegrond verklaard.

Webinar

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & partners / UAntwerpen) geeft op 28 november 2023 de webinar ‘De aansprakelijkheid van medische beroepsbeoefenaars en zorginstellingen‘. Eerder dan op het theoretisch kader, zal de nadruk worden gelegd op praktijkproblemen.

Live op 28 november 2023, nadien on demand aangeboden.