HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024

Het nieuwe buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Wat verandert er voor jou als bestuurder? (Crivits legal)

Auteur: Jolien Talloen (Crivits legal)

Wat betekent buitencontractueel aansprakelijk zijn?

Als iemand buitencontractueel aansprakelijk wordt gesteld, betekent dit dat iemand verantwoordelijk wordt gehouden voor schade, zonder dat er een contract is tussen de veroorzaker van die schade en de schadelijder. De meest voor de hand liggende voorbeelden zijn schade veroorzaakt door een verkeersongeval of schade veroorzaakt door een huisdier. Er bestaat geen contract tussen het slachtoffer en de bestuurder van de wagen of de eigenaar van het dier, vandaar “buitencontractuele” aansprakelijkheid.

Tot voor kort regelden slechts 6 wettelijke bepalingen het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. Begin dit jaar keurde het parlement evenwel het nieuwe boek 6 van het burgerlijk wetboek goed. Het nieuwe BW voert 40 nieuwe bepalingen over de buitencontractuele aansprakelijkheid in. Het gaat om een grondige hervorming, die ook aanzienlijke gevolgen heeft voor de buitencontractuele aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen.

Wat verandert er concreet voor bestuurders van vennootschappen?

De grootste verandering is de afschaffing van “de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent”. De wadde? Deze rechtsfiguur werd ontwikkeld door de Belgische hoven en rechtbanken en houdt in dat iemand die iets uitvoert in opdracht van iemand anders (vb. een onderaannemer in opdracht van een hoofdaannemer, een leerkracht in opdracht van de school waar hij werkt, een bestuurder in opdracht van de vennootschap) slechts zeer uitzonderlijk rechtstreeks kan worden aangesproken door de contractspartij van zijn opdrachtgever (vb. door de bouwheer, door misnoegde ouders, door een schuldeiser van de vennootschap). Een contractant kan in principe enkel bij de opdrachtgever zelf – met wie hij een contract heeft – gaan aankloppen.

De quasi-immuniteit werd ingevoerd om te vermijden dat de contractspartij aansprakelijkheidsbeperkingen die werden overeengekomen met de opdrachtgever, zou gaan omzeilen door zich rechtstreeks en buiten het contract om tot de uitvoeringsagent van de opdrachtgever te wenden. In essentie alleen wanneer de uitvoeringsagent fouten maakt die ook kwalificeren als een strafrechtelijk misdrijf, wordt de immuniteit opgeheven en kan hij door de contractant toch persoonlijk worden aangesproken.

Voor een bestuurder van een vennootschap komt de quasi-immuniteit er in de praktijk dus op neer dat hij door een contractant van de vennootschap enkel persoonlijk kan worden aangesproken, indien hij fouten maakt die leiden tot de niet uitvoering van het contract en die fouten ook strafrechtelijk beteugeld worden. Het ligt anders voor bijzondere aansprakelijkheidsregimes bij inbreuken op de wet of die gelden ten aanzien van de fiscus, de RSZ of de faillissementscurator, maar daar gaat het nu even niet over.

Het  nieuwe burgerlijk wetboek stelt een einde aan deze vergaande immuniteit voor hulppersonen, waaronder ook vennootschapsbestuurders. Deze regel leidt immers soms tot onrechtvaardige situaties. Het voorbeeld dat vaak gegeven wordt, is dat wie bouwt en daarvoor een contract sloot met een hoofdaannemer, bij fouten van een onderaannemer aangesteld door die hoofdaannemer, alleen de hoofdaannemer zelf kan aanspreken en niet de onderaannemer die de fout beging. Gaat de hoofdaannemer failliet, dan zal de bouwheer de schade veroorzaakt door de onderaannemer niet meer vergoed kunnen zien. De wetgever heeft aan deze onrechtvaardigheid willen verhelpen, met alle gevolgen van dien, onder meer voor bestuurders van vennootschappen.

Door de afschaffing van de quasi-immuniteit zal een bestuurder van een vennootschap die een fout begaat na inwerkingtreding van de nieuwe regels rechtstreeks aangesproken kunnen worden door contractanten van de vennootschap, ook wanneer het gaat om een fout die niet strafbaar is.

Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel, je bedrijf komt op een bepaald moment in financieel zwaar weer terecht. Jij als bestuurder laat alles op zijn beloop en neemt onvoldoende maatregelen om de financiële problemen te verhelpen, ondanks de wettelijke plicht die je als bestuurder daartoe hebt. Als gevolg daarvan kan de vennootschap haar financiële verplichtingen onder de overeenkomst met haar belangrijkste leverancier niet meer kan naleven. Welnu, die leverancier zal onder de nieuwe wet niet alleen de vennootschap maar ook jou persoonlijk kunnen aanspreken. De nieuwe wet houdt dus een aanzienlijke verzwaring van de aansprakelijkheid van bestuurders in. Voor zelfstandige managers die geen bestuursmandaat in de vennootschap uitoefenen, zijn de gevolgen zelfs nog groter.  Daar waar de aansprakelijkheid van vennootschapsbestuurders wordt beperkt wordt door wettelijk bepaalde maximumbedragen, is dat niet zo voor contractuele managers.

Vanaf wanneer gelden de nieuwe regels?

De vooropgestelde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2025, maar kan nog wijzigen.

Wat kan je als bestuurder ondernemen?

Om te vermijden dat je als bestuurder al te gemakkelijk persoonlijk aangesproken kan worden door contractspartijen van de vennootschap kan het nuttig zijn om contracten die de vennootschap met klanten of leveranciers heeft te herbekijken. De aansprakelijkheid van de vennootschap zelf (zowel contractueel als buitencontractueel) kan bij overeenkomst vrij sterk beperkt worden. Word je als bestuurder rechtstreeks aangesproken, kan je je net als de vennootschap zelf op de beperkingen zoals opgenomen in de overeenkomst tussen de vennootschap en de schuldeiser beroepen. De bepalingen die worden overeengekomen omtrent de aansprakelijkheid van de vennootschap, zijn dus ook voor jou als bestuurder van groot belang.

Daarnaast wordt een verzekering voor je aansprakelijkheid als bestuurder nog belangrijker. Ben je al verzekerd? Dan kan het ingevolge de nieuwe regels geen kwaad om de polis eens onder de loep te nemen en deze indien nodig te herzien. De verbintenis van de vennootschap om dergelijke verzekering voor haar bestuurders af te sluiten, kan worden verankerd in een bestuurdersovereenkomst.

Bron: Crivits legal