De nieuwe wet op de private opsporing
Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op donderdag 17 oktober 2024
Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak
Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)
Webinar op vrijdag 8 november 2024
Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?
Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op dinsdag 11 juni 2024
Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen
Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)
Webinar op dinsdag 27 augustus 2024
Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten
Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)
Webinar op vrijdag 26 april 2024
Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6
Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)
Webinar op vrijdag 30 augustus 2024
Bewijs van verbintenis tot betalen en de voorwaarden van artikel 1326 B.W. Cassatie-arrest van 4 juni 2020 (LegalNews.be)
Auteur: LegalNews.be
Publicatiedatum: 20/06/2020
De bepalingen van art. 1326, 1ste lid Burgerlijk Wetboek
Krachtens artikel 1326, eerste lid, Burgerlijk Wetboek moet een onderhands biljet of een onderhandse belofte waarbij een enkele partij zich tegenover de andere verbindt om haar een geldsom of een waardeerbare zaak te betalen, geheel geschreven zijn met de hand van de ondertekenaar of tenminste moet deze, benevens zijn handtekening, met de hand een goed voor of een goedgekeurd voor geschreven hebben, waarbij de som of de hoeveelheid van de zaak voluit in letters is uitgedrukt.
De bepalingen van art. 1326, 2de lid Burgerlijk Wetboek
Artikel 1326, tweede lid, Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de regel in het eerste lid uitzondering lijdt wanneer de akte uitgaat van kooplieden, ambachtslieden, landbouwers, wijngaardeniers, dagloners of dienstboden. De uitzondering, voor wat betreft de kooplieden, is verbonden met de aard van de verbintenis en niet met de hoedanigheid van de ondertekenaar.
Verkeerde interpretatie van het hof van beroep te Antwerpen (arrest van 4 maart 2019)
De appelrechters die oordelen dat de bewijsregel van artikel 1326, eerste lid, Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is omdat de uitzondering in het tweede lid gehecht is aan de hoedanigheid van de betrokkene en niet aan de aard van de door hem ondertekende akte of de aard van de verbintenis en waardoor de door de eiser ondertekende overeenkomst het bewijs levert van zijn verbintenis ter terugbetaling, schenden artikel 1326 Burgerlijk Wetboek.
» Bekijk alle artikels: Verbintenissen & Goederen, Verzekeringen & Aansprakelijkheid