Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Het einde van de ereloonbarema’s voor architecten definitief ingeluid? (Caluwaerts Uytterhoeven)

Auteurs: Kristof Uytterhoeven en Elisabeth Dejaegher (Caluwaerts Uytterhoeven)

Publicatiedatum: maart 2019 

In een advies van 28 februari 2019 in de zaak Europese Commissie tegen Duitsland is advocaat-generaal Szpunar van oordeel dat de Duitse honorariumregeling voor architecten en ingenieurs (de zogenaamde “HOAI”), die vaste minimum- en maximumtarieven oplegt voor planningsdiensten, een beperking is van de vrijheid van vestiging.Deze beperking wordt is weliswaar niet discriminerend en daarom verder getoetst aan de voorwaarden van artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn. Volgens de advocaat-generaal zou de regeling van de HOAI kunnen worden gerechtvaardigd door de consumentenbescherming en de waarborging van een hoog kwaliteitsniveau.  Evenwel moet de geschiktheid van minimumtarieven om de kwaliteit van de betrokken architectuur- en ingenieursdiensten te bevorderen worden aangetoond, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. De advocaat-generaal meent echter dat de Bondsrepubliek Duitsland dit bewijs niet levert.

De maximumtarieven worden wel geschikt geacht om het doel van consumentenbescherming te bereiken. Evenwel wordt volgens de advocaat-generaal niet aangetoond dat deze maximumtarieven niet kunnen worden vervangen door andere, minder beperkende maatregelen.

Het is thans wachten op een arrest van het Europese Hof van Justitie in deze zaak. De kans lijkt reëel dat het Hof de inbreuk op de Dienstenrichtlijn zal bevestigen. De vraag rijst echter of het debat inzake ereloonbarema’s daarmee definitief zal gesloten zijn.

Het weze nog opgemerkt dat artikel 12, eerste lid Reglement van beroepsplichten oplegt dat de erelonen van de architect hem middelen van bestaan moeten kunnen verschaffen en die hem toelaten zijn beroep uit te oefenen in eer en waardigheid. Een architect die een te laag ereloon vraagt, kan dus nog steeds tuchtrechtelijk worden veroordeeld ondanks de afschaffing van de minimumtarieven in België.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed