Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Bewijsrecht in ondernemingszaken:
een praktijkgericht overzicht

Dhr. Pierre Thiriar (hof van beroep Antwerpen)

Webinar op donderdag 12 juni 2025


Schadevergoeding bij de onregelmatige gunning van overheidsopdrachten

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 5 juni 2025


Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep

Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)

Webinar op dinsdag 18 februari 2025


Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW

Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)

Webinar op donderdag 6 februari 2025


Boek 3 ‘Goederenrecht’ vier jaar later:
een evaluatie aan de hand van 15 vragen

Dr. Siel Demeyere (Eubelius)

Webinar op dinsdag 6 mei 2025

Woningbouwwet. Cassatie is duidelijk wat betreft de termijnen voor het opwerpen van het nietigheid van de overeenkomst (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De opdrachtgever of de koper moet de nietigheid van de aan de Woningbouwwet onderworpen overeenkomst op straffe van verval in rechte vorderen of voor de rechter als verweer opwerpen vóór de voorlopige oplevering of het verlijden van de authentieke akte.

Maar vereist is dat de nietigheid in rechte wordt aangevoerd via een nietigheidsvordering.

Eenmaal de voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden of de authentieke akte werd verleden, kan de opdrachtgever of de koper nadien niet meer de nietigheid van de overeenkomst vorderen of ze als verweer opwerpen.

In casu werd de nietigheid pas voor het eerst in rechte ingeroepen in besluiten na expertise op een ogenblik dat het pand volledig opgericht én opgeleverd was. De eerste rechter, wiens motieven inzake de nietigheid op grond van de Woningbouwwet werden overgenomen door de appelrechter, oordeelde evenwel dat nietigheidsexceptie tijdig was ingeroepen.

Het Hof van Cassatie oordeelde evenwel als volgt:

‘De eiser voerde voor de appelrechter aan dat de nietigheid van de aannemingsovereenkomst door de verweerders laattijdig werd opgeworpen aangezien zij pas voor het eerst in rechte werd ingeroepen in hun conclusie na expertise van 2 januari 2018 terwijl het pand op 17 juni 2017 opgeleverd was.

De appelrechter die, met overname van de redenen van de eerste rechter, dit verweer verwerpt op grond dat de verweerders in een brief van 14 februari 2017 en dus voor de voorlopige oplevering die volgens de eerste tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij plaatsvond op 17 juni 2017, hebben gemeld dat “in hoofdorde dient te worden benadrukt dat de aannemingsovereenkomst absoluut nietig is”, schendt artikel 13 Woningbouwwet.’

Cassatie-arrest van 28 maart 2024

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Verbintenissen & Goederen

Boeken in de kijker: