Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024

Wat met openstaande vakantiedagen? (Monard Law)

Auteur: Astrid Aerts (Monard law)

Publicatiedatum: november 2020

Het einde van 2020 is in zicht. Voor veel werknemers was het een bijzonder jaar, met periodes van tijdelijke werkloosheid of periodes van uitzonderlijke drukte. Veel werknemers hebben hierdoor niet al hun vakantiedagen kunnen opnemen. Is men verplicht deze op te nemen, kan men de resterende vakantiedagen overdragen naar 2021 of kan men opteren voor een uitbetaling van deze dagen?

Er dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang het soort vakantiedagen waarover het gaat.

Wettelijke vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen zijn de vier weken vakantie waarop iedere werknemer recht heeft indien hij in het voorgaande jaar volledig voltijds heeft gewerkt.

In principe: vakantie opnemen

De opname van vakantiedagen gebeurt steeds in onderling overleg tussen werknemer en werkgever.

Als basisprincipe geldt dat elke werknemer zijn wettelijke vakantiedagen verplicht moet opnemen gedurende het vakantiejaar. Dat wil zeggen dat een werknemer ten laatste op 31 december zijn laatste wettelijke vakantiedag moet opnemen en dat hij deze vakantiedagen niet kan overdragen naar volgend jaar.

Tijdens de opname van vakantiedagen behouden bedienden hun normale brutoloon, daar waar de vakantiedagen van arbeiders worden betaald door een vakantiekas.

Enkel in geval van overmacht kan een uitzondering worden toegestaan.

Overmacht?

Als gevolg van de Coronacrisis bevinden we ons op z’n zachtst uitgedrukt in een ongewone situatie. Volstaat deze ongewone situatie om te kunnen spreken van overmacht?

Er is sprake van overmacht als het onmogelijk is voor de werknemer om al zijn vakantiedagen op te nemen.

In dat geval verliest de bediende zijn vakantiedagen, maar behoudt hij wel het loon (enkelvoudig vakantiegeld) voor de niet opgenomen dagen. De betaling van het loon in dit geval vrij van RSZ-bijdragen.

De arbeider ontvangt elk jaar een vakantiecheque van de vakantiekas. Het geld dat de arbeider via die cheque ontvangt, is definitief verworven, onafhankelijk van het feit of de arbeider de vakantiedagen al dan niet opneemt. De vakantiekas zal met andere woorden het geld van de niet-opgenomen dagen niet terugvorderen van de arbeider.

Maakt een hoge werkdruk of tijdelijke werkloosheid het onmogelijk om alle vakantiedagen op te nemen?

Hoge werkdruk

In bepaalde sectoren was de werkdruk in 2020 uitzonderlijk hoog als gevolg van de huidige Coronacrisis. Denk maar aan de zorgsector, de pakjesdiensten of aan de farmaceutische sector.

We kunnen niet ontkennen dat een hoge werkdruk het opnemen van vakantiedagen bemoeilijkt. Toch zijn ook de werknemers uit deze sectoren verplicht om hun wettelijke vakantiedagen op te nemen tegen het einde van dit jaar. Hoge werkdruk maakt het immers niet onmogelijk om vakantiedagen op te nemen.

Een werkgever die dit toch zou weigeren, kan hiervoor strafrechtelijk gesanctioneerd worden. Hij stelt zich onder andere bloot aan een mogelijke administratieve boete.

Een werknemer daarentegen kan wel vrijwillig beslissen om zijn wettelijke vakantiedagen niet allemaal op te nemen voor het einde van het jaar. Een werknemer kan hiervoor niet worden gesanctioneerd, maar een bediende verliest hierdoor wel het recht op loon voor de niet opgenomen vakantiedagen. Arbeiders ontvangen hun vakantiecheque in de loop van het vakantiejaar. Het vakantiegeld is voor hen dus verworven ongeacht of ze hun vakantie al dan niet volledig opnemen.

Overeenkomsten gesloten tussen werknemer en werkgever die bepalen dat de werknemer uitzonderlijk zijn vakantiedagen mag overdragen wegens te hoge werkdruk, zijn juridisch ongeldig.

Tot op heden werd er nog geen “tijdelijke uitzondering” in het leven geroepen voor bedrijven of sectoren waar de werkdruk dit jaar uitzonderlijk hoog was.

Periodes van tijdelijke werkloosheid

Als gevolg van de verplichte sluiting van o.a. winkels en horeca, bleven werknemers in 2020 meer dan ooit thuis wegens tijdelijke werkloosheid.

Dit kan als gevolg hebben dat een werknemer onmogelijk al zijn wettelijke vakantiedagen kan opnemen.

Denk maar aan een bediende werkzaam in de horeca die tot op heden nog niet al zijn vakantiedagen heeft opgenomen. Aangezien de horeca dit jaar niet meer zal heropenen, zal deze werknemer onmogelijk alle vakantiedagen kunnen opnemen.

Er is in dat geval sprake van overmacht, omwille van de tijdelijke werkloosheid door de sluiting. De werkgever zal het loon van de resterende wettelijke vakantiedagen aan de werknemer moeten betalen.

Let wel op, een cumul van werkloosheidsuitkering van de RVA en uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen is niet mogelijk. (Zie verder)

Vervangende verlofdagen voor feestdagen

Wanneer een feestdag in het weekend valt, zoals 1 november dit jaar, krijgt een werknemer recht op een vervangende verlofdag. Dergelijke vakantiedagen dienen eveneens te worden opgenomen voor het einde van het jaar.

Inhaalrustdagen

Inhaalrustdagen, ook wel gekend als ADV-dagen, zijn verlofdagen die worden toegekend met het oog op het naleven van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur voorzien in het paritair comité of de onderneming.

Opnieuw dienen deze vakantiedagen in het kalenderjaar zelf te worden opgenomen. Als niet alle ADV-dagen opgenomen zijn, wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur immers overschreden, wat niet toegelaten is. 

Extralegale verlofdagen

Hiermee worden anciënniteitsdagen en andere buitenwettelijke verlofdagen, die op het niveau van de sector of de onderneming zijn toegekend, bedoeld.

Of deze kunnen worden overgedragen hangt af van hetgeen bepaald is in de CAO, geldig voor de sector waarin de werknemer werkzaam is, of in het arbeidsreglement van de onderneming.

Het is dus mogelijk dat deze verlofdagen kunnen worden overgedragen naar 2021.

Terugvorderen van werkloosheidsuitkeringen door de RVA

Een werknemer heeft enkel recht op een werkloosheidsuitkering van de RVA voor zover hij geen recht heeft op loon.

De RVA benadrukt daarom dat werknemers in tijdelijke werkloosheid hun wettelijke vakantiedagen dienen op te nemen. Voor deze dagen hebben zij immers recht op loon en dus geen recht op uitkeringen van de RVA.

Indien een werknemer in tijdelijke werkloosheid op het einde van het jaar niet alle wettelijke vakantiedagen zou hebben opgenomen, is er sprake van overmacht en zal de werknemer loon ontvangen voor de niet opgenomen dagen. Hij kan tegelijkertijd geen aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen. De RVA zal in dat geval weigeren een werkloosheidsuitkering te betalen.

Indien de RVA toch uitkeringen zou betaald hebben en nadien blijkt dat de werknemer een uitbetaling kreeg voor niet opgenomen vakantiedagen, dan heeft de RVA de mogelijkheid om de uitbetaalde werkloosheidsuitkering terug te vorderen.

Opname van vakantiedagen tijdens periode van tijdelijke werkloosheid

Een werknemer kan steeds met zijn werkgever overeenkomen om vakantiedagen op te nemen tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid.

Op die manier kan men ervoor zorgen dat men toch alle vakantiedagen kan opnemen tegen het einde van het jaar.

Voor bedienden wil dit zeggen dat de werkgever gewoon loon (enkelvoudig vakantiegeld) zal betalen voor die vakantiedagen.

Gedeeltelijke tussenkomst overheid in financiering vakantiegeld

De regering verbindt zich er toe om deels tussen te komen in de financiering van het vakantiegeld. Bij de berekening van het vakantiegeld worden dagen tijdelijke werkloosheid immers gelijkgesteld, wat voor de werkgevers een zware financiële last met zich meebrengt.

Hoe harder u als werkgever werd getroffen door de coronacrisis, hoe hoger het bedrag van de compensatie zal zijn. Die compensatie wordt berekend op de wettelijke inhoudingen op het bruto vakantiegeld (socialezekerheidsbijdragen en ondernemingsvoorheffing).

De exacte compensatie zal bepaald worden door het aantal arbeidsdagen in het tweede kwartaal van 2020 waarvoor een werkgever beroep moest doen op tijdelijke werkloosheid. Om in aanmerking te komen moet de werkgever in dat tweede kwartaal voor minstens 10% van de arbeidsdagen tijdelijke werkloosheid gebruikt hebben.

De sociale partners stellen de volgende compensatie voor:

  • De werkgever gebruikte 10 tot 20% tijdelijke werkloosheid in het tweede kwartaal? Dan zal hij 33% van de inhoudingen op het bruto vakantiegeld krijgen;
  • De werkgever gebruikte 20 tot 50% tijdelijke werkloosheid in het tweede kwartaal? Dan zal hij 66% van de inhoudingen op het bruto vakantiegeld krijgen;
  • De werkgever gebruikte meer dan 50% tijdelijke werkloosheid in het tweede kwartaal? Dan zal hij volledig gecompenseerd worden.

De overheid moet dit voorstel nog in regelgeving omzetten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid