Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Beletten stedenbouwkundige voorschriften uw project? Een vereenvoudigde wijzigingsprocedure kan soelaas bieden! (Monard Law)

Auteurs: Sarah Jacobs en Joy Vingerhoets (Monard Law)

Publicatiedatum: 31/03/2019

Zoals u waarschijnlijk reeds vernam, voerde de Codextrein 2017 heel wat wijzigingen door aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (“VCRO”) met het oog op de verhoging van het ruimtelijk rendement. Eén van deze wijzigingen was het invoeren van een eenvoudigere procedure voor de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften opgenomen in een instrument van ruimtelijke ordening. Op 11 januari 2019 nam de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit aan m.b.t. de procedureregels, die op deze wijzigingsprocedure van toepassing zijn. Op 7 maart 2019 trad deze versoepelde procedure in werking.

Wijziging van de VCRO ter verhoging van het ruimtelijk rendement

Ruimte in Vlaanderen is schaars. Het Vlaamse Regeerakkoord 2014 – 2019 plaatst de verhoging van het ruimtelijk rendement van de bestaande bebouwde ruimte op de voorgrond in de zoektocht naar ruimte voor functies zoals wonen en werken.

Het verhogen van het ruimtelijk rendement betekent dat we meer gaan doen met het reeds ingenomen ruimtebeslag. Het creëren van hoger ruimtelijk rendement gebeurt door meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte te organiseren zonder afbreuk te doen aan de leefkwaliteit, en dit op de best gelegen plaatsen. Dit gebeurt door te kiezen voor de meest geschikte, elkaar versterkende, combinatie van intensivering van het ruimtegebruik, verweving van verschillende functies, hergebruik van constructies en tijdelijk ruimtegebruik.

Verouderde of te gedetailleerde voorschriften opgenomen in BPA’s of gemeentelijke RUP’s verhinderen op het terrein vaak een beter ruimtelijk rendement. Veel oudere gemeentelijke plannen hebben immers een sterk opgedeelde zonering (gebouwen, tuinen enz.) en gedetailleerde bijhorende voorschriften over de functies die zijn toegelaten, over de (woning)typologieën, over de bouwdieptes en de bouwvolumes, etc.

Een van de manieren waarop de Vlaamse Overheid het ruimtelijk rendement tracht te verhogen, is door de versoepeling van een aantal procedures. Zo wordt de procedure inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften BPA’s of gemeentelijke RUP’s door de invoering van het nieuw artikel 7.4.4/1 VCRO vereenvoudigd.

Inwerkingtreding

De Codextrein bepaalde dat artikel 7.4.4/1 VCRO ingaat op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.

De Vlaamse Regering heeft de datum van inwerkingtreding vastgesteld door de aanname het besluit van 11 januari 2019, waarin zij de nadere procedureregels van toepassing op artikel 7.4.4/1 VCRO bepaalt. Dit uitvoeringsbesluit werd op 25 februari 2019 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, waardoor de nieuwe regeling op 7 maart 2019 in werking trad.

Wat is er veranderd?

Voorheen kon een wijziging van de stedenbouwkundige voorschriften enkel via de opmaak van een nieuw instrument, meer bepaald een ruimtelijk uitvoeringsplan (“RUP”), wat erg tijdsintensief en duur is.

Voortaan kunnen de gemeenten in bepaalde gevallen de verouderde voorschriften van instrumenten van ruimtelijke ordening gemakkelijker aanpassen. Dit komt de ruimtelijke rendementsverhoging ten goede.

De herziening of opheffing kan echter alleen betrekking hebben op inrichtingsvoorschriften en kan geen wijziging van de (hoofd)bestemming van het gebied tot gevolg hebben.

De stedenbouwkundige voorschriften kunnen worden herzien of opgeheven wat betreft:

  1. de perceelsafmetingen;  
  2. de afmetingen en de inplanting van constructies;  
  3. de dakvorm en de gebruikte materialen;  
  4. de maximaal mogelijke vloerterreinindex;  
  5. het aantal bouwlagen;  
  6. de voortuinstroken, de tuinzones met inbegrip van tuinconstructies, de binnenplaatsen, de afsluitingen, de buitenaanleg rond gebouwen met inbegrip van verhardingen, de bouwvrije stroken en de bufferstroken;  
  7. het aantal toegelaten woongelegenheden of bedrijfseenheden per kavel;  
  8. de toegelaten functies in bebouwbare zones of van bebouwde onroerende goederen;  
  9. de parkeergelegenheden.  

Voor de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (“GRUP’s”) wordt een herziening of opheffing van de voorschriften over de toegelaten functies uitgesloten.

De herziening of opheffing kan niet leiden tot een kleinere oppervlakte aan openbare groen- of recreatievoorzieningen.

Daarnaast kan de herziening of opheffing geen afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan voor het gebied in kwestie tot gevolg hebben.

Ten slotte moet de herziening of opheffing stroken met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan of het gemeentelijk beleidsplan ruimte.

Eenvoudigere procedure

De soepelere herzieningsprocedure verloopt als volgt:

  • Het initiatiefrecht ligt bij het College van Burgemeester en Schepenen.
  • De herziening of opheffing wordt steeds onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek duurt 30 dagen. Gedurende deze periode kan iedere belanghebbende schriftelijke of digitale opmerkingen of bezwaren indienen. 
  • De gemeente wint het advies in van de Deputatie, het Departement Omgeving en een aantal door de Vlaamse Regering in haar besluit aangeduide instanties.  
  • De Gemeenteraad beslist over de planwijziging binnen een vervaltermijn van 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek dan wel na het einde van de adviesperiode. Er wordt daarbij gekeken naar de meest recente datum.

Een afschrift van het besluit van de Gemeenteraad tot herziening, opheffing of afwijking van de voorschriften wordt aan de Deputatie en het Departement Omgeving bezorgd. De Deputatie en de Vlaamse Regering beschikken over een termijn van 45 dagen om het besluit van de Gemeenteraad te schorsen of te vernietigen.

Als het besluit niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt het besluit bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het besluit van de Gemeenteraad treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking ervan.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed