Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Geen gemeenrechtelijke bescherming bij de verkoop van aandelen (Schoups)

Auteurs: Christine Heeb en Sophie Deckers (Schoups)

De rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft de principes bevestigd omtrent de vrijwaring voor verborgen gebreken en de precontractuele aansprakelijkheid bij de verkoop van aandelen: het gemeen recht bevat geen specifieke beschermingsregels, en dus geen garanties omtrent het vermogen van de verkochte vennootschap.

Overeenkomstig artikel 1641 oud BW rust er op de verkoper de verplichting tot het bieden van vrijwaring tegen verborgen gebreken in het verkochte goed. Deze gemeenrechtelijke verplichting biedt evenwel geen afdoende bescherming bij de overdracht van aandelen. De door de overdrager van de aandelen verschuldigde waarborg voor verborgen gebreken heeft immers uitsluitend betrekking op de aandelen zelf (meer bepaald op de rechten die zij verlenen: het stemrecht op de algemene vergaderingen, het recht op winst en het recht om in het vennootschapsvermogen te delen), niet op (het vermogen van) de verkochte vennootschap.

De rechtbank van eerste aanleg te Brussel bevestigde dit principe.

Na de verkoop van de aandelen bleek dat er een stedenbouwkundige inbreuk bestond betreffende de gebouwen waarin de vennootschap haar activiteiten voerde. De kopers haalden aan dat dit een invloed had op de waarde en de duurzaamheid van de onderneming, hetgeen volgens hen een verborgen gebrek vormde in de zin van artikel 1641 oud BW waarvoor de verkopers aansprakelijk moesten worden gesteld. In haar vonnis van 6 mei 2019 bevestigde de rechtbank helder dat “bij de overdracht van aandelen de aandelen zelf het voorwerp van de verkoop vormen, en niet het aandeel dat zij vertegenwoordigen in het vermogen van de vennootschap die ze heeft uitgegeven”. De kopers konden dus de vrijwaring voor verborgen gebreken niet inroepen voor het stedenbouwkundige issue.

De kopers beklaagden zich er vervolgens over dat de verkopers hen niet hadden ingelicht over de stedenbouwkundige situatie. Aldus trachtten de kopers zich te beroepen op een schending door de verkopers van hun precontractuele informatieplicht. Ook deze eis werd afgewezen: in haar vonnis van 3 december 2019 oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Brussel dat er geen tekortkoming in hoofde van de verkopers was, aangezien door de kopers niet kon worden aangetoond dat er informatie werd achtergehouden.

Uiteraard zijn voormelde regels niet van dwingend recht, zodat er contractueel van kan worden afgeweken. Partijen kunnen (en vanuit het oogpunt van een koper van aandelen: moeten) dus voorzien in contractuele clausules ten gunste van de koper van de aandelen die ook de toestand van de vennootschap laten waarborgen.

Bron: Schoups