Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Erfgenamen, opgelet voor bodemverontreiniging! (Gevaco Advocaten)

AuteurPhilippe Dreesen (Gevaco Advocaten)

Publicatiedatum: 11/04/2019

Bij bodemverontreiniging moet de eigenaar in principe een beschrijvend onderzoek en een sanering laten uitvoeren, tenzij een gebruiker/exploitant van de grond hiervoor verantwoordelijk zou zijn. De eigenaar kan bij de OVAM een vrijstelling aan, mits hij voldoet aan volgende voorwaarden:

  1. hij heeft de bodemverontreiniging niet zelf veroorzaakt;
  2. de bodemverontreiniging is tot stand gekomen voor het tijdstip waarop hij eigenaar van de grond werd;
  3. hij was niet op de hoogte en behoorde niet op de hoogte te zijn van de bodemverontreiniging op het ogenblik dat hij eigenaar van de grond werd.

Vooral die laatste voorwaarde, de zogenaamde kennisvereiste, wordt door de OVAM streng beoordeeld. Of een eigenaar al dan niet op de hoogte behoorde te zijn van de verontreiniging, is nauw verbonden met de zorgvuldigheidsplicht. Een eigenaar of gebruiker moet worden geacht de verontreiniging te kennen, indien aangenomen kan worden dat een zorgvuldig optredend eigenaar het nodige zou hebben gedaan om zich op de hoogte te stellen betreffende de verontreiniging. Het kan inderdaad aangenomen worden dat iemand die een grond aankoopt de bodemtoestand nagaat aan de hand van het verplicht bodemattest dat bij elke compromis gevoegd moet worden. Op de verkoper rusten bepaalde informatieverplichtingen op basis van de bodemwetgeving, terwijl dit niet geldt bij erfopvolging. Voor erfgenamen die een grond verwerven ingevolge een erfenis, is het dus veel minder vanzelfsprekend om de toestand van de grond na te gaan.

Het bodemdecreet voorziet echter niet in een afwijkende regeling voor deze erfgenamen wat de invulling van de voormelde kennisvereiste betreft. Daarom geldt voor erfgenamen eveneens de zorgvuldigheidsplicht. Voor het nakomen van die plicht kan het desgevallend aangewezen zijn om bij de aanvaarding van een nalatenschap de nodige voorzichtigheid in acht te nemen en de grond te laten onderzoeken – zeker wanneer er aanwijzingen zijn voor een mogelijke verontreiniging. Ook al is de verontreiniging ontstaan wanneer de erfgenamen nog niet geboren of klein waren, neemt dit niet weg dat zij de bodemtoestand moeten nagaan op het ogenblik dat ze de nalatenschap aanvaarden. Zo heeft de Raad van State in een recent arrest geoordeeld. De voorbije jaren is er immers een voldoende algemeen milieubewustzijn aanwezig, hetgeen erfgenamen er vandaag de dag toe noopt de nodige omzichtigheid aan de dag te leggen.

Het maakt wel een wezenlijk verschil uit, indien de overleden erflater zelf in aanmerking kwam om deze vrijstelling aan te vragen. Ten aanzien van deze erfgenamen komt de OVAM tot een meer soepele beoordeling.

Indien u advies of hulp wenst bij het opstellen van een gemotiveerde aanvraag tot vrijstelling, staan wij u graag bij.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed