Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?
Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)
Webinar op donderdag 13 juni 2024
Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen
Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)
Webinar op dinsdag 27 augustus 2024
Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten
Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)
Webinar op vrijdag 26 april 2024
Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen
Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 25 april 2024
HR-aspecten bij M&A transacties
Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)
Webinar op donderdag 16 mei 2024
Vakantiedagen en het arbeidsrecht
Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)
Webinar op dinsdag 11 juni 2024
Wat zijn de risico’s van een werf in het buitenland? (Vandelanotte)
Auteur: Biene Ongenaert en Stephanie Vanmarcke (Vandelanotte)
Publicatiedatum: 08/05/2020
Bouwondernemingen realiseren vandaag steeds meer projecten in het buitenland. Hoewel het hier gaat om een Belgische onderneming die het project met Belgische werknemers uitvoert, kan dit in het buitenland ook een aantal belangrijke gevolgen hebben. Daarbij mag ook de huidige coronacrisis niet uit het oog worden verloren.
Aanwezigheid van een vaste inrichting
Om te vermijden dat een onderneming die internationaal actief is in elk land belastingen moet betalen, hebben verschillende landen onderling spelregels in dubbelbelastingverdragen vastgelegd. Het algemeen principe bij een dubbelbelastingverdrag is dat de woonstaat heffingsbevoegd is, tenzij in de werkstaat een significant aanknopingspunt aanwezig is. Dit aanknopingspunt is afhankelijk van het soort inkomen en verschilt bovendien per land.
Bij bouwwerkzaamheden is het aanknopingspunt doorgaans de duurtijd van de werf in het buitenland. Wanneer de buitenlandse werf van een Belgisch onderneming deze duurtijd heeft overschreden, zal de werf als vaste inrichting worden aangemerkt. De toegelaten duurtijd voor bouw- en constructiewerkzaamheden is afhankelijk van het land waarin de Belgische onderneming actief is:
- Frankrijk: meer dan 6 maanden
- Nederland: meer dan 12 maanden
- Luxemburg: meer dan 6 maanden
- Duitsland: meer dan 9 maanden
Op basis van dit aanknopingspunt mag de werkstaat de winst van de vaste inrichting (werf) belasten. Vervolgens kan deze winst in België in de aangifte vennootschapsbelasting worden vrijgesteld.
Praktisch heeft de aanwezigheid van een vaste inrichting tot gevolg dat de Belgische onderneming zich in dat land moet registeren en een belastingaangifte moet indienen. Daarnaast is het ook mogelijk dat de Belgische onderneming een transferpricing-documentatieverplichting kan hebben.
Wat met stilstand door het coronavirus?
Gezien de huidige maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, liggen heel wat bouwwerven stil of hebben ze enige tijd stilgelegen. Toch moet deze periode van stilstand meegeteld worden bij de duurtijd voor de aanwezigheid van een vaste inrichting.
Aanwezigheid van een salary split
Naast fiscale gevolgen in hoofde van de vennootschap, kan ook een deel van het loon van de werknemers in het buitenland belastbaar zijn. Ook hier moet aan de hand van aanknopingspunten in het dubbelbelastingverdrag bepaald worden of de aanwezigheid significant genoeg is om belastbaarheid in de werkstaat als gevolg te hebben.
Voor werknemers is fysieke aanwezigheid het belangrijkst aanknopingspunt. Het tweede en derde aanknopingspunt is de vestigingsplaats van de werkgever en de eventuele aanwezigheid van een vaste inrichting.
Wanneer een bouwwerf als een vaste inrichting wordt aangemerkt, heeft dit dus ook gevolgen voor het land waar het loon van de werknemers belastbaar is.
Aanwezigheid van administratieve verplichtingen
Afhankelijk van het land waar de werf is gelegen, moeten ook een aantal formaliteiten in orde worden gebracht. Zo moet in Luxemburg een badge social aangevraagd worden.
In elk geval moet u een A1-attest voor de werknemers aanvragen. Via dit A1-attest kunnen werknemers namelijk aantonen dat er in België sociale bijdragen worden betaald. Wie dit attest niet kan voorleggen, kan hiervoor een boete krijgen.
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Bouw & Vastgoed