Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024

Opzegging van verzekeringsovereenkomst: wijzigingen (maar minder dan gepland) t.g.v. de wet van 22 april 2019 gepubliceerd in het Staatsblad van 30 april 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 21/05/2019

De oorspronkelijke bedoeling

Het was de bedoeling om met deze wet strekt de voorschriften in verband met de opzegging van de verzekeringsovereenkomsten te wijzigen, om aldus de consumenten beter te beschermen.

De Ombudsman van de verzekeringen ontving immers almaar meer klachten omtrent de opzegging van verzekeringsovereenkomsten.
Om dat te verhelpen, voorzag het wetsvoorstel in de instelling van:

  • het recht voor de verzekeringsnemer om de verzekeringsovereenkomst op te zeggen in om het even welke schriftelijke vorm
  • een opzeggingsrecht zonder jaarlijkse vervaldag: de verzekeringsovereenkomst zou na een looptijd van één jaar dus eender wanneer mogen worden opgezegd door de verzekeringsnemer.
De realiteit

Het huidig artikel luidt als volgt:

Art. 85. § 1. De duur van de verzekeringsovereenkomst mag niet langer zijn dan één jaar. Behalve wanneer een van de partijen ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst zich ertegen verzet, volgens de in artikel 84 voorgeschreven wijzen, wordt ze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.

De overeenkomst mag geen andere opzeggingstermijnen opleggen.

De partijen mogen de overeenkomst evenwel opzeggen wanneer, tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan, een termijn van meer dan één jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst kennis gegeven worden.

Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op de kapitalisatieverrichtingen en de ziekte- en levensverzekeringsovereenkomsten. Ongeacht de duur van die overeenkomsten kan de verzekeringnemer ze evenwel jaarlijks opzeggen, hetzij op de jaardag van de ingangsdatum van de overeenkomst, hetzij op de jaarlijkse vervaldag van de premie.

§ 2. De bepalingen van paragraaf 1 zijn niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten betreffende de risico’s die de Koning bepaalt.
De volgende risico’s kunnen evenwel niet worden uitgesloten :

  • Burgerrechtelijke aansprakelijkheid en voertuigcasco inzake motorrijtuigen;
  • Brand (eenvoudige risico’s);
  • Burgerrechtelijke extracontractuele aansprakelijkheid met betrekking tot het privéleven;
  • Lichamelijke ongevallen op persoonlijke titel gedekt;
  • Hulpverlening;
  • Rechtsbijstand.

§ 3. Dit artikel is niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar.

Nu wordt het artikel als volgt gewijzigd:

In artikel 85, § 1, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, teneinde de voorschriften in verband met de opzegging van de verzekeringsovereenkomsten te wijzigen, om de consumenten beter te beschermen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: “De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Nationale Bank van België, voor bepaalde types van verzekeringen kortere termijnen bepalen waarbinnen de verzekeringnemer zich moet verzetten tegen de stilzwijgende verlenging.”

2° In het vierde lid worden de woorden “Het eerste en het tweede lid” vervangen door de woorden “Het eerste en het derde lid”.

Lees hier de publicatie