Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Meerwaarde bij aandelenverkoop van kasgeldvennootschap blijft onbelast (Delboo)

Auteur: Delboo

In het arrest van 22 februari 2022 fluit het hof van beroep te Antwerpen de fiscus terug die de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van aandelen van een ‘kasgeldvennootschap’ (d.i. een vennootschap die alleen geld als vermogen aanhoudt), als divers inkomen had belast.

Feiten

In november 1999 verkocht een vennootschap haar handelsfonds, bestaande uit onder meer alle verkoopactiviteiten en haar activiteiten inzake marketing, aankoop en dienst na verkoop, aan vennootschap X. Hierdoor bleven in de vennootschap enkel liquide middelen over en werd de vennootschap een zogenaamde ‘kasgeldvennootschap’. Enkele maanden later werden de aandelen van deze ‘kasgeldvennootschap’ door de aandeelhouder-natuurlijke persoon verkocht aan vennootschap Y.

De fiscus belastte de gerealiseerde meerwaarde als een divers inkomen overeenkomstig het toenmalige artikel 90, 1° WIB, omdat de belastingplichtige de ‘grenzen van het normaal beheer van een privévermogen’ ruimschoots zou hebben overschreden. Volgens de fiscus was er sprake van een “wel uitgedachte opeenvolging van een assetdeal en een sharedeal, gecombineerd met een doorgedreven professionele begeleiding door raadgevers die torenhoge erelonen aanrekenden”.

De belastingplichtige ging niet akkoord met de belastingheffing. Volgens hem kaderde de verkoop van de aandelen wel degelijk in een normaal beheer van privévermogen, zodat de gerealiseerde meerwaarde niet als divers inkomen kon worden belast. Hij startte een gerechtelijke procedure, die uiteindelijk door het hof van beroep te Antwerpen behandeld werd.

Beslissing hof van beroep

Het hof van beroep te Antwerpen oordeelt dat de gerealiseerde meerwaarde niet belastbaar is als divers inkomen. Het hof haalt hiervoor meerdere argumenten aan.

Vooreerst stelt het hof dat normaal beheer niet vereist dat een goede huisvader zijn vermogen op een simplistische wijze beheert of ontdaan is van elke hoop op verrijking. Noch het beroep doen op een fiscalist, noch het gebruik maken van fiscale spitstechnologie is op zich in strijd met een normaal beheer van het privévermogen. Het is voor een goede huisvader integendeel juist normaal dat hij beroep doet op adviezen van specialisten.

Daarnaast stelt het hof vast dat de handelszaak werd overgedragen aan “bestaande, onafhankelijke vennootschappen”. Bovendien blijkt uit de feiten niet dat de ‘kasgeldvennootschap’ het resultaat was van een vooropgezet plan. Een eventuele verkoop van de aandelen maakte initieel ook het voorwerp uit van de onderhandelingen, maar uiteindelijk koos de koper ervoor om enkel het handelsfonds over te nemen. Het is dan ook niet abnormaal dat de belastingplichtige die achterbleef met een ‘kasgeldvennootschap’ besliste om deze te verkopen in plaats van ze te vereffenen. Ook het korte tijdsverloop tussen de verkoop van het handelsfonds en de verkoop van de aandelen van de ‘kasgeldvennootschap’ toont geenszins aan dat er sprake is van een opgezette constructie.

Verder stelt het hof dat het niet abnormaal is dat de aandelen van kasgeldvennootschappen verhandeld worden tegen een hogere waarde dan het bestaande netto-actief van de vennootschap, aangezien de overnemer belastingneutraliserende maatregelen kan nemen of de belasting kan uitstellen door met de liquide middelen nieuwe investeringen te doen. Het trachten bekomen van de hoogst mogelijke prijs voor zijn activa kadert volgens het hof precies in het normaal beheer van een privévermogen door een goede huisvader.

Ten slotte oordeelt het hof dat niet is aangetoond dat de belastingplichtige wist dat de koper van de aandelen (vennootschap Y) enkel beoogde de kas leeg te halen zonder de belastingen te voldoen en dat evenmin werd aangetoond dat hij één en ander had moeten weten. Uit geen enkel objectief element blijkt dat de belastingplichtige wist of moest weten dat de vennootschap na de verkoop haar fiscale verplichtingen niet zou nakomen.

Kortom, het hof van beroep oordeelde dat de fiscus er niet in slaagde aan te tonen dat de verrichtingen van de belastingplichtige niet als normaal kunnen worden beschouwd. De meerwaarde kan dan ook niet belast worden.

Bron: Delboo