HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Wachtdienst thuis : toch arbeidstijd? Arrest van het Europees Hof van Justitie (Claeys & Engels)

Auteur: Claeys & Engels

Publicatiedatum: 23/02/2018

Een bereikbaarheidsdienst waarbij een werknemer thuis moet zijn om binnen de 8 minuten na een oproep aanwezig te zijn op de werkplaats is volgens het Europees Hof van Justitie arbeidstijd.

Met dit arrest nuanceert het Europees Hof van Justitie zijn eerdere rechtspraak over de bereikbaarheidsdienst, waarbij het steeds tot de conclusie kwam dat het louter oproepbaar zijn tijdens een bereikbaarheidsdienst geen arbeidstijd is.

De vraag of een bereikbaarheidsdienst als arbeidstijd dient te worden beschouwd, leek beslecht. Het Europees Hof van Justitie oordeelde herhaaldelijk dat een wachtdienst op de werkplaats arbeidstijd is, maar het louter oproepbaar zijn buiten de werkplaats niet. Deze rechtspraak had weerklank gevonden in België, waar ook het Hof van Cassatie ( zie onze newsflash van 9 april 2014 ) – met toepassing van de criteria van het Europees Hof van Justitie – tot het besluit gekomen was dat een bereikbaarheidsdienst geen arbeidstijd is, zelfs niet indien de werknemer binnen een bepaalde straal van de arbeidsplaats moest blijven omdat hij slechts over 20 minuten beschikte om zich naar de arbeidsplaats te begeven na een oproep. De minderheidsstrekking in de Belgische rechtspraak, die oordeelde dat een bereikbaarheidsdienst arbeidstijd is wanneer een korte oproeptermijn is voorzien, leek daarmee definitief afgewezen.

Met dit arrest van 21 februari 2018 sluit het Europees Hof opnieuw aan bij deze Belgische rechtspraak die rekening hield met de concrete modaliteiten van de bereikbaarheidsdienst om te oordelen of het al dan niet om arbeidstijd gaat. Het ziet er dus naar uit dat de concrete organisatiemodaliteiten van de bereikbaarheidsdienst voortaan zullen moeten bekeken worden om te oordelen of er sprake is van arbeidstijd. Het debat over de bereikbaarheidsdiensten zal dus wellicht ingevolge dit arrest opnieuw losbarsten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid