Reclame voeren als zorgverlener: wat is toegelaten? (Eska Law)
Auteur: Eska Law
In een digitaal versnelde wereld kan u zich vandaag de vraag stellen welke reclame u als zorgverlener voor uw praktijk mag voeren.
Onder het oude artikel 127 van de GVU-wet (opgeheven op 19 maart 2013) was voorzien dat u als zorgverlener voor de organisatie van de terugbetaalde zorgverstrekkingen enkel publiciteit onder bepaalde voorwaarden mocht maken. Zo mocht u onder meer publiciteit voeren over uw opening, uw openingsuren, een wijziging van uw adres, … op voorwaarde dat deze informatie slechts één keer werd verstrekt tijdens een periode van 15 dagen vooraleer deze toestanden of wijzigingen zich voordeden. Na deze termijn van 15 dagen mocht deze publiciteit niet meer worden gevoerd.
Artikel 64 Wet 30 oktober 2018 (tot 1 juli 2022)
Naar aanleiding van het arrest Vanderborght werd in de Wet van 30 oktober 2018 betreffende de diverse bepalingen inzake gezondheid, artikel 64 ingevoerd dat stipuleert welke praktijkinformatie u als zorgverlener mag kenbaar maken:
Artikel 64:
“De beroepsbeoefenaar bedoeld in de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 en de beoefenaar van een niet-conventionele praktijk bedoeld in de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen, mag zijn praktijkvoering aan het publiek enkel kenbaar maken onder volgende voorwaarden:
1° de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;
2° de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.
De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.”
Belangrijk hierbij op te merken is dat bovenstaande voorwaarden ook moeten nageleefd worden bij het gebruik van sociale media. Volgens de memorie van toelichting zijn deze voorwaarden namelijk algemeen geformuleerd en moeten deze worden nageleefd ongeacht de plaats, drager of aangewende technieken. Hierin zijn ook reality-tv uitzendingen begrepen.
Dit artikel is van toepassing sinds 26 november 2018 en blijft op vandaag gelden tot de inwerkingtreding van de nieuwe kwaliteitswet op 1 juli 2022.
Artikel 31 Kwaliteitswet (vanaf 1 juli 2022)
Met de nieuwe kwaliteitswet komt artikel 31 in de plaats van artikel 64 van de Wet van 30 oktober 2018.
Artikel 31:
- De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder praktijkinformatie verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk. - De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd:
- de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;
- de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.
De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.
U mag als zorgverlener aldus praktijkinformatie (onder bepaalde voorwaarden) aan het publiek kenbaar maken maar dit wil niet zeggen dat u reclame mag voeren.
Elke vorm van promotie of een verkoopsbevorderend opzet is namelijk verboden.
Verbod op reclame
Alle zorgverleners zullen de bepalingen inzake de praktijkinformatie strikt dienen na te leven, waarbij u als zorgverlener enkel informatie mag kenbaar maken onder specifieke voorwaarden waarbij deze praktijkinformatie niet het oogmerk mag hebben om patiënten te ronselen.
De niet-naleving van deze bepalingen kan ertoe leiden dat aan de zorgverlener een verbeterplan wordt voorgelegd door de minister dat binnen een bepaalde (éénmaal hernieuwbaar) termijn moet worden uitgevoerd.
Bij een herhaalde schending kan de minister zelfs overgaan tot een schorsing of intrekking van het visum van de zorgverlener.
Het is belangrijk dat u als zorgverlener er hierbij over waakt dat u geen ‘reclame’ voert, nu de wetgever een algemeen en absoluut reclameverbod heeft ingevoerd voor alle zorgverleners.
Bronnen:
- Wet 30 oktober 2018 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid
- Wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg
- VANSWEEVELT, S. TACK, F. DEWALLENS, S. CALLENS, T. GOFFIN, T. BALTHAZAR, R. HEYLEN, A; VANHOVE, E. DELBEKE, N. BROECKX en S. LIERMAN, De kwaliteitswet, 2020, Brussel, Intersentia, 81-120.
Bron: Eska Law
» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma