Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Rechtspraak – de verdeling van de gerechtskosten (Mploy)

Auteur: Ludo Vermeulen (Mploy)

Publicatiedatum: juni 2018

De rechter moet de in het ongelijk gestelde partij veroordelen tot de gerechtskosten. Tenzij er een deskundig onderzoek is geweest, wat in geschillen tussen werkgever en werknemer zelden het geval zal zijn, gaat het dan vooral om de “rechtsplegingsvergoeding”. Dat is een door de wetgever forfaitair bepaald bedrag, afhankelijk van het bedrag van de vordering(en). Indien bijv. de werknemer een bedrag van 30.000 euro (bruto!) vordert, is die vergoeding 2.400 euro.  Bij een vordering van 110.000 euro is dat al 6.000 euro. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter die “basisbedragen” verhogen of verlagen.

De kosten kunnen worden “omgeslagen” zeg maar verdeeld tussen partijen “zoals de rechter het raadzaam oordeelt, wanneer de partijen onderscheidenlijk omtrent enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld” (artikel 1017 Ger.W.).

Die regel pakt dikwijls ongunstig uit voor de werkgever. Uiteraard is het meestal de werknemer die zijn ex-werkgever voor de rechter sleept en ontslag- en andere vergoedingen eist.

Enkele voorbeelden.

  • Arbeidshof Antwerpen, afdeling Hasselt 15 november 2016: de werknemer vordert in het totaal (opzegvergoeding, vergoeding misbruik ontslagrecht, …) 105.782 euro en krijgt slechts 6.326 euro toegekend, zijnde zowat 6 % van zijn  vordering. Het hof veroordeelt de werkgever tot 25 % van de gerechtskosten en de werknemer tot 75 %. Het hof motiveert die verdeling niet.
  • Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout 12 februari 2018: de werknemer vorderde in het totaal ongeveer 48.000 euro (opzegvergoeding, vergoeding kennelijk onredelijk ontslag, uitwinningsvergoeding, …) en krijgt uiteindelijk nog geen 1.500 euro (ecocheques en onterechte inhouding) toegekend. Dat is 3,12 %.  De rechtbank veroordeelt de werkgever tot één derde van de gerechtskosten en de werknemer tot twee derde. Voor die verdeling geeft de rechtbank geen redenen. Dat komt er op neer dat de werkgever (3.000 euro rpv x 2/3) – (3.000 euro rpv x 1/3) = 1.000 euro gerechtskosten betaald krijgt van de werknemer.
  • Arbeidsrechtbank Leuven 23 november 2017: de werknemer vorderde in het totaal meer dan 65.000 euro en krijgt uiteindelijk ongeveer 5.715 euro toegekend, nog geen 9 % van zijn vordering. De rechtbank veroordeelt iedere partij tot de helft van de kosten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure