Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Optionele conventionele terugkeer van een schenking. Administratief standpunt Vlabel gepubliceerd op 30 mei 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Wat bij een gewoon beding van terugkeer?

Een gewoon beding van terugkeer, dat voorziet dat het voorwerp van de schenking terugkeert naar de schenker indien de begiftigde vóór de schenker komt te overlijden, werkt als een ontbindende voorwaarde. Indien de ontbindende voorwaarde wordt vervuld, keert het voorwerp van de schenking terug naar de schenker, zonder dat daarmee enige wilsuiting is gemoeid.

Werkt een optionele conventionele terugkeer ook als een ontbindende voorwaarde?

Ook een optionele conventionele terugkeer werkt als een ontbindende voorwaarde (cf. Hof van Cassatie, 14 oktober 2021). Het vooroverlijden van de begiftigde opent voor de schenker een recht: de terugkeer al dan niet laten plaatsvinden. Er is dus een wilsuiting van de schenker vereist om de terugkeer te laten plaatsvinden. Wordt die wilsuiting gegeven, dan werkt ook dat beding als een ontbindende voorwaarde. Indien de ontbindende voorwaarde wordt vervuld, keert het voorwerp van de schenking terug naar de schenker. De vraag is evenwel bij een schenking met conventionele terugkeer onder optioneel ontbindende voorwaarde van het vooroverlijden van de begiftigde op welk ogenblik die terugkeer plaatsvindt gezien de optie enige tijd na het overlijden kan worden gelicht.

Gelet op art. 5.147 BW heeft het lichten van de optie voor schenkingen die dateren vanaf 1 januari 2023 immers slechts uitwerking voor de toekomst waardoor de goederen die terugkeren naar de schenker op het ogenblik van het overlijden van de begiftigde wel degelijk deel uitmaken van diens nalatenschap en aldus onderworpen zijn aan erfbelasting. De terugwerkende kracht (tot op het ogenblik van het overlijden) kan door de partijen evenwel bij de schenking bedongen worden.

Zo niet zal er moeten onderzocht worden of het met zekerheid de bedoeling was van de partijen (cf. art. 5.64 en 5.142 BW) om de terugkeer te laten plaatsvinden op het ogenblik van het overlijden van de begiftigde.

Speelt het op fiscaal vlak een rol of de zakelijke subrogatie bedongen werd of van rechtswege (art. 3.10 BW) plaatsvindt?

De vraag of in een specifieke situatie sprake is van een zakelijke subrogatie van rechtswege zoals ingevoerd door art. 3.10 BW, waarop de titularis van een zakelijk recht beroep kan doen om het tenietgaan van zijn zakelijk recht tegen te gaan, is een burgerrechtelijke vraag.

Op fiscaal vlak speelt het geen rol of de zakelijke subrogatie bedongen werd of van rechtswege (art. 3.10 BW) plaatsvindt. In beide gevallen blijft de titel van de eigendomsverkrijging van het gesubrogeerde goed door de schenker de schenking zelf met daaraan gekoppeld de modaliteit van bedongen terugkeer.

Het standpunt is ook van toepassing in geval van zakelijke subrogatie van rechtswege voor schenkingen die plaatsvonden vóór 1 september 2021 (datum inwerkingtreding nieuw goederenrecht) (cf. Gent, 27 september 2022, 2021/AR/344).

Webinar on demand

Webinar on demand ‘Schenkingen: een analyse na 2022’ door mr. Nathalie Labeeuw (advocaat-vennoot Cazimir).

Tijdens deze webinar on demand, opgenomen in een professionele studio, geeft mr. Nathalie Labeeuw een praktijkgerichte analyse van welke conclusies kunnen getrokken worden uit een aantal relevante evoluties uit 2022, zowel inzake wetgeving (in het bijzonder de impact van Boek 5), rechtspraak en de Voorafgaande beslissingen en Administratieve standpunten van Vlabel.

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen