Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024

Boskaart en betonstop : wat brengt de zomer? (Stibbe)

Auteur: Pieter Vandenheede (Stibbe)

Publicatiedatum: 20/06/2018

Op een zucht van het zomerreces heeft de Vlaamse Minister van Omgeving toch nog een aantal stevige dossiers op haar bureau. Behalve de felbesproken boskaart en het aan de betonstop gelinkte instrumentendecreet, is het ook uitkijken naar een reactie op een aantal uitspraken van het Hof van Justitie over de milieueffectenbeoordeling van plannen en programma’s.

Een stand van zaken.

De boskaart: deze keer voor echt?

Moeilijke start

Op 3 juni 2016 keurde de Vlaamse Regering op voorstel van de Minister van Omgeving de voorlopig vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen (hierna: “de boskaart“) principieel goed. Op 31 maart 2017 volgde, na een advies van de Raad van State, de definitieve goedkeuring van het ontwerp van de boskaart. Tegenlijk lanceerde de Minister ook een Omzendbrief kwetsbaar bos met richtlijnen voor de opmaak van ruimtelijke plannen en het beoordelen van omgevingsvergunningen.

De boskaart viseerde enkel zoneveemde bossen. Dat houdt in dat enkel de bossen die niet in een groene bestemming (“bos”, “parkgebied” of “reservaat en natuur”) liggen, op het ontwerp van boskaart waren aangeduid.

Het ontwerp van boskaart is, na hevig protest van niet enkel private eigenaars maar ook natuurverenigingen zoals Bos+, op 22 mei 2017 terug ingetrokken. De publieke opinie smaakte de boskaart niet. Minstens was op de wijze van totstandkoming kritiek gekomen.

Nog even geduld

Na de intrekking volgde enkel een duiding in het parlement, waarbij de Minister twee randvoorwaarden naar voren schoof, namelijk:

  1. een wijziging van de decretale basis voor de boskaart (artikel 90ter van het Bosdecreet);
  2. een correcte vergoeding voor eigenaars van bouwgronden of industriegronden, wat toen als “100% vergoeding”.

Van de eerste randvoorwaarde is vooralsnog geen werk gemaakt. Een recent voorstel tot wijziging van het Bosdecreet (mei 2018) bevatten geen voorstel tot aanpassing van artikel 90ter.

De tweede randvoorwaarde hangt nauw samen met de komst van de vergoedingsinstrumenten van het instrumentendecreet, hierna besproken.

De betonstop: op naar instrumenten?

Waar Vlaanderen nu staat

De zgn. “betonstop” beoogt tegen 2040 een volledige stop van extra inname van open ruimte.

Totnogtoe zijn daarbij drie data in herinnering te brengen:

  1. 30/11/2016:
    De Vlaamse Regering beslist het Witboek voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed te keuren (lees onze analyse hier). Hoewel het Witboek een transformatiebeleid op vele vlakken beoogt, springt vooral de betonstop in het oog.
  2. 07/07/2017:
    De Minister van Omgeving deelt Omzendbrief R0/2017/01 aan de Vlaamse Regering mee (lees onze analyse hier).  Deze omzendbrief beoogt het aangekondigde transformatiebeleid in een visie door te vertalen en maakt een onderscheid tussen de “bebouwde gebieden” en de “onbebouwde gebieden“.
  3. 12/01/2018:
    De Vlaamse Regering keurt een eerste voorontwerp van instrumentendecreet goed (lees onze analyse hier).

Wat er nog zit aan te komen

Instrumentendecreet

Ook hier geeft het antwoord op een parlementaire vraag van 12 juni 2018 aan wat we kunnen verwachten.

Het is de ambitie is om het Instrumentendecreet nog voor het zomerreces een tweede keer principieel te laten goedkeuren. Na verdere adviezen, volgt de indiening van het ontwerp van decreet in het parlement.

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Sedert 5 mei 2018 is de structuurplanning vervangen door de beleidsplanning. Met flexibelere regels is het de bedoeling om flexibelere plannen op te stellen.

Op Vlaams niveau betekent dit concreet de vervanging van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) door het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV).

Voorlopig blijft het echter bij een louter voorbereidend Witboek voor het BRV, dat intussen al van 30 november 2016 dateert (raadpleeg het hier). Van een daadwerkelijk BRV is nog werk te maken. Over een concrete timing van een BRV blijft het parlementaire antwoord bijzonder vaag. De minister meldt alvast dat lokale besturen “in het BRV heel wat instrumenten zullen hebben om actie te ondernemen” maar dat ze daar vandaag niet hoeven op wachten.

Op 8 mei 2018 gaf de minister al aan dat voor het BRV een overgangsbepaling is voorzien, zodat niet het hele voortraject van voor af aan te starten is:

“(…) We zijn het erover eens dat het geen steek zou houden om het proces voor het BRV over te doen, beginnend met een startnota. Er is dus wel degelijk nood aan een overgangsregeling. (…) de overgangsbepaling laat helemaal niet toe dat het voorbereidend traject zonder participatie zou gebeuren. Die moet er wel degelijk zijn geweest. Alleen is het geen noodzaak dat het gebeurde volgens de vormvereisten die in het uitvoeringsbesluit staan. (…)

Met een beroep op de overgangsmaatregel waarover we het zonet uitvoerig hebben gehad, is de eerstvolgende stap voor het BRV een voorlopige vaststelling. Daarna volgen het openbaar onderzoek en de adviesronde, dan een definitieve vaststelling en ook een bekrachtiging door het parlement. U haalde terecht aan dat we op regeringsniveau daaraan de laatste hand leggen. Ik heb dat daarnet ook al duidelijk gezegd. Ik hoop dat dat zo snel mogelijk kan worden afgerond.”

Niettegenstaande deze aankondiging, is het BRV sedertdien nog niet voorlopig vastgesteld.

“One more thing”

Niet enkel op Vlaams niveau beweegt er heel wat. Het Hof van Justitie had het de laatste tijd erg druk met een aantal Belgische prejudiciële vragen.

Het valt daarbij op dat de Belgische rechters twijfelen aan het toepassingsgebied van de notie “plan of programma” in het licht van de Europese verplichtingen van milieueffectbeoordeling (MER). Deze verplichtingen vloeien voort uit richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (ook wel de “plan-MER-richtlijn“).

Het Hof beantwoordde vooralsnog drie vragen. Samengevat was drie keer sprake van een “plan of programma” in de zin van de plan-MER-richtlijn:

  • het Waalse kader voor de uitbating van windtubines (slagschaduw- en geluidsnormen) is een plan dat een MER behoeft (zaak d’Oultremont ea, nr. C-290/15);
  • de Brusselse gezoneerde stedenbouwkundige verordening voor de hoogbouw en inrichting in de Wetstraat is een plan dat een MER behoeft (zaak IEB ea, nr. C-671/16);
  • de vaststelling van een Waalse perimeter die afwijkingen van voorschriften mogelijk maakt, is een plan dat een plan-MER behoeft (zaak Thybaut ea, nr. C-160/17).

Voorlopig diende het Hof zich nog niet uit te spreken over de verenigbaarheid van het Vlaamse instrumentarium met de plan-MER-richtlijn. In antwoord op een parlementaire vraag van 30 januari 2018 over de gevolgen van het d’Oultremont-arrest, antwoordde minister Schauvliege dat er intensief overleg aan de gang was in afwachting van een aantal uitspraken door Raad van State en Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Op 20 juni 2018 bevestigde de Minister in het Vlaams Parlement dat voor elke nieuwe stedenbouwkundig verordening, overeenkomstig het voorzorgsprincipe, een plan-MER zal worden opgesteld. De Minister bevestigde ook dat het debat voor een oplossing met de Europese commissie is gestart.

Ongetwijfeld volgen nog vragen over de indirecte impact van de vermelde arresten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed