Appartementsrecht:
een overzicht van recente ontwikkelingen
Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Andersen)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Het beroep van architect:
de wet van 3 mei 2024 en recente belangrijke rechtspraak
Prof. dr. Kristof Uytterhoeven
(Caluwaerts Uytterhoeven)
Webinar op vrijdag 11 oktober 2024
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector
Prof. dr. Kristof Uytterhoeven
(Caluwaerts Uytterhoeven)
Webinar op donderdag 7 november 2024
Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules
Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep
Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)
Webinar op vrijdag 8 november 2024
Woningbouwwet. Cassatie is duidelijk wat betreft de termijnen voor het opwerpen van het nietigheid van de overeenkomst (LegalNews)
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
De opdrachtgever of de koper moet de nietigheid van de aan de Woningbouwwet onderworpen overeenkomst op straffe van verval in rechte vorderen of voor de rechter als verweer opwerpen vóór de voorlopige oplevering of het verlijden van de authentieke akte.
Maar vereist is dat de nietigheid in rechte wordt aangevoerd via een nietigheidsvordering.
Eenmaal de voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden of de authentieke akte werd verleden, kan de opdrachtgever of de koper nadien niet meer de nietigheid van de overeenkomst vorderen of ze als verweer opwerpen.
In casu werd de nietigheid pas voor het eerst in rechte ingeroepen in besluiten na expertise op een ogenblik dat het pand volledig opgericht én opgeleverd was. De eerste rechter, wiens motieven inzake de nietigheid op grond van de Woningbouwwet werden overgenomen door de appelrechter, oordeelde evenwel dat nietigheidsexceptie tijdig was ingeroepen.
Het Hof van Cassatie oordeelde evenwel als volgt:
‘De eiser voerde voor de appelrechter aan dat de nietigheid van de aannemingsovereenkomst door de verweerders laattijdig werd opgeworpen aangezien zij pas voor het eerst in rechte werd ingeroepen in hun conclusie na expertise van 2 januari 2018 terwijl het pand op 17 juni 2017 opgeleverd was.
De appelrechter die, met overname van de redenen van de eerste rechter, dit verweer verwerpt op grond dat de verweerders in een brief van 14 februari 2017 en dus voor de voorlopige oplevering die volgens de eerste tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij plaatsvond op 17 juni 2017, hebben gemeld dat “in hoofdorde dient te worden benadrukt dat de aannemingsovereenkomst absoluut nietig is”, schendt artikel 13 Woningbouwwet.’
» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Verbintenissen & Goederen