Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Wat als ik later groot ben? Aanpassing KMO-definitie op til (Van Havermaet)

Auteurs: Annelien Parmentier en Birgit Celis (Van Havermaet)

De nieuwe criteria waaraan een onderneming moet voldoen om als ‘klein’ te worden beschouwd, komen er eindelijk aan. Hoognodig, want door de jarenlange inflatie maken steeds minder vennootschappen aanspraak op mildere boekhoudkundige verplichtingen en belangrijke fiscale gunstregimes voor kleine ondernemingen.

HUIDIGE DREMPELS

Tot op heden is een vennootschap klein indien zij op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:

  • Jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • Jaaromzet, exclusief btw: 9.000.000 euro;
  • Balanstotaal: 4.500.000 euro.

Bij het overschrijden van slechts één drempel blijft de onderneming klein. Worden gedurende twee opeenvolgende boekjaren twee of drie drempels overschreden, dan verliest de vennootschap de kwalificatie van kleine onderneming in het daaropvolgende boekjaar. Een éénmalige overschrijding leidt dus niet per direct tot het verlies van het statuut van kleine vennootschap.

TOEKOMSTIGE DREMPELS

Na de geplande wetswijziging zouden de aangepaste drempels er als volgt uitzien:

  • Jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • Jaaromzet, exclusief btw: 11.250.000 euro;
  • Balanstotaal: 6.000.000 euro.

U ziet dat de wijziging enkel de drempels met betrekking tot jaaromzet en balanstotaal betreft. De vereiste van het gemiddeld personeelsbestand blijft ongewijzigd.

NOODZAKELIJKE WIJZIGING

De aanpassing van de drempelwaarden is geen overbodige luxe. Sinds de implementatie van een Europese richtlijn in 2015 wijzigden ze immers niet meer. De inflatie en economische groei evolueerden in tussentijd in een snel tempo. Bijgevolg vallen steeds meer vennootschappen buiten het toepassingsgebied van de KMO-criteria, hoewel ze volgens de economische realiteit niet (voldoende) groeien. Een opwaartse wijziging van de grensbedragen dringt zich dus op.

IMPACT VAN DE WIJZIGING

De impact van de actualisatie valt niet te onderschatten. Door de verhoging van de criteria zullen meer ondernemingen opnieuw als ‘klein’ kwalificeren en derhalve terug in aanmerking komen voor een reeks gunstregimes.

Denk in de eerste plaats aan minder zware boekhoudrapportering, zoals het niet moeten benoemen van een commissaris, het niet moeten opstellen van een jaarverslag conform de vereisten bepaald in het Wetboek voor Vennootschappen en Verenigingen en de mogelijkheid om de jaarrekening op te stellen volgens verkort schema. Dit resulteert in een kostenbesparing voor de onderneming alsook een vermindering van administratieve lasten.

Ook op fiscaal vlak heeft een onderneming baat bij een kwalificatie als KMO. Zo kan een KMO genieten van tal van fiscale gunstregelingen, zoals onder meer een voordelig tarief voor de investeringsaftrek, een verlaagd tarief vennootschapsbelasting van 20% op de eerste 100.000 euro winst, het VVPRbis-regime op dividenden, de mogelijkheid om een liquidatiereserve aan te leggen, het gebrek aan vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen gedurende de eerste drie boekjaren…

INWERKINGTREDING

De nieuwe drempelbedragen zouden van toepassing zijn op de boekjaren die starten op of na 1 januari 2024. Dit betekent dat voor vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren, de nieuwe criteria reeds van toepassing zijn op het lopende boekjaar.

WAT MET HET VERLEDEN?

Hoe moeten we omgaan met de nieuwe criteria voor de voorgaande boekjaren? Zoals hierboven toegelicht, wordt een kleine vennootschap groot indien zij gedurende twee opeenvolgende boekjaren minstens twee criteria overschrijdt. Omgekeerd wordt een grote vennootschap terug klein indien zij gedurende twee opeenvolgende boekjaren onder minstens twee drempels blijft. Bij het overschrijden van de drempelwaarden zijn de gevolgen dus pas op termijn voelbaar. Dit is het principe van de ‘uitgestelde werking’.

Wat dan met vennootschappen die (i) in het boekjaar 2023 volgens de oude drempelwaarden groot zijn, maar volgens de nieuwe drempelwaarden klein en (ii) in boekjaar 2024 volgens de nieuwe drempelwaarden klein zijn. Zullen zij vanaf boekjaar 2025 groot of klein zijn?

Het wetsontwerp verduidelijkt dat dergelijke vennootschappen in boekjaar 2025 nog groot zullen zijn. Voor boekjaar 2023 dient immers rekening te worden gehouden met de oude drempelwaarden. Door het principe van de uitgestelde werking zal de vennootschap vervolgens ook in boekjaar 2025 niet meer dan twee criteria mogen overschrijden om klein te kunnen zijn. Bovendien zal zij dan pas klein zijn in het daaropvolgende boekjaar, 2026.

BESLUIT

De nieuwe drempelwaarden bieden heel wat ondernemingen de mogelijkheid om (terug) als KMO te worden aangemerkt en derhalve gebruik te maken van boekhoudkundige en fiscale voordelen.

Om hier optimaal gebruik van te kunnen maken, is het belangrijk dat u de cijfers van uw onderneming grondig bekijkt. Merk op dat de impact van deze kwalificatie reeds van belang kan zijn bij het bepalen van uw eerste voorafbetaling voor boekjaar 2024, die u uiterlijk op 10 april 2024 moet betalen. Mogelijk maakt u immers (opnieuw) aanspraak op het verlaagde belastingtarief voor KMO’s…

Bron: Van Havermaet

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen