Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Nieuwe wetgeving: hoe schulden van een consument invorderen? (Gevaco Advocaten)

Auteur: Katleen Lemmens (Gevaco Advocaten)

Op 4 mei laatstleden werd er een nieuwe wet goedgekeurd houdende invoeging in het Wetboek van economisch recht van een boek XIX “Schulden van de consument”.

Deze nieuwe wet is van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming.

Daarnaast biedt de wet een regelgevend kader voor elke minnelijke invordering van schulden en elke activiteit van minnelijke invordering van schulden van een consument aan een onderneming.

Wij sommen voor u de belangrijkste punten uit de wet op.

  1. De eerste betalingsherinnering is altijd gratis

Wanneer u als onderneming een schuld wenst in te vorderen bij een consument mag u in uw eerste betalingsherinnering geen nalatigheidsinteresten en/of schadebeding vorderen.

  1. In de eerste herinnering moet altijd melding gemaakt worden of mogelijks bijkomende kosten aangerekend zullen worden in geval van laattijdige betaling en dienen verplicht een aantal andere gegevens opgenomen te worden.
  2. De onderneming moet na verzending van de eerste betalingsherinnering een wachttijd van 14 kalenderdagen respecteren alvorens er extra kosten of interesten aangerekend kunnen worden.

Concreet bent u als onderneming derhalve verplicht een eerste herinnering te verzenden die zich beperkt tot de openstaande hoofdsom, en is het maar na verzending van deze eerste herinnering, alsook het respecteren van een wachttijd van 14 kalenderdagen, dat naast de hoofdsom interesten en schadebeding gevorderd kunnen worden.

  1. Voor de kosten van een bijkomende herinnering mag er max. 7,50 euro aangerekend worden.
  2. De eventueel verschuldigde schadevergoeding moet voor de aanvang van de overeenkomst tussen de overeenkomst en de consument uitdrukkelijk bepaald zijn en de omvang is wettelijk geplafonneerd.
    • schulden onder de 150,00 euro: max. 20,00 euro,
    • schulden tussen 150,01 euro en 500,00 euro: max. 30,00 euro + 10% op de schijf boven de 150,00 euro,
    • schulden boven de 500,01 euro: max. 65,00 euro + 5% op de schijf boven de 500,00 euro met een max. van 2.000,00 euro.

Bedragen die deze maximumbedragen overschrijden, kunnen niet van de consument worden gevorderd, en er kan geen andere schadevergoeding worden geëist.

Deze maximumbeperking van de bedragen die van de consument kunnen worden gevorderd, geldt voor elk schadebeding, ongeacht of er slechts één beding is dan wel een combinatie van bedingen die voorzien in sanctie(s) in geval van betalingsachterstand. Het schadebeding of de combinatie van schadebedingen moet deze maximumbedragen in acht nemen.

Schadebedingen die bedragen bevatten die niet overeenstemmen met het hoger vermelde zijn verboden en worden als niet geschreven beschouwd.

  1. Ook contractueel vastgelegde nalatigheidsinteresten worden geplafonneerd.

Ze mogen niet hoger zijn dan de interestvoet zoals bepaald in de wet van 2 augustus 2002 betreffende de betalingsachterstand bij handelstransacties.  Momenteel bedraagt deze interestvoet 10,5%.

Het tweede luik van de wet maakt, zoals hoger vermeld, een regelgevend kader uit voor personen en ondernemingen die zich bezig houden met een activiteit van minnelijke invordering van schulden bij consumenten.  Het betreft de opname in het Wetboek van economisch recht van een herwerkte versie van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument.

Nieuw is dat advocaten, ministeriële ambtenaren en gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep onderworpen zullen worden aan het toezicht van de Economische Inspectie.

Andere belangrijke in de wet opgenomen punten zijn:

  • de verplichting om de “wettigheid” van de gevorderde schadebedingen te controleren alvorens actie te ondernemen opzichtens de consument,
  • de verplichting om de consument te informeren over zijn recht om alle stukken ter verantwoording van de schuld te bekomen, om betalingsfaciliteiten te vragen, alsook over de te volgen procedure in geval van betwisting van de schuld,
  • de verplichting om een ingebrekestelling te verzenden en een wachttermijn van 14 kalenderdagen, die ingaat op de derde werkdag na verzending van de ingebrekestelling, te respecteren alvorens over te gaan tot een andere maatregel van minnelijke invordering,
  • in geval van betwisting van de schuld dient er binnen de 30 kalenderdagen beslist worden om al dan niet over te gaan tot dagvaarding. Doet men hier langer over dan mogen er geen nalatigheidsinteresten aangerekend worden tot dat de beslissing genomen is.
  • In geval er uitstel van betaling of afbetalingsfaciliteiten gevraagd worden door de consument dient er binnen de 30 kalenderdagen beslist worden om hier al dan niet mee akkoord te gaan of verdere stappen te ondernemen. Ondertussen mag er niets gedaan worden.  Doet men dit niet en wacht men hier langer mee dan mogen er geen nalatigheidsinteresten aangerekend worden tot dat de beslissing genomen is.  Een zelfde regel wordt ingevoerd voor het geval de consument beroep doet op een schuldbemiddelaar of een verzoek tot het bekomen van collectieve schuldenregeling heeft ingediend,
  • wanneer er een afbetalingsregeling getroffen wordt, dient de consument minstens éénmaal per jaar een overzicht te ontvangen van de al betaalde bedragen en het nog verschuldigde saldo, ook wanneer de schuld volledig voldaan is dient de consument hiervan op de hoogte te worden gesteld,
  • er worden minimumregels vooropgesteld die gerespecteerd dienen te worden bij een huisbezoek aan de consument,
  • iedere afspraak die gemaakt wordt omtrent de betaling van een schuld moet bevestigd worden aan de consument,
  • de schuldinvorderaar mag van de consument geen afzonderlijke vergoeding voor zijn tussenkomst vragen.

Een hele boterham dus.

De nieuwe wet treedt in werking op 1 september 2023 voor nieuwe overeenkomsten.

Vanaf 1 december 2023 is ze eveneens van toepassing op iedere vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór de inwerkingtreding van de wet wanneer de betalingsachterstand ontstaat na de inwerkingtreding van de wet.

Bron: Gevaco Advocaten

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument