Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Architect bij beperkte opdracht niet verplicht zich van een opvolger te verzekeren (Caluwaerts Uytterhoeven)

Auteurs: Kristof Uytterhoeven en Elisabeth Dejaegher (Caluwaerts Uytterhoeven)

Het Hof van Cassatie heeft in haar arrest van 18 februari 2022 een interessante verduidelijking gegeven van de reikwijdte van de verplichtingen die rusten op de architect wanneer hij door de bouwheer wordt ontheven van zijn controleopdracht, nadat hij het ontwerp heeft gerealiseerd (Cass. 18 februari 2022, AR C.18.0482.F, te raadplegen via www.juportal.be).

In dit arrest legt het Hof van Cassatie artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en het beroep van architect naast artikel 21 van het Reglement van Beroepsplichten van de Orde van Architecten:

  • Artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 verplicht de medewerking van een architect bij het opstellen van de plannen en de controle op de uitvoering van de werken waarvoor de wetten, decreten en reglementen een voorafgaande omgevingsvergunning vereisen.
  • Artikel 21 van het Reglement van Beroepsplichten bepaalt in het eerste lid dat een architect de opdracht voor het opmaken van een uitvoeringsontwerp niet mag aanvaarden zonder tegelijkertijd te zijn belast met de controle op de uitvoering van de werken. Volgens het tweede lid van dit artikel, mag de architect van dit beginsel afwijken indien hij de verzekering heeft dat een andere architect met de controle belast is, waarbij de architect de vergunningverlenende overheid alsook de bevoegde Raad van de Orde van Architecten de naam van de opvolgende architect moet meedelen. De architect zal op dezelfde wijze handelen indien hij, na het ontwerp te hebben afgeleverd, door de opdrachtgever van zijn controleopdracht wordt ontheven (artikel 21 Reglement van Beroepsplichten, derde lid).
Architect en Hof van Cassatie

Het Hof van Cassatie stelt vervolgens in duidelijke bewoordingen dat uit deze bepalingen voor de architect enkel een verplichting volgt om, wanneer hij na de opmaak van het ontwerp door de bouwheer wordt ontheven van zijn controleopdracht, de vergunningverlenende overheid alsook de bevoegde Raad van de Orde van Architecten mee te delen dat hij van zijn controleopdracht is ontheven. De architect met beperkte opdracht is – zo oordeelt het Hof van Cassatie – niet verplicht zich ervan te verzekeren dat een andere architect met de controle op de uitvoering wordt belast.

De architect is dus niet (meer) verplicht om na te gaan of de bouwheer na hem een andere architect heeft aangesteld voor het uitvoeren van de controle op vergunningplichtige werken. Het volstaat dat de architect de vergunningverlenende overheid alsook de bevoegde Raad van de Orde van Architecten over zijn beperkte opdracht informeert.

Architect niet meer verplicht opvolger mee te delen

Uit dit arrest volgt ook dat de architect niet meer verplicht kan worden de naam van zijn opvolger mee te delen aan de vergunningverlenende overheid en de bevoegde Raad van de Orde van Architecten, hoewel dit voorzien is in artikel 21, tweede lid van het Reglement van Beroepsplichten. Dit is voor de op te volgen architect uiteraard een positieve evolutie, nu het meedelen van de naam van een opvolger niet altijd evident is. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan situaties waarin de bouwheer het aanstellen van een opvolgende architect blijft uitstellen of de bouwheer omwille van budgettaire redenen zelfs helemaal niet meer van zin is om een opvolgende architect aan te stellen (hoewel dit indruist tegen artikel 4 van de wet van 20 februari 1939, dat van openbare orde is). Deze eenzijdige beslissingen van de bouwheer mogen evident niet tot gevolg hebben dat de op te volgen architect verhinderd wordt diens eigen opdracht, met alle verantwoordelijkheden die ermee gepaard gaan, formeel te beëindigen.

Nu de op te volgen architect zich niet meer moet verzekeren dat er effectief een opvolger wordt aangeduid, is het eens zo belangrijk dat de op te volgen architect de bouwheer correct en goed informeert over diens verplichtingen. De op te volgen architect doet er dus goed aan om de bouwheer uitdrukkelijk en schriftelijk te wijzen op de noodzaak tot aanstelling van een opvolgende architect, hierbij verwijzend naar artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 en bij gebreke waaraan de bouwheer zich blootstelt aan burgerrechtelijke en zelfs strafrechtelijke sancties. Op deze manier kan er geen enkele discussie bestaan over het feit dat de bouwheer wel degelijk wist dat een architect verplicht moet worden aangesteld voor de controle op de uitvoering van de werken.

Besluit voor de architect

Ten gevolge van het arrest van het Hof van Cassatie van 18 februari 2022, dient een architect die van zijn controleopdracht wordt ontheven, zich niet meer te verzekeren dat de bouwheer een opvolgende architect aanstelt. Het is wel noodzakelijk, doch voldoende dat de op te volgen architect de vergunningverlenende overheid en de bevoegde Raad van de Orde van Architecten van de beperking van zijn opdracht in kennis stelt.

In die optiek kan van de architect ook niet meer verwacht worden dat hij de naam van de opvolgende architect aan de vergunningverlenende overheid en de bevoegde Raad van de Orde van Architect meedeelt. Het is wel belangrijk dat de op te volgen architect de bouwheer correct inlicht over de noodzaak tot aanstelling van een controlerend architect.

Bron: Caluwaerts Uytterhoeven

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed