Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Kleine lettertjes – Geen buitensporige gevolgen? (Gevaco Advocaten)

Auteur: Valerie Ghysen (Gevaco Advocaten)

Publicatiedatum: 02/07/2021

Van ondernemingen wordt verwacht dat zij hun algemene voorwaarden voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, op duidelijke en begrijpelijke wijze aan de consument ter kennis brengen. De consument moet minstens de redelijke mogelijkheid hebben gehad om voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst kennis te nemen van deze voorwaarden. De specifieke wettelijke basis hiervoor is te vinden in artikel VI.2, 7° van het Wetboek Economisch Recht (WER).

In het algemeen werd aangenomen dat de verwijzing op de voorzijde van een bestelbon of offerte, naar algemene voorwaarden op de achterzijde volstaat om aan deze informatieverplichting te voldoen. De aandacht van de consument wordt immers vooraf aan de sluiting van de overeenkomst gevestigd op de algemene voorwaarden, en hij kan er gemakkelijk kennis van nemen nu deze op de achterzijde te vinden zijn.

In een arrest van 18.06.2021 heeft het Hof van Cassatie dit principe genuanceerd. Het Hof stelt dat een verwijzing op de voorzijde naar voorwaarden op de achterzijde niet volstaat wanneer het gaat om contractvoorwaarden die ongebruikelijk of buitensporig zijn.

In feite ging het over de beëindiging van een overeenkomst tussen een keukenbouwer en een particulier. Partijen ondertekenden een bestelbon. De algemene verkoopvoorwaarden van de keukenbouwer stonden op de achterzijde vermeld, hieronder een opzegbeding dat opzeg toeliet tegen betaling van 30 % van de prijs. De overeenkomst tussen partijen werd beëindigd, en de keukenbouwer beriep zich op het opzegbeding om een vergoeding van 30% of 8.700,0 EUR te bekomen. In eerste aanleg kreeg de keukenbouwer gelijk, maar de kopers gingen in beroep. Het Antwerpse Hof van Beroep oordeelde dat de keukenbouwer zich niet kon beroepen op de algemene voorwaarden om aanspraak te maken op de vergoeding. Volgens het Hof is het opzegbeding gezien de vergoeding van 30% zwaarwichtig, en volstaat in dat geval een eenvoudige verwijzing op de voorzijde van de bestelbon niet. De vordering van de keukenbouwer werd dus afgewezen. Het Hof stelde daarbij dat de keukenbouwer perfect het opzegbeding uitdrukkelijk had kunnen vermelden boven de plaats voorzien voor de handtekening van de kopers.

De keukenbouwer stelde een voorziening in cassatie in, maar daar werd bij arrest van 18.06.2021 de redenering van het Antwerpse Hof omtrent het opzegbeding bevestigd*.

Betekent dit nu dat ondernemingen ten aanzien van consumenten geen gebruik kunnen maken van een opzegbeding vermeld in algemene voorwaarden, indien dit niet ook op de voorzijde van een bestelbon vermeld is? Ons inziens niet. Volgens het Hof van Cassatie gaat het vooral om het gebrek aan (bewijs van) kennisgeving van ongebruikelijke of buitensporige voorwaarden aan de consument.

Dit arrest illustreert dus nog maar eens het belang van goed geredigeerde contractdocumenten, willen partijen zich op de daarin opgenomen voorwaarden kunnen beroepen. Bijzondere, zwaarwichtige of niet-alledaagse voorwaarden worden dan uit voorzichtigheid best afzonderlijk vermeld, of gemarkeerd en/of geparafeerd. Op die manier kan het bewijs dat werd voldaan aan de informatieverplichtingen eenvoudig geleverd worden.

* De zaak werd na voorziening in cassatie doorverwezen naar het Hof van Beroep in Gent, nu de vordering van de keukenbouwer niet alleen gebaseerd was op de algemene voorwaarden, maar ook op het algemeen verbintenissenrecht. Het Hof in Antwerpen had daar geen uitspraak over gedaan. Het valt dus nog af te wachten wat het Hof van Beroep in Gent zal beslissen over de gevraagde vergoeding, en dus ook of een vergoeding van 30% buitensporig is.

Lees hier het originele artikel