HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Ondernemen in België vanuit het buitenland : kiezen voor een dochtervennootschap of een bijkantoor? (Peeters Euregio Law)

Auteurs: Marco Wirtz en Sofie Jacobs (Peeters Euregio Law)

Publicatiedatum: 07/02/2018

Indien u als ondernemer uw activiteiten internationaal wenst uit te breiden, zou België wel eens een interessante optie kunnen zijn. België is immers strategisch gunstig gelegen in het hart van Europa en vormt reeds de vestigingsplaats van tal van internationale ondernemingen en intergouvernementele organisaties, zoals de Europese Unie. Daarnaast bezit België een kapitaalkrachtige bevolking en behoren de Belgische arbeidskrachten tot de meest productieve en hoogopgeleide ter wereld. Eens in België gevestigd, biedt België bovendien interessante doorgroeimogelijkheden naar andere Europese landen.

Wanneer u beslist om de activiteiten van uw onderneming uit te breiden naar België, stelt zich natuurlijk de vraag op welke manier u deze activiteiten het best kan ontplooien. Vaak zal een onderneming een bijkantoor openen of een dochtervennootschap oprichten, maar welk van deze twee opties past het best bij uw onderneming?

In deze bijdrage zal een vergelijking worden gemaakt tussen de vennootschapsrechtelijke aspecten met betrekking tot een dochtervennootschap enerzijds, en een bijkantoor anderzijds.

1. Rechtspersoonlijkheid

Het eerste en wellicht meest belangrijke verschil tussen een dochtervennootschap en een bijkantoor bestaat erin dat een dochtervennootschap een aparte rechtspersoon is, die juridisch te onderscheiden is van de moedervennootschap. Een bijkantoor daarentegen is geen aparte rechtspersoon en vormt een geheel met de buitenlandse vennootschap.

Het feit dat een dochtervennootschap een aparte rechtspersoonlijkheid bezit, heeft (behoudens uitzonderingen) tot gevolg dat de moedervennootschap slechts beperkt aansprakelijk is voor de dochtervennootschap. De moedervennootschap riskeert hierdoor enkel haar inbreng te verliezen. Indien u opteert voor een bijkantoor, zal de buitenlandse vennootschap echter de volledige aansprakelijkheid dragen voor de activiteiten van dit bijkantoor aangezien deze één en dezelfde juridische entiteit vormt samen met de buitenlandse vennootschap.

2. Oprichtingsformaliteiten

Dochtervennootschap

De dochtervennootschap zal worden opgericht als een Belgische vennootschap. Hiervoor is in principe de tussenkomst van een Belgische notaris vereist. De meestgebruikte Belgische vennootschapsvorm is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA). Voor grote (beursgenoteerde) ondernemingen zal u echter steeds een beroep moeten doen op de naamloze vennootschap (NV) aangezien deze vennootschapsvorm voorziet in de vrije overdraagbaarheid van aandelen.

In de loop van 2018 zal het Belgisch vennootschapsrecht echter een aantal ingrijpende wijzigingen ondergaan (zie ons eerder artikel Krachtlijnen hervorming vennootschapsrecht). Hierbij zal de NV als vennootschapsvorm blijven bestaan, de BVBA daarentegen zal worden omgevormd tot de ‘besloten vennootschap’ (BV), die zeer flexibel zal zijn en op maat van elke onderneming kan worden gemaakt.

Bovendien zal België overschakelen van de werkelijke zetelleer naar de incorporatieleer, zodat vennootschappen met een buitenlandse vennootschapsvorm, deze vennootschapsvorm zullen kunnen aanhouden, zelfs indien de hoofdactiviteit zich in België bevindt.

Bijkantoor

Voor de oprichting van een bijkantoor wordt geen tussenkomst van een Belgische notaris vereist. U zal echter wel een aanzienlijk aantal documenten moeten indienen, hetgeen veel tijd in beslag neemt aangezien een aantal documenten moeten worden gelegaliseerd, apostilles moeten worden verkregen, etc. De formaliteiten vereist voor het openen van een bijkantoor blijken in de praktijk zwaarder door te wegen dan de formaliteiten voor de oprichting van een dochtervennootschap.

Daarenboven zal een bijkantoor ook de jaarrekening van de buitenlandse vennootschap dienen neer te leggen en zal het bijkantoor jaarlijks bepaalde financiële informatie met betrekking tot de buitenlandse vennootschap moeten rapporteren. Voor de buitenlandse onderneming is het mogelijk wenselijker om deze informatie vertrouwelijk te houden.

3. Kapitaal

Wanneer u een dochtervennootschap wenst op te richten, dient deze momenteel nog over een minimumkapitaal te beschikken van 61.500 EUR (NV) of 18.550 EUR (BVBA). Een bijkantoor daarentegen vereist geen eigen kapitaal aangezien deze nog steeds deel uitmaakt van de buitenlandse vennootschap.

Wat betreft de kapitaalvereiste voor een dochtervennootschap zal het Belgisch vennootschapsrecht in de loop van 2018 echter eveneens grondig wijzigen (zie ons eerder artikel Krachtlijnen hervorming vennootschapsrecht). Voor de oprichting van een BV zal immers geen minimumkapitaal meer vereist zijn. De BV zal enkel moeten voorzien in een ‘toereikend’ kapitaal. De kapitaalvereisten voor de NV blijven daarentegen wel in grote lijnen behouden.

4. Bestuur

Het bestuur van de dochtervennootschap zal waargenomen worden door de raad van bestuur (NV) of minstens één zaakvoerder (BVBA). Wat betreft het bestuur van een bijkantoor dient geen raad van bestuur te worden opgericht, maar wordt enkel vereist dat de buitenlandse onderneming een wettelijke vertegenwoordiger aanduidt.

De buitenlandse vennootschap zal bijgevolg meer directe controle kunnen uitoefenen over een bijkantoor dan over een dochtervennootschap (die in theorie zelfstandig wordt bestuurd).

5. Vereffening

Wanneer u uw Belgische activiteiten zou willen stopzetten, zal u voor de vereffening van een dochtervennootschap de wettelijke procedure tot vereffening moeten naleven. De stopzetting van uw bijkantoor kan daarentegen veel eenvoudiger, nl. door een eenvoudige beslissing van de buitenlandse onderneming.

Conclusie
Wenst u een risicovolle activiteit te ontplooien in België, dan kan u best een dochtervennootschap oprichten aangezien de aansprakelijkheid voor de Belgische activiteit hierdoor beperkt blijft tot het vermogen van deze dochtervennootschap. Bovendien zal u in de nabije toekomst hiervoor beroep kunnen doen op een zeer flexibele vennootschapsvorm – de BV – waarbij geen minimumkapitaal meer wordt vereist, maar wel een ‘toereikend kapitaal’. Het bestuur moet echter wel in handen worden gelegd van een raad van bestuur of een zaakvoerder.

Heeft u daarentegen slechts de intentie om een beperkte en/of relatief risicoloze activiteit uit te bouwen in België, dan biedt een bijkantoor mogelijks een oplossing. De buitenlandse onderneming zal immers geen apart kapitaal dienen toe te wijzen aan dit bijkantoor en zal betere controle kunnen uitoefenen op het bestuur. Daarnaast is het zeer eenvoudig om deze activiteit later stop te zetten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen