Auteur: LegalNews.be
Publicatiedatum: 18/12/2019
Bedoeling van de wet
Vluchtgevaar vormde de enige mogelijke grondslag voor de onmiddellijke aanhouding. Maar het was nochtans niet ondenkbaar dat de veroordeelde, ten aanzien van wie er geen aanwijzingen zijn dat hij op de vlucht zou slaan, wel een potentieel gevaar voor de samenleving kan betekenen.
Het feit dat de betrokkene al eerder werd veroordeeld voor gelijkaardige feiten kan bijvoorbeeld een indicatie zijn dat hij in staat is nieuwe misdrijven te plegen.
Een strikte toepassing van de wet liet echter niet toe dit in rekening te nemen. Zodra vast stond dat er in hoofde van de veroordeelde geen vluchtgevaar aanwezig was, kon de strafrechter niet anders dan de onmiddellijke aanhouding weigeren, ondanks dat hij misschien aanvoelde dat de veroordeelde een veiligheidsrisico inhield.
Onder meer de casus rond de moord op een jonge vrouw in het voorjaar van 2019 in Antwerpen toonde aan dat de grondslag voor de onmiddellijke aanhouding zoals bepaald in het huidige artikel 33, § 2, van de wet op de voorlopige hechtenis te beperkt was.
Ook wanneer er geen vluchtgevaar bleek te zijn, kon het gerechtelijk verleden van een dader, zoals eerdere veroordelingen voor geweld- en zedenmisdrijven, er immers op wijzen dat het om een veelpleger gaat die wel degelijk een veiligheidsrisico vormt voor de samenleving. In dergelijke gevallen is het vanzelfsprekend dat een rechter bij de veroordeling tot onmiddellijke aanhouding kan overgaan.